CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2013

 

Ligeti: Strijkkwartet nr. 1 (Métamorphoses nocturnes) – Strijkkwartet nr. 2

Barber: Adagio uit Strijkkwartet op. 11

Keller Quartett

ECM New Series 2197 • 51' •

Opname: juni 2007 & oktober 2011 (Strijkkwartet 2), Radio Studio DRS, Zürich

   

In de toelichting bij deze cd lees ik een heleboel blabla over het feit dat Barber en Ligeti dertig jaar geleden nooit op een en hetzelfde programma zouden zijn verschenen. Een waarheid als een koe. Maar als je als volwassen strijkkwartet – en dat is het Keller Quartett toch echt wel – wilt bewijzen dat de tijden veranderd zijn, waarom neem je dan je toevlucht tot hetAdagio van Barber? Kom op mannen, Barber schreef een vierdelig strijkkwartet, niet alleen maar een Adagio. Met een speelduur van ruim vijftig minuten was er ruimte genoeg geweest om Barbers strijkkwartet in zijn geheel op te nemen. Een schitterende gelegenheid om te laten horen dat dat Adagio in zijn originele context helemaal niet de tranentrekker is die het door de film Platoon is geworden. Ligeti’s Lux Aeterna onderging bijna hetzelfde lot toen Stanley Kubrick het uitkoos voor de soundtrack van zijn film 2001: a Space Odyssey.

Even de jaartallen op een rijtje: in 1936 voltooit de zesentwintigjarige Samuel Barber zijn eerste (en enige) strijkkwartet. Barber groeide op in een Europees klimaat. Louise Homer, een gerenommeerde altzangeres, was zijn tante. Zij herkende de muzikale talenten van haar neef, en gaf leiding aan een gedegen muzikale opvoeding. Die ontving hij aan het meest Europees (lees Italiaans) georiënteerde conservatorium van de Verenigde Staten: het Curtis Institute of Music in Philadelphia. De jonge Sam kon niet alleen noten schrijven, hij kon ook zingen. Voor zijn eigen bariton schreef hij een cyclus voor stem en strijkkwartet, Dover Beach. De wereld van het strijkkwartet stond zo al vroeg wijd open en Barber schreef zijn opus 11, een kwartet waarvan het tweede deel, een Adagio, indruk maakte op topdirigent Arturo Toscanini. Die zag potentieel in een versie voor strijkorkest, en de rest is geschiedenis. Het succes van het Adagio is de nagel aan de doodkist van Barber geworden. In 1981 stierf hij, gevierd door het Amerikaanse publiek en verbitterd door het falen van zijn grootste werk, de opera Antony and Cleopatra..

De Hongaarse componist György Ligeti voltooide zijn Eerste strijkkwartet in 1954, toen de communisten in zijn geboorteland de dienst uitmaakten. Tegen de tijd van de opstand van 1956 was Ligeti klaar met Hongarije. Hij nam de benen en vond een veilige plek in Keulen. Zijn kwartet nam hij mee, en het werd twee jaar later uitgevoerd in Wenen. Ligeti was intussen met andere dingen bezig en verloor interesse in zijn – naar eigen zeggen – prehistorische strijkkwartet. Hij vergat het niet, want zijn eerstvolgende kwartet, geschreven in het gedenkwaardige jaar 1968, werd gepubliceerd als nummer twee. Bijna dertig jaar na het Zesde en laatste strijkkwartet van Bartók presenteert Ligeti hier een partituur waarin hij zijn ideeën over het strijkkwartet samenvat: van Beethoven tot Webern, zegt hij zelf. Van Beethoven tot Ligeti zeggen wij hem na. Ligeti was een eersteklas geluidsvinder – de Willie Wortel van de twintigste-eeuwse muziek.

Het Keller Quartett gaat tot de bodem van deze partituren, en daarbij wordt geen speelwijze geschuwd, niet in het genadeloze non-vibrato in Barbers Adagio, en al evenmin in de etherische flageoletten van Ligeti’s schepping. In dat opzicht maken ze hun punt – tweehonderd procent. De schitterende opname doet de rest.

 


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links