CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2018
|
Claude Debussy heeft met zijn 24 Préludes nog voor het omineuze jaar 1914 niet alleen de toon gezet voor het twintigste eeuwse 'klassieke' componeren voor de piano. Een minstens even belangrijk aspect wordt maar al te licht vergeten: de onbetwistbare invloed die hij met deze monumentale cyclus heeft uitgeoefend op de jazzmuziek, zoals die zich met name ontwikkelde in de tweede helft van de twintigste eeuw. Bill Evans is ondenkbaar zonder Claude Debussy. Wat maar al te licht over het hoofd wordt gezien is dat Debussy zijn inspiratie haalde bij (u raadt het) de jazz. Daarbij mogen we niet uit het oog verliezen dat de jazz die aan het begin van de twintigste eeuw overwaaide naar Europa nog lang niet de kenmerken had van het genre zoals wij het nu kennen. Het waren niet alleen de dansvormen (ragtime) en de blues die intrigeerden, het was de 'swing', dat ondefiniëerbare aspect van de jazzmuziek die maakt dat men niet kan blijven stilzitten. It don't mean a thing when it ain't got that swing. Over swing gesproken. Youtube stelt ons in staat om twee opnamen van Colliwog's Cakewalk op pianorollen te vergelijken: een van de componist en de andere van Sergej Rachmaninov. Die van Claude swingt als de neten, die van Sergej als een etude van Czerny. Via deze omweg komen we terecht bij een componerende pianist die al even tegendraads en avontuurlijk te werk ging als Debussy: Friedrich Gulda. Gulda werd geboren in Wenen, in 1930 en groeide dus op in een tijdperk waarin de jazz als 'entartete Musik' geen schijn van kan s had. Eenmaal volwassen haalde hij de schade in en besteedde een groot deel van zijn carrière aan het intrappen van heilige huisjes, een eigenschap die hij deelde met Debussy. Jazz werd een vast bestanddeel van zijn activiteiten en waar mogelijk combineerde hij de beide disciplines jazz en klassiek in zijn optredens. In 1969 begon zijn samenwerking met het label MPS, de afkorting van Musik Produktion Schwarzwald, een opnamestudio die zich specialiseerde in jazzmuziek. Gulda zou hier een aantal geruchtmakende titels opnemen, maar begon met de registratie van de 24 Préludes van Debussy. In het Debussy-jaar 2018 zijn ze heruitgegeven op cd, keurig schoongemaakt. Voor het eerst in bijna een halve eeuw mogen we hernieuwd kennis nemen met een pianist die de essentie van Debussy begrepen heeft. Alsof hij de noten ter plekke zit te verzinnen. Dit was in 1969 een revolutionaire kijk op Debussy, en dat is het nog steeds. Ondanks 'nieuwe' en gelauwerde inzichten van de celebrerende Krystian Zimerman en de calculerende Pierre-Laurant Aimard. Gulda rocks, don't miss it. index |
|