CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2011
|
Mahler: Symfonie nr. 2 in c Adriana Kucerova (sopraan), Christianne Stotijn (mezzosopraan), London Philharmonic Orchestra and Choir o.l.v. Vladimir Jurowski LPO-0054 • 83' • (2 cd’s) Live-opname: Royal Festival Hall, Londen
Vladimir Jurowski en het London Philharmonic Orchestra dragen hun steentje bij aan de Mahlerjaren waar we middenin zitten, door zich te concentereren op de vocale werken van de componist en de bewerkingen waaraan hij de werken van zijn grote voorgangers onderwierp. Een opvallend resultaat was een uitvoering van de Eroica van Beethoven, met een orkest waarin verdubbelde blazers gepaard gingen aan een opgeblazen strijkorkest (10 contrabassen). Een uitvoering van de Tweede symfonie van de meester mocht in dat kader uiteraard niet ontbreken. Het eigen label van het orkest brengt de opname nu uit op cd. Zo’n registratie lijkt routine te worden in deze Mahlerjaren, maar deze uitvoering is voor de verandering allesbehalve routineus. Hij moet echter wel de competitie aangaan met recente Tweedes van Simon Rattle en de Berliner, Maris Jansons en het Concertgebouworkest, Bernard Haitink en het Chicago Symphony Orchestra, en de Londense buren, het London Symphony Orchestra onder Valery Gergiev. Vladimir Jurowski is sinds 2007 de bloedjonge en uiterst succesvolle chef-dirigent van het London Philharmonic Orchestra. Hij is ook de muzikale leider van de Glyndebourne Opera, al decennialang het zomerverblijf van zijn orkest. Daar heeft hij zichzelf bewezen als een uitstekende operadirigent. Mahlers Tweede symfonie is geschreven door een jonge man, die vanaf zijn jongste jaren in de orkestbak van operahuizen actief was. Zijn muziek is in de allereerste plaats theatraal, door instrumentale effecten als een ‘Fernorchester’, door het inschakelen van solisten en koor, door een kolossale orkestformatie inclusief een dreunende orgelpartij en een extra koperdivisie. En niet te vergeten door de kolossale lengte van meer dan tachtig minuten. Jurowski is net iets ouder dan Mahler toen dit natuurverschijnsel uit zijn pen vloeide, en zijn argeloze kijk op de partituur is nieuw en volkomen ontwapenend. Hij neemt risico’s die de wenkbrauwen doen rijzen: een brutaal snelle start van het eerste deel en een provocerend langzaam tempo voor het tweede deel houden de oren gespitst. De volwassen benadering van Rattle en Jansons, hoe perfect gespeeld ook, wordt hier met jeugdig elan overtroefd, en solisten, koor en orkest worden erdoor aangestoken. Een klein detail: wanneer Christianne Stotijn haar ‘O Röschen rot’ inzet, gebeurt dat in de wegstervende klank van de tam-tam die het Scherzo afsluit. Een vondst waar Mahler zich zeker in gevonden zou kunnen hebben. De Royal Festival Hall is bepaald geen akoestisch Mekka, maar dat is aan de mooi gedetailleeerde opname niet af te horen. In 1968 zette een net zo jonge en ook nog niet zo ervaren Bernard Haitink zijn allereerste en weergaloze Tweede Mahler neer op het label Philips. Het lijkt erop dat Vladimir Jurowski zijn voorganger bij het London Philharmonic Orchestra (en Glyndebourne) naar de kroon steekt. index |