![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2012
|
Händel: De acht grote suites (1720)nr. 1 in A, HWV 426 - 2 in F, HWV 427 - nr. 3 in d, HWV 428 - nr. 4 in e, HWV 429 - nr. 5 in E, HWV 430 - nr. 6 in fis, HWV 431 - nr. 7 in g, HWV 432 - nr. 8 in f, HWV 433 Lisa Smirnova (piano) ECM New Series 2213/14 • 47' + 58' • Iets minder dan een eeuw geleden was de klaviermuziek van Georg Friedrich Händel regelmatig op pianorecitals te horen, en dat was de norm. Het klavecimbel als serieus te nemen muziekinstrument bestond nog niet. Het is aan de Poolse klaveciniste Wanda Landowska te danken dat het klavecimbel in de tweede helft van de twintigste eeuw aan zijn onstuitbare opmars kon beginnen. Zij maakte in 1931 de eerste opname van Bachs Goldberg-variaties, op een instrument dat de Franse pianofabriek van Pleyel voor haar had gemaakt. Tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid, en horen we klavierwerken uit de barok nog maar weinig op pianorecitals, zeker als het om Handel gaat. Voor Bach (en Scarlatti) geldt dat in mindere mate, maar die zijn dan ook minder ‘instrumentgebonden’ in hun componeren. Het gezegde ‘Bach klinkt ook mooi op een draaiorgel’ typeert het transcendente van zijn muziek eigenlijk heel zuiver.
Die tweede uitgave kwam er uiteindelijk pas in 1727, en in 1733/4 gaf de uitgever John Walsh haar opnieuw uit. De ‘Lessons’ waren uiteraard in de eerste plaats bedoeld voor huiselijk gebruik, en dus ook geschikt als lesmateriaal. In de tweede helft van de achttiende eeuw circuleerden er door alle piratenuitgaven meer gedrukte exemplaren van Handels muziek dan die van Scarlatti en Bach bij elkaar. Kom daar nu eens om. Vandaag de dag is Handel weer de vocale meester bij uitstek en worden zijn opera’s en oratoria over de hele wereld uitgevoerd. Maar zijn klaviermuziek is naar de smalle marges van het muziekleven verdrongen. Natuurlijk zijn er klavecinisten geweest die zich om zijn werk bekommerd hebben, maar het blijft krukken in de schaduw van Bach en Scarlatti. Pianisten die dit repertoire de allure kunnen geven die het op het cembalo heeft moet je helemaal met een lampje zoeken. De diepbetreurde Alicia De Larrocha was er zo een. Sviatoslav Richter maakte samen met sterleerling Andrei Gavrilov een dubbelaar voor EMI van deze zelfde acht Suites, maar die klinkt ondanks prachtig pianospel wel erg gedateerd door slaafs aan het notenbeeld vast te houden. Een jaar of twee geleden verraste de Duitse pianiste Ragna Schirmer op het label Berlin met een complete registratie van alle suites op drie cd’s. Boeiende interpretaties die vasthouden aan gevestigde regels, maar ook de ramen wijd open zetten voor historisch geïnformeerde inzichten.
En toen was er ineens Lisa Smirnova, een Russische pianiste die al jaren in Wenen woont en werkt. Zij hoorde in 2000 twee deeltjes uit deze suites, zonder te weten waar ze naar luisterde. Ze raakte gefascineerd en dompelde zich tien jaar lang onder in deze materie. Het schijfje is opgenomen in Schloss Goldegg in Oostenrijk, een oude bekende van het label ECM. Het resultaat sluit als een warme jas om dit schitterende pianospel, dat een nieuw gouden licht laat schijnen op een oud instrument: het Klavier. index |