CD-recensie
© Siebe Riedstra, augustus 2014
|
Onlangs besprak ik hier deel veertien in de serie 'The Romantic Violin Concerto' van Hyperion, met de complete werken voor viool en orkest, gecombineerd met het Vioolconcert van Othmar Schoeck. 'Complete werken' sprak mij aan, en op zoek naar vergelijkbare producties stuitte ik op deze dubbelaar van Warner, met de Complete Soloconcerten en een aantal kortere solowerken. Compleet is zoiets kennelijk nooit, want ook hier ontbreken een paar werkjes, maar deze cd is wel enig in zijn soort. Nog niet eerder verschenen de vijf soloconcerten van Alexander Glazoenov gebundeld. Het label Naxos komt met zijn Glazoenov Edition nog het dichtst in de buurt, maar daar zijn de diverse concerten niet met elkaar gecombineerd, maar met losse orkestwerken. De begeleidende tekst bij deze uitgave stamt van dirigent José Serebrier (Uruguay, 1938), die zonder te snoeven mag vertellen dat de overeenkomst tussen Glazoenov en Serebrier is dat ze beiden op hun zeventiende een eerste symfonie componeerden, en dat beroemde dirigenten de première dirigeerden. In Serebriers geval was dat niemand minder dan Leopold Stokowski. Serebrier dirigeert al vanaf zijn elfde, en heeft een kolossale discografie opgebouwd, waarin voor de verandering de namen van de grote meesters niet op de voorgrond treden. Zijn registratie van deze concerten is het directe gevolg van een complete opname van de negen symfonieën van Glazoenov, ook voor Warner, met het Royal Scottish National Orchestra. De Complete Concerten klinkt leuk, maar kan in de praktijk aardig tegenvallen, vooral wanneer ze uit praktische overwegingen bijelkaar gesprokkeld zijn uit diverse bronnen. Daar hoeven we hier niet bang voor te zijn, in vijf dagen werden de opnamen gerealiseerd, met dirigent en orkest als constante factor. De soloconcerten van Glazoenov hebben één ding gemeen: ze zijn doorgecomponeerd, een idee dat werd ingegeven door het vioolconcert van Mendelssohn - en ze zijn kort. Het Eerste pianoconcert is met zijn dertig minuten de kampioen. Overigens is Glazoenov in de uitwerking van het concept eendelig creatief te werk gegaan, iedere keer een andere oplossing. Glazoenov bemoeide zich laat met met het fenomeen soloconcert, zijn Vioolconcert ontstond in hetzelfde jaar als de achtste symfonie. De vier overige hebben nog hogere opusnummers. Het vioolconcert was een ogenblikkelijk succes, en alle grote violisten, te beginnen met Heifetz hadden en hebben het op hun repertoire. Het Saxofoonconcert, Glazoenovs laatste voltooide werk, is het andere werk dat repertoire gehouden heeft. Dat geldt niet voor de beide pianoconcerten, pianist Alexander Romanovsky heeft in dat opzicht veel minder competitie. Maar ook hier is Hyperion actief geweest, getuige deel 13 van The Romantic Piano Concerto, met Stephen Coombs als solist. Speciale vermelding verdient de Naxos uitgave, want daar speelt pianolegende Oxana Yablonskaya (1938) - een pianofenomeen dat altijd enigszins onder de radar gevlogen heeft. Samen met haar zoon, dirigent Dmitry Yablonsky verleent zij een epische kwaliteit aan deze muziek, die op deze manier boven zichzelf wordt uitgetild. Het orkest is niet altijd vlekkeloos, maar de spanning is om te snijden. Het celloconcert (want dat is het) Concerto ballata opus 108 is kennelijk het lelijke eendje onder deze vijf concerten. Behalve de verplichte opname op Naxos heb ik slechts één andere in mijn collectie kunnen opduiken, maar die is wel heel speciaal. Boris Pergamensjikov (1948-2004), was een groot en te bescheiden cellist, die niet onderdeed voor zijn landgenoot Rostropovitsj, en het is diep triest dat hij niet ouder werd dan vijfenvijftig jaar. Hij nam voor het label Schwann een pracht van een cd op met dit concert en twee stukken die onverklaarbaar ontbreken in de Warner uitgave: Melodie en Serenade espagnole opus 20. Op die cd staat ook nog het intrigerende celloconcert van Boris Tisjtsjenko. De dirigent is David Shallon (1950-2000), nog zo'n talent dat ons op de drempel van een grote carrière is ontvallen. Glazoenov mag er trots op zijn dat zijn laatste compositie, het Saxofoonconcert, tot op heden door niemand overtroffen is. Het aantal opnamen is net als bij het Vioolconcert niet bij te houden, maar ze bevinden zich uiteraard op verzamelingen van saxofoonconcerten. Alle grootheden op saxofoongebied komen langs: Arno Bornkamp, zijn aartsrivaal John-Edward Kelly en vele anderen. Marc Chisson past in de Franse saxofoontraditie met een beschaafde toon waarop de brutale jazz nog geen invloed heeft gehad. Dat past bij Glazoenov maar is ook een tikje tam. Serebrier stelt daar wel een soepele begeleiding en een romige strijkersklank tegenover. Terug naar waar ik begon: een handzame verzameling van de werken voor solist en orkest in één bundel. Nooit meer zoeken in talloze anthologieën, maar gewoon onder de G van Glazoenov. Het is José Serebrier en zijn solisten voortreffelijk gelukt. Uitstekende solisten, kwalitatief hoogstaand orkestspel en een goed uitgebalanceerde opname zorgen voor de ideale combinatie van ingrediënten voor een complete Glazoenov onder handbereik. index |
|