CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2021 |
Dit is het cd-debuut van het Duo Vermeulen Verpoest. Twee getalenteerde Belgische musici die bij zo'n gelegenheid best even in het boekje aan de luisteraar voorgesteld hadden mogen worden. Diede Verpoest (1992) komt uit een muzikaal nest, studeerde aanvankelijk viool bij zijn vader, vervolgens bij Erik Sluys (zoon van de legendarische Belgische organist Jozef Sluys) en daarna aan het conservatorium van Brussel bij Philippe Graffin. Naast klassiek speelt hij folk, en nbespeelt de viool zowel als de altviool; hij is altviolist in het Brusselse Karski Quartet . Met het Tmesis Ensemble is hij te horen op een cd die ik hier besprak. Claus Vermeulen is een van de twee pianospelende zoons van de Vlaamse meesterpianist Jan Vermeulen, bekend van complete opnamen van de pianosonates en de vierhandige pianowerken van Schubert voor het label Et'cetera. Claus Vermeulen (1992) studeerde aan het Lemmens-Instituut te Leuven, waar hij in het laatste jaar zijn studie afrondde bij zijn vader. Claus is net als zijn vader uiterst bedreven op de fortepiano, en de beide broers Vermeulen zijn te zien op een recital met twee Beethovensonates in Bozar op YouTube - uitstekend gefilmd en overtuigend gebracht. Vader Jan Vermeulen fungeert tevens als producer op dit debuut. Het duo Vermeulen/Verpoest zorgt zelf voor de toelichting bij deze cd, waarbij ze het volgende concept aangeven: ‘Het doel van ons debuutalbum is om een bloemlezing voor te stellen van Oost-Europese muziek uit de twintigste eeuw. Muziek die een sterke connectie heeft met haar plaats van herkomst en de lokale volksmuziek. […]. Het werk van Tim Mulleman werd specifiek voor deze cd geschreven. Het werpt een eigentijdse blik op ons programma met een occasionele knipoog naar Enescu. Het geeft ons de kans om ook een werk uit onze eigen generatie te presenteren en vervolledigt hiermee ons debuut.' De cd opent met een gouden greep: na de vioolsonate uit 1914 speelt Claus Vermeulen de twee overgebleven delen van de Pianosonate 1.X.1905, Janaceks reactie op de moord op een jonge demonstrant in Brno. In de Eerste Rapsodie van Béla Bartók uit 1928 laat Verpoest horen dat zijn ervaringen in het genre folk hun vruchten hebben afgeworpen, door een geraffineerd gebruik van schakeringen in het (non-)vibrato. Datzelfde geldt voor de Impressions d'enfance van George Enescu, een 20 minuten durende cyclus die uit tien delen bestaat die zonder onderbreking in elkaar overgaan. Aardig detail: de deeltjes Krekel en Wind in de schoorsteen duren slechts 30 seconden per stuk. De Prélude à l'unisson is het eerste deel uit de Eerste Orkestsuite van Enescu, waar het door de verzamelde strijkers (minus contrabassen) wordt gespeeld, met tegen het slot een obligate paukenpartij. Verpoest speelt het in zijn eentje, en kan zich dus de nodige vrijheden veroorloven: Ivan Fischer doet er met zijn Festival Orkest op YouTube drie minuten langer over. Niettemin een prachtige vondst Het colofon geeft als opnamelocatie de Salle Arsonic in Mons/Bergen, maar de opname werd in werkelijkheid gemaakt op de pianozolder van de boerderij van Jan Vermeulen senior in het dorpje Willebringen, waar ook alle Schubert-opnamen tot stand zijn gekomen. Het resultaat klinkt als een klok en is een debuut om apetrots op te zijn. index |
|