CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2010

 

 

Fauré: La Bonne Chanson

Cinq mélodies ‘De Venise’ op. 58 – Clair de Lune op. 46:2 – Spleen op. 51:3 – Prison op. 83:1 – La Bonne Chanson op. 61 - Fantaisie op. 79 – Morceau de concours – Berceuse op. 16 – Sicilienne op. 78a (fluit en harp) - Une Châtelaine en sa Tour op. 110 – Impromptu op. 86 (harp solo).

Jasper Schweppe (bariton), Arthur Schoonderwoerd (piano) Eleonore Pameijer (fluit), Erika Waardenburg (harp)

FutureClassics 101 • 63' •

www.futureclassicsmusic.nl


Zijn serene Requiem maakt al meer dan honderd jaar deel uit van de top tien van Meest Geliefde Dodenmissen. Daardoor is Gabriel Fauré (1845-1924) opgenomen in het pantheon van grote toondichters, maar dan wel een die het grote publiek toch wat minder aanspreekt dan de fijnproevers. De selecte schare liefhebbers van het liedrecital kent hem door en door, en op pianorecitals worden zijn nocturnes en barcarolles in kleine porties uitgemeten, maar symfonieën, pianoconcerten of vioolconcerten heeft hij ons niet gegund. Zijn schitterende Ballade voor piano en orkest niettegenstaande, maar die is nu eenmaal te kort om als zelfstandig item in een abonnementsconcert te kunnen figureren – een enkele pianist combineerde dit opus nog wel eens met de Variations symphoniques van César Franck, maar ook dat heeft niet geholpen. Verder moeten de orkesten het doen met de populaire Pavane en twee orkestsuites uit theatermuzieken bij ‘Pelléas et Melisande’ en ‘Masques et Bergamasques’.

Bariton Jasper Schweppe is in het Nederlandse vocale landschap al een tijdlang actief (hij zingt in het Nederlands Kamerkoor), en presenteert hier zijn eerste volwassen cd als liedzanger. Schweppe komt uit een muzikaal nest: zijn vader had een succesvolle zangcarrière onder de naam Marius van Altena, maar werd geboren als Schweppe. Om verwarring met zijn zingende broer, tenor Reinier, te voorkomen koos Marius voor een onderscheidende achternaam. Zoon Jasper heeft het zingen dus met de paplepel ingegoten gekregen, maar hij kiest hier voor repertoire dat hem onderscheidt van zijn vooral in de ‘oude muziek’ werkzame familieleden. Op deze cd laat hij zich horen in repertoire dat overduidelijk zijn liefde heeft en waarin hij zijn zeer herkenbare stemgeluid alle kans kan geven om te stralen: liederen van Fauré.

Jasper Schweppe heeft een licht baritongeluid dat neigt naar het tenorale, een stem die door de Fransen met ‘bariton martin’ wordt aangeduid. Debussy schreef zijn Pelléas voor zo’n hoge bariton, en in Nederland ging collega Maarten Koningsberger hem in dit stemvak voor. Hij wordt door Arthur Schoonderwoerd gesecundeerd op een Erard-vleugel uit circa 1912, en de combinatie werkt wonderwel. Het lichte, doorzichtige timbre van de piano sluit perfect aan bij het natuurlijke, nooit geforceerde timbre van de zanger, waardoor er een speels element in deze mousserende muziek ontstaat die bij een zwaarder timbre niet mogelijk is. Het volkomen eigen karakter van Schweppes stemgeluid maakt vergelijking met grote voorgangers als Gérard Souzay en Bernard Kruysen daardoor in essentie overbodig.

Een hele cd vol liederen wordt door maar weinig muziekminnaars in zijn geheel beluisterd, zeker niet wanneer het ook nog om één enkele componist gaat. Om monotonie te voorkomen worden op deze schijf drie groepen liederen afgewisseld met intermezzi voor de bezetting fluit en harp. Werken voor die combinatie blijven normaal gesproken verstopt in specialistische recitals; ze krijgen in deze context een frisse belichting, en door de afwisseling boeit dit recital van begin tot eind. Daardoor ontstaan onverwachte kruisverbanden: het prachtige ‘Une châtelaine en sa tour’ voor harp solo vormt als vanzelf de perfecte overgang naar het eerste lied van ‘La Bonne Chanson’, waarin van diezelfde châtelaine sprake is. Eleonore Pameijer en Erika Waardenburg (lerares van Lavinia Meijer) zijn samen grootgegroeid in dit repertoire en weten hoe deze muziek moet sprankelen.

De opnamen zijn afkomstig uit verschillende windstreken. Jasper koos voor Zwitserland waar zijn vader de registratie overzag in een studio met weinig akoestiek maar maximale helderheid. Het resultaat brengt een intimiteit die bij de salons past waar deze muziek dikwijls ten doop werd gehouden – of uitgeprobeerd werd. De instrumentale delen werden in Nederland vastgelegd, in de wat warmere ambiance van het Penninckhuis te Deventer, waar Bert van Dijk de techniek verzorgde. De verschillen zijn duidelijk te horen, maar storen niet. De gedetailleerde toelichting beperkt zich tot de Engelse taal; de liedteksten zijn compleet afgedrukt.

FutureClassics is een ‘homemade’ label zijn dat wordt geproduceerd vanuit de huiskamer van Eleonore Pameijer en haar echtgenoot, componist Jeff Hamburg (made in the USA). Het concentreert zich in de eerste plaats op vergeten muziek van ‘ongewenschte’ – zo noemde men destijds de makers van 'Entartete Musik' - componisten, veelal van joodse afkomst, die hun carrière en hun leven verloren door rassenhaat en idiologische waan. Het is hartverwarmend om te zien dat ze ruimhartig kansen scheppen voor een talentvolle collega in het ‘grote’ repertoire. Daar is moed voor nodig


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links