CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2013

 

Haydn: Strijkkwartet in Bes, op. 76 nr. 4 (Sonnenaufgang) – in D, op. 50 nr. 6 (Frosch) – in C, op. 33 nr. 3 (Vogel)

Matangi Quartet

Challenge Classics CC72592 • 66' •

Opname: augusts 2012, Lindensaal, Markkleeberg (D)

   

Haydn’s Nature is de titel van de nieuwe cd van het Matangi Kwartet. Die natuur wordt verklankt in drie kwartetten met groene namen als Zonsopgang, Kikkers en Vogeltjes.

Bij het zien van de naam Matangi ben ik vast niet de enige die zich afvraagt waar die vandaan komt. Het wordt in het cd-boekje uitgelegd onder de kop Wie is Matangi? Ik citeer:

Matangi is de Indiase Godin van spraak, muziek en schrift. De vina die zij in haar hand draagt is een instrument dat diepe geluiden produceert met aangename boventonen. Matangi brengt de mensen in vervoering door haar spel op de snaren van passie, hartstocht, liefde en extase.

Daar kun je als strijkkwartet heel veel kanten mee op, en dat is precies wat het Matangi Kwartet van het begin af aan heeft laten zien. Niet alleen maar klassieke kwartettten spelen (hun debuut, ‘Première’), maar ook kerstliedjes opnemen met Miranda van Kralingen (Merry Christmas!), of met gambist Ralph Rousseau op zoek gaan naar Bach en Brel (Chansons d’Amour). Daarmee is het beeld geschilderd van een kwartet dat niet stilstaat op de drempel van de Kleine Zaal.

Maar zo nu en dan moet je toch je kwaliteiten als strijkkwartet in de etalage zetten, en dan is er geen componist geschikter, onbarmhartiger en guller dan Joseph Haydn. Geschikt omdat we als muziekminnend collectief tot de conclusie zijn gekomen dat Haydn de rechtmatige verwekker van het strijkkwartet is. Onbarmhartig omdat niets in zijn opengewerkte partituren verdoezeld kan worden – er zijn geen plekken om je met je instrument te verstoppen. Gul omdat de noten die hij de muzikanten laat spelen en de luisteraars laat horen het maximale aan passie, hartstocht, liefde en extase brengen – binnen de grenzen van de taal van de verlichting. Haydn omarmt de muziek van zijn tijd, vat haar liefdevol samen en legt haar dankbaar op de werkbank van zijn opvolger Ludwig van Beethoven. Guller kan het niet.

Hoe je de partituren van Haydn al spelend in klank omzet is bijna tweehonderd jaar nauwelijks veranderd. De plekken waar dat gebeurt zijn onmerkbaar getransformeerd van een adellijke versie van ‘tussen de schuifdeuren’ tot de moderne concertzaal met een capaciteit van ieder denkbaar getal. Strijkkwartetten treden op in dorpskerken of in de Grote Zaal – afhankelijk van hun publieksattractie. Maar er is ook iets bijgekomen, en dat is het bewustzijn van de ‘historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk’. Gespecialiseerde orkesten kennen we inmiddels als onze broekzak, en hun dirigenten nog beter – Harnoncourt, Brüggen, Hogwood, Koopman, Gardiner. Maar strijkkwartetten? Natuurlijk zijn ze er, Quatuor Mosaïques en L’Archibudelli voorop. Maar wereldfaam was en is voorbehouden aan traditioneel ingestelde kwartetten – namen noemen heeft hier geen zin. De lijst is onuitputtelijk.

Wanneer we ons beperken tot Haydn is er één kwartet dat de afgelopen decennia voor een ‘nieuw geluid’ heeft gezorgd, en dat is het Hagen Quartett. Zij luisterden met open oren naar de vondsten van Nikolaus Harnoncourt en werden door de meester met raad en daad terzijde gestaan. De gevolgen laten zich raden: nadenken over de toepassing van vibrato, afschaffing van het verplichte legato, nieuwe inzichten in tempo. Maar de Hagens bleven wel bij hun vertrouwde moderne instrumentarium. En eigenlijk is dat over de hele linie zo gebleven, in ons land kan ik maar één formatie verzinnen die zich bedient van oude instrumenten, de Archibudelli van cellist Anner Bijlsma en zijn vrienden.

Toch is de invloed van bovengenoemde ensembles terug te vinden in de jongere formaties die een plek op het concertpodium proberen te veroveren. Want één ding is duidelijk, ook in Nederland is aan jonge ambitieuze strijkkwartetten geen gebrek. Als paddestoelen schieten ze uit de grond. Ze spelen ongetwijfeld ook kwartetten van Haydn, maar als we naar de cd-catalogus kijken is het aanbod aan de magere kant. Het initiatief van de Matangi’s om met een hele cd vol Haydn te komen verdient dan ook applaus. Twee maanden geleden besprak ik hier een cd van een ander kwartet met een leuke naam, het Ragazze Kwartet, vier meiden met lef – ze spelen het Quintenkwartet, op. 76 nr. 2. Vergelijken is altijd leuk, conclusies trekken tamelijk vruchteloos – zoiets als wijnproeven met alleen maar kwaliteitswijnen. De Meiden gaan met zijn vieren in het diepe, en ontdekken daar andere speelmanieren die mijn oren gespitst hielden. Wanneer de Matangi’s hun opus 76 nr. 4, het kwartet met de bijnaam Zonsopgang, inzetten worden we aanvankelijk getrakteerd op een feest der herkenning. Een prachtig legato en een romig vibrato zorgen voor een klank waarin de traditie van het strijkkwartet zich bevestigd weet. Als het om klankschoonheid gaat mogen we het Matangi Kwartet feliciteren, aan techniek schiet het deze spelers niets te kort, en hecht samenspel is ze aangeboren. De zin voor avontuur die ze in hun andere projecten ten toon spreidden werkte als een katalysator en zorgde voor mooie onderscheidingen als een Edison. Hier leveren ze een prachtig staaltje kwartetspel waarmee heel veel liefhebbers van het genre dolgelukkig zullen zijn, in een ideale opnamekwaliteit. Dezelfde zin voor avontuur zou dat prachtige staaltje kwartetspel een duwtje richting Edison kunnen geven.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links