CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, maart 2011

 

 

Roussel: Sérénade op. 30

Debussy: Sonate pour flûte, alto et harpe

Jongen: Concert à cinq op. 71

Lumaka Ensemble (Jana Machalett, fluit; Eke van Spiegel, viool; Martina Forni, altviool; Örs Köszeghy, cello; Miriam Overlach, harp)

Solclassics SOL 009 • 56' •

www.ensemblelumaka.com


Het Lumaka Ensemble won in 2009 de publieksprijs van de concertserie ‘Het Debuut’, een initiatief van de J.P.C. Stichting, waarbij J.P.C. staat voor jong talent, cultuur en podia. De prijs bestond uit het opnemen van een cd, die uitgebracht werd op het label SOL, klein maar dapper, en niet bovengemiddeld productief, getuige het nummer van de uitgave. Toch heeft het zusje van dit labeltje, Tatlin, buitengewoon interessant repertoire uitgebracht, waaronder een cd met de complete kamermuziek van Nico Richter (1915-1945, de jaartallen zeggen genoeg).

 

De nucleus van het ensemble werd ingegeven door de Sonate voor fluit, altviool en harp van Claude Debussy. Harpiste Miriam Overlach vormde in 2004 het Trio Lumaka, waarmee ze al snel de aandacht trok. Op verzoek van de programmeurs van het Jagthuis Festival breidden ze de bezetting uit tot een kwintet, bestaande uit strijktrio, fluit en harp. Dat was de bezetting van het Quintette Instrumentale Pierre Jamet, dat in de jaren 1920 in Parijs de aanzet gaf tot een aantal composities voor deze combinatie. Twee ervan vindt u op deze cd: ‘Harpkwintetten’ van Albert Roussel en Joseph Jongen. Laten we hopen dat dit jonge ensemble in de toekomst de gelegenheid krijgt om daar het Quintet van Leo Smit, en de Prélude, Marine et Chansons van Guy Ropartz aan toe te voegen.

De cd wordt geopend met de Sérénade van Albert Roussel, dat afgezien van het Strijkkwartet het meest substantiële, en zeker het meest aantrekkelijke van Roussels kamermuziek is. De belangstelling voor Roussel is ondanks zijn veel grotere oeuvre altijd achtergebleven bij die voor Ravel en Debussy. Onterecht, getuige de Derde symphony, de Suite en Fa, Le Festin de l’Araignée en deze schitterende Sérénade.

Debussy besloot in een laatste krachtsinspanning om de Franse muziek in de donkere jaren van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe impuls te geven, daarbij geïnspireerd door zijn grote voorbeeld Jean-Philippe Rameau. Het moest een cyclus van zes sonates worden, maar gesloopt door kanker moest hij het na de derde opgeven. De Sonate voor fluit, altviool en harp is de tweede, en door zijn instrumentarium een model voor de toekomst van de kamermuziek. De harp heeft door deze sonate een permanente plaats op het podium van alle kleine zalen veroverd.

Joseph Jongen (1873-1953) was een Waalse componist die we in Nederland – afgezien van geluidsdragers – nooit hebben leren kennen. Hij is de auteur van een overweldigende Concertante symfonie voor orgel en orkest, geboren uit zijn devotie voor César Franck. In zijn Concert à cinq paart hij zijn bewondering voor ‘le Père angélique’ aan de mondaine invloed van Debussy en Ravel. De discografie van Jongen is – afgezien van die orgelsymfonie – nog steeds in ontwikkeling en dit Concert à cinq is daarbij een welkome aanvulling.

De uitvoeringen door het Lumaka Ensemble zijn smetteloos en smaakvol, en kunnen de competitie met gevestigde registraties als die van het Melos Ensemble zonder meer aangaan. De techniek werd verzorgd door Bert van Dijk, en de opname zelf werd gerealiseerd in de rustieke Concertboerderij van Rian de Waal in Valthermond (Drente). Het schijfje moet natuurlijk vooral aan de man worden gebracht tijdens live-optredens, maar u kunt het ook bestellen bij bovengenoemde website. Doen!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links