CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2020 |
Nikolai Kapustin (1937) is afkomstig uit de Oekraïne, ontving een gedegen piano-opleiding aan het Moskous Conservatorium bij de fameuze Alexander Goldenweiser, en raakte verslingerd aan de jazz. Maar dan wel op een heel curieuze wijze: Kapustin improviseert niet, maar hij componeert. Eigenlijk is hij dus per definitie geen jazzmuzikant, maar toch werkte hij lang als pianist mee in de Russische Big Band van Oleg Lundström. Voor die groep maakte hij arrangementen en schreef hij originele werken. Zodra hij het zich kon permitteren trok hij zich terug uit het amusementsleven en hield zich uitsluitend nog bezig met componeren, vooral van pianomuziek en kamermuziek met piano. Het klinkend resultaat zweeft tussen Gershwin, Ellington en Milhaud, maar vindt nergens houvast - het blijft luisteren door de oren van Kapustin. Het lijkt voor de hand liggend dat een componist met deze achtergrond zich zou bezighouden met de saxofoon, maar Kapustin dacht daar kennelijk anders over. Slechts één bescheiden opus wijdde hij aan het instrument: een duo voor altsax en cello - een wonderlijke combinatie die steengoed uitpakt. Toen het Duitse saxofoonkwartet Clair-Obscur bij hem aanklopte om een saxofoonkwartet kreeg het te horen dat hij met componeren was gestopt. Maar hij was wel bereid om zijn fiat te geven aan een bewerking van twee bestaande werken. Dus ging Christoph Enzel, een van de leden van het kwartet, aan de slag en toverde het pianokwartet opus 89 en het strijkkwartet opus 88 om in volwaardig repertoire voor eigen gebruik. Het resultaat is in één woord adembenemend. Wie het getranscribeerde saxofoonkwartet beluistert zal geen seconde geloven dat dit werk in zijn oorspronkelijke gedaante een strijkkwartet was. Een juweel van een stuk, in vier delen en met een lengte van twintig minuten een substantiële aanvulling tot het repertoire voor deze bezetting. Saxofoonkwartetten zouden in de rij moeten staan voor deze uitdaging (maar waarschijnlijk heeft Clair-Obscur het in eigen beheer, en gelijk hebben ze). Het pianokwintet onderging dezelfde behandeling, die wat de strijkers betreft even effectief uitpakt, maar door de factuur van de pianopartij iets routineuzer aandoet. Dat ligt bepaald niet aan pianiste Elisaveta Blumina, die alles in huis heeft om Oscar Peterson naar de kroon te steken. Alweer een pracht-cd uit de koker van Stefan Lang, de drijvende kracht achter de samenwerking tussen het label Capriccio en de Duitse publieke omroep. Hier ligt een uitdaging voor de vele saxofoonkwartetten die de delta der Lage Landen rijk is. index |
|