CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2020 |
In Nederland vliegt hij laag onder de muzikale radar, in de Verenigde Staten is hij al enige decennia een gevestigde naam: componist Richard Danielpour. Hij werd geboren in 1956 in New York, als kind van Perzische ouders. In zijn kindertijd bracht hij enige tijd door in Teheran, zijn schoolopleiding en muzikale vorming genoot hij in Amerika. Hij studeerde piano en compositie aan de Juilliard School en was zelf de pianosolist in zijn eerste pianoconcert. Danielpour ontwikkelde zich geheel in de geest van de tijd als serialist, maar liet net als zijn vakbroeders John Adams, Rouse en Corigliano die richting los om zich te 'bekeren' tot een toegankelijker idioom. Hij boekte daarmee dusdanige successen, dat het label Sony er brood in zag om hem een platencontract aan te bieden - daarmee was hij de eerste componist na Stravinsky en Copland. Helaas raakte de music industry in een crisis en stopte dat contract na drie cd's. Gelukkig werd Danielpour liefderijk omarmd door het label Naxos, waarop inmiddels een flink aantal titels zijn verschenen. Danielpour stamt uit een familie waarin zowel christelijke als joodse tradities voortleven, dus toen hij de opdracht ontving tot het schrijven van een passie koos hij ervoor om die ervaringen in zijn partituur te verwerken. Het libretto stelde hij zelf samen uit het joodse Oude Testament: Hebreeuwse bespiegelende teksten, onder meer uit de Psalmen en het Hooglied. De verhaallijn ontnam hij aan de vier evangeliën van het Nieuwe Testament. Hij noemt het werk The Passion of Yeshua, een andere spelling van de naam Jezus. De opdracht kwam van het Bach Festival Oregon, de SDG Foundation en het Buffalo Philharmonic Orchestra. Danielpours passiemuziek ging in première op 8 juli 2018, tijdens het Bach Festival in Oregon, door het Festival Chorus en Orchestra onder leiding van JoAnn Falletta. Falletta is al enige decennia chef-dirigent van het Buffalo Philharmonic, en op 13 en 14 april 2019 vonden daar twee uitvoeringen plaats, ditmaal met het Buffalo Orchestra en Chorus en een aanvullend koor van de Universiteit van Californië, waar Danielpour compositie doceert, en waar de passie intussen ook werd uitgevoerd. JoAnn Falletta noemt haar kennismaking met dit werk een life changing experience en zo dirigeert ze het ook. Het muzikale idioom waarvan Danielpour zich bedient is in hoge mate eclectisch. De partituur is doortrokken van zijn liefde voor Bach - het openingskoor is net als dat van Bach een sicilienne - maar er zijn onmiskenbare referenties aan Carl Orff, Stravinsky en Leonard Bernstein. Een belangrijke rol is weggelegd voor twee vrouwelijke karakters, Miryam Magdala (Maria, de moeder van Jezus) en Miryam (Maria Magdalena). Evangelist en Jezus vervullen dezelfde rol als in de Mattheus Passie, beide gezongen door een bariton. De mannelijke solisten zijn jong, getalenteerd en ruim tegen hun taak opgewassen. Sopraan Hila Plitmann is de enige solist met een reputatie, die ze hier door slordige intinatie en sleetsheid niet helemaal waar weet te maken. De grote verrassing is J'Nay Bridges, een mezzosopraan met een prachtstem, uitstekende techniek en het vermogen om het hart van de luisteraar te raken - gelukkig is ze bedeeld met twee mooie aria's. Het aandeel van koor en orkest is tot in de puntjes verzorgd - Falletta bewees in de ZaterdagMatinee al eens dat ze een uitstekende dirigent is. Haar oordeel: This is a classic for all time. De tijd zal het leren. index |
|