CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2016
|
De Australische componist Brett Dean werd geboren in Brisbane in 1961, waar hij altviool studeerde aan het Queensland Conservatorium. Aansluitend verhuisde hij naar Berlijn om zijn studie af te ronden bij Wolfram Christ, aanvoerder van de altvioolsectie van de Berliner Philharmoniker. In 1985 werd Dean daar aangenomen als altist, een functie die hij vervulde tot 1999. Hij ontwikkelde zich als improvisator en arrangeur, als componist is hij autodidact. Zijn eerste opvallende werk was het klarinetconcert Ariel's Music, dat hij schreef voor zijn broer. In Nederland viel hij op met een partituur voor Jiri Kylian en het Nederlands Danstheater, One of a Kind, waarin hij zijn kwaliteiten als arrangeur, improvisator en componist gelijkelijk laat horen. Indertijd (1998) is er een opname van verschenen op het label Channel Classics, die nog steeds te krijgen is. Het werk waarmee hij door toedoen van Sir Simon Rattle doorbrak was Carlo, een merkwaardige collage van elektronisch gemanipuleerde flarden van een madrigaal van Gesualdo, in combinatie met een vocaal ensemble en een klein strijkorkest. Het resultaat is van een bijna mystieke gelaagdheid die de oren doet spitsen door vervreemdende klankvondsten. Het label BIS heeft Brett Dean van meet af aan de ruimte gegund. Al in 2009 verscheen daar een cd met bovengenoemd Carlo, naast de Pastoral Symphony en Water Music; partituren die getuigen van Deans betrokkenheid bij het behoud van het milieu (BIS1576). Na het klarinetconcert schreef Dean een altvioolconcert voor zichzelf (2005), dat hij eveneens opnam voor dat label (BIS1696) - ik heb de cd hier besproken. Voor zijn vioolconcert The Lost Art of Letter Writing uit 2009 ontving hij de prestigieuze Grawemeyer Award. Ook dat werk verscheen op het label BIS, met Frank Peter Zimmermann als solist (BIS2016) Deze vierde uitgave van BIS staat in het teken van Beethoven, met als titel Shadow Music, ontleend aan een driedelig werk voor kamerorkest uit 2002. In datzelfde jaar ontstond echter ook een partituur voor de twaalf altviolisten van de Berliner Philharmoniker, met de titel Testament. Dean doet hier een poging om Beethovens wanhoop zoals die tot uitdrukking komt in het Heiligenstadter Testament in klanken uit te drukken. Dat doet hij ondermeer door de spelers een tweede strijkstok voor te schrijven die niet met hars behandeld is. Zo'n stok is spiegelglad en krijgt dus geen houvast op de snaren, waardoor een glasachtig geruis ontstaat. Hoge flageolettonen geven de tinnitus weer waar Beethoven onder leed, en flarden van Beethovens eerste Razumovsky strijkkwartet worden verwrongen weergegeven. In 2008 maakte Dean van dit stuk een versie voor een klassiek bezet orkest. Testament zit met een muzikale navelstreng vast aan een orkestratie van het langzame deel van voornoemd kwartet, Adagio molto e mesto. Ook hier weet Dean voor een vervreemdend effect te zorgen door een klarinet en een fluit dikwijls in unisono met de strijkers mee te laten spelen, waardoor een mistig klankeffect ontstaat dat de luisteraar doet ophoren. Aan het eind van het kwartet blijft de eenzame klarinet pianissimo hangen op een triller die de verbinding vormt met de nageboorte, het Testament. Etüdenfest uit 2002 ontstond uit een geleide improvisatie waarin ieder van de strijkende deelnemers moeilijke passages uit de literatuur ten gehore brengt. Alsof je op een zomerse dag langs een school met heel veel vioolstudenten loopt. Short Stories voor strijkorkest uit 2005 bestaat uit vijf vignetten met beschrijvende titels. Eén ervan, Komarov's Last Words, kennen we ook in een orkestrale gedaante; het werd door Simon Rattle opgenomen in een project rond de Planets van Holst, waarvan ik de cd-opname hier eveneens heb besproken. Shadow Music tenslotte, het werk waaraan de cd zijn titel ontleent, is een driedelige compositie waarin opnieuw de zorg doorklinkt die Dean bezighoudt wanneer het om de toekomst van ons leefmilieu gaat. Daarover is deze vorsende toonvinder bepaald niet optimistisch gestemd. Dean dirigeert zelf op deze opname het Zweeds Kamerorkest, een klein ensemble van 39 musici, dat pas in 1995 werd opgericht en domicilie houdt in Örebro. Met de componist aan het roer mogen we modeluitvoeringen erwachten, en zo klinkt het ook. Met een opnamekwaliteit die daarmee in de pas loopt en een kundige toelichting is dit een waardevolle aanvulling van hedendaags repertoire dat er werkelijk toe doet. index |
|