CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2011

 

 

Rolande Falcinelli – Improvisations

Improvisation sur les noms de Franz Liszt et de Marcel Dupré (pour le centenaire de la mort du premier et de la naissance du second).
(Cathédrale de Belley, 25 juli 1986)

Improvisation sur un thème d'Eliane Lejeune-Bonnier
(Cathédrale de Belley, 21 juli 1980)

Improvisation sur un thème de Claude-R. Roland, et sur B-A-C-H (pour le tricentenaire de la naissance de Bach)
(Cathédrale de Belley, 17 juli 1985)

Improvisation sur un hymne à Saint-Anthelme
(Cathédrale de Belley, 17 november 1979)

Improvisation sur deux thèmes de Jean-Jacques Werner
(Cathédrale Saint-Louis de Versailles, 17 oktober 1982)

Improvisation sur un thème de Maurice Duruflé
(Saint-Etienne-du-Mont, 8 juni 1983 )

Rolande Falcinelli (orgel)

Editions Hortus 079 • 74' •

www.falcinelli.org

www.lenorealford.com/falcinelli.htm


Componiste, organiste, pianiste en pedagoge Rolande Falcinelli werd geboren in Parijs, op 18 februari 1920. Ze overleed op 1 juni 2006 in het Zuidfranse Pau. Ze begon haar studie piano en compositie in 1932 aan het Parijse Conservatorium. In 1940 nam ze orgellessen bij Gaston Litaize. In 1942 behaalde ze de tweede Prix de Rome. In datzelfde jaar studeerde ze na één jaar les in de orgelklas van Marcel Dupré aan het Parijse Conservatorium af met een Premier Prix. Dat was het begin van een glansrijke carrière op de orgelbank.

Falcinelli timmerde internationaal minder aan de weg dan haar studiegenote Jeanne Demessieux, maar in één opzicht werd ze haar de baas. Niet Jeanne Demessieux, maar Rolande Falcinelli volgde in 1955 haar leraar Marcel Dupré op als hoofd van de orgelklas van het Parijse Conservatorium. Ze bleef in functie tot 1986. In die hoedanigheid verwierf ze wereldfaam, met een lijst van pupillen waar je U tegen zegt. Odile Pierre, André Isoir, Daniel Roth, Jean-Pierre Leguay, Louis Robillard, Philippe Lefèbvre, Marie-Bernadette Dufourcet en Naji Hakim, en dat zijn dan alleen maar de bekendsten.

Het is nog steeds een triest raadsel waarom Marcel Dupré de sterleerling die hij sinds haar veertiende onder zijn hoede had genomen, Jeanne Demessieux, in 1947 als een baksteen liet vallen. Demessieux’ reputatie heeft er in Frankrijk zeker onder geleden, maar haar internationale carrière gelukkig niet. In een korte carrière – ze overleed al in 1968, slechts 47 jaar oud - wist zij zich verzekerd van een platencontract bij het label Decca. Een goede onderwijspositie in Frankrijk was echter niet haar deel – daar zorgde Dupré wel voor – en pas in 1962 verwierf zij de post van titulaire aan de Madeleine te Parijs. Hoe anders verging het Rolande Falcinelli. Al in 1946 werd ze benoemd tot titulaire van de Sacré-Coeur te Parijs, een positie die haar evenwel niet veel vreugde verschafte.

In de Sacré-Coeur moet gewijde stilte heersen, 24 uur per etmaal, behalve tijdens de eredienst. Dat is niet bepaald bevorderlijk voor muzikale activiteiten – en frustrerend voor de organist. Wanneer dan ook nog eens het kerkbestuur in je nek hijgt over een teveel aan dissonanten is de lol er snel af. In 1963 liet Falcinelli haar leerling Daniel Roth drie van de vier zondagen overnemen, en tien jaar later gaf ze er helemaal de brui aan. Voortaan concentreerde ze zich op componeren, lesgeven en concerteren.

Even terug naar 1947 en de breuk tussen Marcel Dupré en Jeanne Demessieux. De plaats van Demessieux werd kennelijk snel ingenomen door Falcinelli, want al in 1948 speelde zij in de Salle Pleyel in een serie van zes concerten de – tot op dat moment – complete werken van Marcel Dupré. Uit het hoofd! Nota bene op dezelfde plek waar Demessieux een jaar eerder door Dupré was gelanceerd als het nieuwe orgelwonder. Falcinelli bleef haar leven lang trouw aan de werken en theorieën van de Meester, en in dat opzicht was haar overlijden in 2006 dan ook het einde van een tijdperk.

Jeanne Demessieux en Rolande Falcinelli, het zijn namen die voor kenners een begrip vormen maar door het brede orgelpubliek vergeten dreigen te worden. Het label Hortus – en ook het Hollandse label Festivo – probeert de balans te herstellen. Op deze uitgave zijn zes improvisaties te horen uit de jaren 1980; vier ervan zijn gemaakt in de Kathedraal van Belley. Dat was de plek waar een van Falcinelli’s leerlingen in de zomer masterclasses organiseerde. Het publiek is onrustig, het instrument laat veel te wensen over maar aan de inspiratie van de Grande Dame mankeert niets. Falcinelli’s improvisaties zijn bepaald niet bedoeld om de oren te strelen of het orgel te laten jubelen. Zij schuwt de dissonant niet en heeft zich kennelijk verdiept in het componeren volgens de twaalftoonsmethode. In dat opzicht valt haar werk in dezelfde categorie als dat van Jean Guillou, ook al zo’n eigenzinnige improvisator die niets van gezellige deuntjes moet hebben. Maar wie zich de moeite en de inspanning getroost om deze buitengewoon virtuose, knap opgebouwde en kolossale werken te beluisteren kan slechts tot één conclusie komen: meesterlijk.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links