CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2014
|
'Een geheel nieuw instrumentaal werk, verdeeld in zeven sonates van elk zeven tot acht minuten, het geheel voorafgegaan door een introductie en afgesloten door een terremoto, of aardbeving. Deze sonates zijn gebouwd rond en gebaseerd op de woorden die Christus onze Heiland sprak aan het kruis'. Met deze woorden introduceerde Haydn dit unieke orkestwerk, dat hij zelf als een van zijn beste composities beschouwde. De opdracht voor het werk kwam uit de Spaanse havenstad Cadiz, en niet van de bisschop zoals Haydn zelf suggereerde. En al evenmin voor de kathedraal van Cadiz, maar voor een in een grot uitgehouwen kapel, de Oratorio de la Santa Cueva - de heilige grot. De kapel bestaat nog steeds en heeft niets van een kathedraal: ze meet slechts vijftien bij vijftien meter. Wanneer we ons voorstellen dat daar een orkest van toch al gauw tussen de dertig en veertig musici moest plaatsnemen waren er waarschijnlijk alleen staanplaatsen over. In de heilige grot werden sinds enkele jaren op Goede Vrijdag de Tres Horas - van twaalf tot drie uur - in acht genomen, waarbij deze muzikale reflecties werden aangevuld door gesproken meditaties en de bijbehorende rituelen. Een aardige bijkomstigheid is dat Harmonia Mundi op YouTube een opname heeft geplaatst waarop het Cuarteto Casals op de oorspronkelijke locatie te horen en te zien is: De eerste uitvoering vond plaats op Goede Vrijdag (6 april) 1787, enkele maanden later verscheen de eerste druk bij Artaria in Wenen. Niet meer dan een maand later voltooide Haydn een versie voor strijkkwartet die direct bij dezelfde uitgever verscheen onder het opusnummer 48. Een jaar later verscheen die ook in Parijs bij uitgeverij Le Duc, maar nu als opus 51. Het is vooral de kwartetversie die repertoire heeft gehouden, hoewel een versie voor koor en orkest natuurlijk niet uit kon blijven. De discografische geschiedenis van de kwartetversie wordt gesierd door opnamen van onder meer het Juilliard en het Amadeus Quartet. Interpretaties die in hun tijd hogelijk gewaardeerd werden, maar door de invloed van de door Bernard Haitink schitterend getypeerde 'doe-het-zelvers' gedateerd overkomen. Haitink doelt daarbij uiteraard op iemand als Frans Brüggen, die inderdaad in zijn eentje het klassieke wiel opnieuw heeft uitgevonden en in dit kader niet onvermeld mag blijven. In 2004 ging het Orkest van de Achttiende Eeuw op toernee met de Zeven Woorden; de resultaten werden op het label Glossa uitgebracht. Het is zonder meer de mooiste uitvoering van dit werk die ooit heeft geklonken. Er zijn in de loop der jaren vele pogingen verricht om de Zeven Woorden in een kader te plaatsen: gesproken tekst, gregoriaanse zang of erger. 'Erger' is in dit geval de muziek die Ron Ford componeerde om tussen de deeltjes onze oren te wassen. Voor sommigen niet te verteren, voor anderen verfrissend. Ron heeft het slim aangepakt - slechts een paar seconden Ford scheiden Haydn van Haydn, maar het is net genoeg om je bij de les te houden. Het Cuarteto Casals is niet alleen door zijn Spaanse afkomst een voor de hand liggende keuze in dit werk. Dit viertal heeft zich verdiept in de uitvoeringspraktijk van dit repertoire op een manier die veel luisteraars zal aanspreken. Ze hebben duidelijk goed geluisterd naar de gelouwerde 'doe-het-zelver' Frans Brüggen. Bovendien hebben ze besloten om deze muziek uit te voeren met het soort strijkstokken dat in Haydns tijd gebruikelijk was. Dat vertaalt zich in een klank die warmer - minder agressief - is dan de traditionele aanpak. Maar wat vooral een belangrijke rol speelt is het subtiele gebruik van vibrato. Werd bij het Juilliard en Amadeus de vibratomotor in de eerste maat ingeschakeld en in de laatste maat uitgezet, hier horen we hoe het anders kan. Zo blijf je geboeid luisteren naar zeven langzame delen (drie maal Largo, twee maal Grave, een Lento en een Adagio). De ideale opname en de zeer informatieve documentatie completeren een uitgave om te koesteren. index |
|