CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2011

 

 

Fuchs: Serenade nr. 1 in D, op. 9 –
Serenade nr. 2 in C, op. 14 – Andante grazioso & Capriccio op. 63

Kölner Kammerorchester o.l.v. Christian Ludwig

Naxos 8.572222 • 54' •

 

 

 


Wat verbindt de componisten Gustav Mahler, Erich Wolfgang Korngold, Richard Strauss, Hugo Wolf, Jean Sibelius, Franz Schmidt, Franz Schreker en Alexander Zemlinsky? Ze waren allen leerling van Robert Fuchs, docent aan het Weens Conservatorium van 1875 tot 1912. Johannes Brahms, doorgaans nogal terughoudend wanneer het om complimenten ging, zei over hem: ‘Alles ist so fein, so geschickt, so bezaubernd erfunden, das man immer Gefallen daran findet.’ Wat we daarbij wel in aanmerking moeten nemen is het feit dat Fuchs, net als Julius Röntgen – die ook vriendschappelijke banden met Brahms onderhield – in zijn muzikale vocabulaire wel heel dicht bij die van Brahms aansluit.

Robert Fuchs kwam in 1847 ter wereld in een klein dorpje in de Oostenrijkse Steiermark als jongste van dertien kinderen. Een oudere broer, Johann Nepomuk Fuchs, werd een internationaal succesvol dirigent. Robert speelde orgel, piano, viool en fluit, bekwaamde zich in contrapunt en becijferde bas, en vestigde zich als achttienjarige in Wenen, waar hij een mager loontje bij elkaar scharrelde als repetitor. Maar hij wist zich al snel in de kijker te spelen als componist, en in 1874 behaalde hij met zijn Serenade voor strijkorkest, opus 9, een doorslaand succes. Twee jaar later herhaalde hij het kunstje, en dat leverde hem de bijnaam Serenaden-Fuchs op. Er zouden nog drie Serenades volgen, een derde voor strijkorkest, de vierde voor strijkers en twee hoorns; de vijfde serenade is geschreven voor klein orkest.

 

Fuchs ging in 1912 met pensioen, en overleed in 1927, vier dagen na zijn tachtigste verjaardag; de festiviteiten bleken te inspannend voor zijn gezondheid. In het Wenen van Schönberg – die overigens grote waardering had voor Fuchs’ Eerste Serenade – waren inmiddels heel andere geluiden te horen, en Fuchs werd vliegensvlug vergeten.
Hij zou altijd een voetnoot in het boek van de muziekgeschiedenis zijn gebleven, maar de uitvinding van de compact disc besliste anders. Dankzij de kolossale hoeveelheid repertoire van ‘vergeten componisten’ waarmee de muziekliefhebber de afgelopen decennia wordt overspoeld, kunnen we opnieuw kennismaken met tientallen werken van deze toondichter: symfonieën, strijkkwartetten, vioolsonates, pianosonates en orgelwerken – Fuchs was elf jaar lang organist van de Hofkapelle in Wenen.

Dit is niet de eerste keer dat er discografische aandacht wordt besteed aan de Serenades, maar merkwaardig genoeg is dit de eerste moderne opname van de Eerste Serenade, en de kennismaking is aangenaam. Het is een geïnspireerd stuk vakmanschap, gebaseerd op Mendelssohns lichtvoetigheid, Schubertiaanse melodiek, en de harmonische fantasie van Schumann. Geen wonder dat het klinkt naar Brahms, maar dat mogen we ook weer niet overdrijven, want de beide Serenades van Brahms lijken in de verste verte niet op die van Fuchs.

Het Kölner Kammerorchester werd opgericht in 1923 door dirigent Hermann Abendroth. Vanaf 1964 stond het orkest onder de leiding van Helmut Müller-Brühl (1939), die het ruim vier decennia lang bestierde en honderden cd’s inspeelde, laatstelijk vooral voor het label Naxos. Hij werd in 2008 opgevolgd door de dirigent van deze opname, Christian Ludwig. Onder zijn nieuwe leider levert het orkest een uitstekende prestatie. We horen een klein bezet strijkorkest, dus de verzadigde klank van de Wiener Philharmoniker hoeven we hier niet te verwachten. Maar er is duidelijk hard en zorgvuldig gewerkt aan intonatie en frasering, en de opname is zeer transparant. Ideale muziek voor een mooie zomeravond.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links