CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, maart 2013

 

 

Koechlin - Complete Music for Saxophone

 2 Sonatines op. 194 - 24 Duos op. 186 - 15 Etudes op. 188 - Epitaphe de Jean Harlow op. 164 - Septuor pour instruments à vent op. 165

David Brutti (saxofoons), Filippo Farinelli (piano), Atem Saxophone Quartet, Mario Caroli (fluit), Orchestra Città Aperta o.l.v. Filippo Farinelli

Brilliant Classics 9266 • 64' + 66' + 52' • (3 cd's)

Opname: 2011/12, Perugia (I)


Charles Koechlin kwam ter wereld in Parijs, in 1867, maar zijn familie was afkomstig uit de Elzas. Grootvader Jean Dolfuss stichtte een textielfabriek, en vader Julien was industrieel textielontwerper. Beiden vertoonden ze sociale betrokkenheid, en Koechlin nam hun ideeën over: hij was zijn leven lang een socialist met communistische trekjes. Hij veroverde een positie aan het Parijse Conservatoire, waar hij een compositieklas onderwees die onder andere gevolgd werd door Poulenc, Sauguet en Tailleferre. Maar hij was ook gefascineerd door alles wat met fotografie en film te maken had. Zijn Seven Stars Symphony brengt in zeven delen een homage aan evenzovele filmsterren. Stereoscopische foto's van de branding en kruiend ijs aan de Hollandse Zuiderzee vormen een ander bewijs van de brede belangstelling van deze renaissanceman. Zijn catalogus als componist omvat ruim tweehonderd genummerde werken, die geen van alle een plaatsje in het repertoire veroverd hebben. Wel zijn er in de afgelopen dertig jaar een aantal stukken op cd verschenen, niet in de laatste plaats door toedoen van Heinz Holliger, die op het label Hänssler voor een discografische wedergeboorte van deze componist heeft gezorgd.

De Belg Adolphe Sax (1814-1894) was van jongs af aan bezig met het bedenken van systemen om blaasinstrumenten te verbeteren. Rond zijn dertigste vond hij een nieuw metalen blaasinstrument uit met een enkel riet, de saxofoon. Een paar jaar later had hij een fabriek met tweehonderd man personeel aan het werk om zijn saxofoons te produceren. Ze waren van harte welkom in de Franse militaire muziek, want in de buitenlucht gedroeg het instrument zich heel wat betrouwbaarder dan zijn houten soortgenoten. Het duurde even voordat klassieke componisten de toegevoegde waarde van de saxofoon herkenden, maar vanuit Frankrijk heeft de saxofoon zijn definitieve plaats op het klassieke concertpodium veroverd. Over jazz en lichte muziek hoeven we het niet te hebben - daar is het al een eeuw lang het meest geliefde blaasinstrument.

Koechlin was een briljant orkestrator, getuige zijn Traitise over het onderwerp in maar liefst vier delen, een compendium van de instrumentatiekunst dat op één lijn staat met de handboeken van Berlioz (later bewerkt door Richard Strauss) en Rimski-Korsakov. Zijn spitse oor voelde de mogelijkheden van de saxofoon haarfijn aan, in zowel orkestwerken als kamermuziek. In die kamermuziek is hij verder gegaan dan ieder van zijn tijdgenoten. Hij is er echt voor gaan zitten om hele compendia te scheppen voor ambitieuze saxofonisten. Om te beginnen de 24 Duo's voor twee saxofoons in wisselende bezettingen, van sopraan tot bariton. Dit is Koechlins reis door alle 24 toonsoorten, geïnspireerd door J.S.Bach en zijn Clavier bien temperé. Wonderlijk dat de toelichting dit sterke staaltje zelfs niet vermeld, terwijl de auteur Robert Orlidge nota bene de definitieve biografie van Koechlin vervaardigde. De 15 Etudes op. 188 voor altsaxofoon en piano zijn geïnspireerd door de twaalf etudes voor piano van Claude Debussy - dat blijkt zonneklaar uit titels als Pour les arpèges en Pour l'egalité du son.

Een belangrijk onderdeel van het hier gebrachte repertoire vormen de twee Sonatines op. 194. Ze verschijnen in twee versies, eenmaal met pianobegeleiding en een tweede keer in een versie voor ensemble. Nu was Koechlin niet alleen een uiterst productief componist en instrumentator, maar hij maakte waar hij kon meerdere versies van zijn scheppingen. Hoboliefhebbers zullen die Sonatines al kennen in een versie voor hobo d'amore (de oorspronkelijke). Welke versie we ook beluisteren, dit behoort tot het beste wat uit Koechlins pen gevloeid is. De annotatie maakt veel werk van het Septet op. 165, dat opvallend begint met een deel voor klarinetsolo, maar al snel verzandt in modale routine. Het verliefde Epitaphe pour Jean Harlow op. 164 voor fluit en altsax is heel wat ontroerender, en bestaat ook weer in meerdere incarnaties.

De Italiaanse saxofonist David Brutti is kennelijk de baas van dit project, dat hij met indrukwekkende virtuositeit en aanstekelijke muzikaliteit presenteert. Hij wordt bijgestaan door pianist Filippo Farinelli, die ook het ensemble dirigeert in de grote versie van de beide Sonatines. Dat het Atem Saxophone Quartet in de kop wordt vermeld komt doordat de individuele leden de begeleiding van de Duo's afwisselend voor hun rekening nemen. Het Orchestra Città Aperta bestaat uit een vijftiental musici, die een voortreffelijke prestatie leveren. Zelfs wanneer u Koechlin wantrouwt en de saxofoon schuwt, zou u toch eens moeten luisteren naar die mooie Sonatines, dan komt de rest vanzelf. Om de prijs hoeft u het bij Brilliant niet te laten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links