CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, januari 2011

 

 

Brian: In Memoriam – Festal Dance –
Symfonie nr. 17 – Symfonie nr. 32

RTE National Symphony Orchestra
o.l.v. Adrian Leaper

Naxos 8.572020 • 60’ •

www.havergalbrian.org

 

 


Elliott Carter (1908) is niet de enige componist die tot op hoge leeftijd productief is. Wat te denken van de Brit Havergal Brian (1876-1972), die tussen zijn vierentachtigste en zijn tweeënnegentigste levensjaar zijn symfonieën 17 tot en met 32 componeerde. Dat zijn er maar liefst zestien, een gemiddelde productie van twee per jaar! Daarnaast schreef hij ook nog eens vier opera’s. Niet dat Brian in de voorafgaande jaren stil zou hebben gezeten, want toen hij aan zijn zeventiende symfonie begon was hij al meer dan vijftig jaar onverdroten bezig. Zijn productie is dan ook kolossaal, met als blikvanger zijn eerste symfonie, The Gothic, die de Achtste symfonie van Mahler het nakijken geeft in omvang en bezetting, en om die reden in het Guinness Book of World Records is opgenomen als ‘largest symphony ever written’. Brian was al in de vijftig toen hij haar voltooide, en had er een krappe tien jaar aan besteed. De eerste professionele uitvoering vond pas plaats in 1966, in de Londense Royal Albert Hall, ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van de componist. Onlangs werd het werk voor de zesde keer in zijn bestaan uitgevoerd. De reeks symfonieën die er op volgden zijn wat ‘gewoner’ van opzet, maar dat het er 32 zijn geworden is opnieuw een record.

 
  Havergal Brian (1876-1972)

Havergal Brian was afkomstig uit een arbeidersgezin in de Stafforshire Potteries, niet bepaald een achtergrond waar – zeker in die dagen – kunstenaars en wetenschappers uit voortkwamen. Hij ging dan ook op zijn twaalfde in de leer bij een timmerman. Maar hij had een onstilbare muziekhonger en een ontembare schrijfdrift, en slaagde erin om ondanks ontberingen en tegenslagen een lang leven als componist te leiden. Daartoe veranderde hij zijn voornaam van William in Havergal – dat u die voornaam nog nooit eerder bent tegengekomen is dus niet vreemd. Het schijnt de achternaam van W.H.Havergal te zijn, een componist van psalmen en gezangen. Havergal Brian bouwde vriendschappen op met Edward Elgar en Granville Bantock, en in het begin van de twintigste eeuw had hij als nieuwkomer enige successen. Na de Eerste Wereldoorlog hoorde hij bij de generatie die zijn kansen had gehad, en werden zijn werken nauwelijks meer uitgevoerd. Pas sinds de jaren 1950 is er mondjesmaat weer wat belangstelling op gang gekomen voor deze noeste werker. Het label Marco Polo van Naxos-baas Klaus Heymann heeft daar in de beginjaren van de compact disc een leidende rol in gespeeld. Met de typische drang tot complete edities, die je ook op Naxos terugziet, werd er begonnen aan een Brian Edition, die evenwel nooit tot voltooing is gekomen. Maar wat niet is kan komen, en de oude opnames worden nu van Marco Polo naar Naxos overgeheveld. Dit is de zesde op rij, er is er nog één over, met de nummers 20 en 25. Wie weet zet Naxos de reeks voort.

Even voor de statistiek: op Naxos zijn nu de symfonieën 1, 2, 4, 11, 12, 15, 17, 18 en 32 verschenen, 20 en 25 nog te gaan. Op Hyperion is in de goedkopere Helios reeks nummer 3 verkrijgbaar. EMI heeft een dubbel-cd (her)uitgebracht met 7, 8, 9 en 31, maar die is niet meer te krijgen. Het Engelse label Lyrita heeft nummer 6 en 16 gecombineerd met de derde van Arnold Cook.

Havergal Brian behoort tot de generatie van Ralph Vaughan Williams en Gustav Holst, en zijn muzikale idioom sluit daar ook wel bij aan, maar hij is een stuk eigengereider en geeft de dissonant gaande zijn lange loopbaan steeds meer kansen. Wie wel eens muziek van Brian heeft gehoord weet dat dezelfde grilligheid die het werk van Charles Ives en Matthijs Vermeulen kenmerkt, ook bij Brian terug te vinden is. Voor wie nog nooit een noot van de man gehoord heeft, en dat zal voor velen gelden, biedt het internet uitkomst. Op de webpagina van de Havergal Brian Society zijn downloads van twee complete symfonieën beschikbaar (8 en 12). Ze komen in mono en het zijn zipfiles, dus u moet wel even knutselen. Laat u door het idioom van die twee werken echter niet misleiden, want Brian is een man met veel gezichten, en de romantische inslag van de vroege werken staat in schril contrast tot de modernere insteek van het latere oeuvre. En zeker op zijn oude dag werd Brian er alleen maar grilliger op.

De opname wordt aangevuld met twee lijvige en romantisch klinkende partituren, die Brian een halve eeuw eerder componeerde. Het symfonisch gedicht In Memoriam uit 1910 bestaat uit drie treurmarsen, en ademt de invloed van Richard Wagner zoals de Eerste symfonie van Charles Ives geheel in de geest van Dvorák is geschreven. De Festal Dance uit 1908 is een stuk vrolijker, à la manière de Till Eulenspiegel van Richard de Tweede; in het snelle slotdeel wordt een bekend kinderrijmpje uitbundig geciteerd. Volgens de toelichting gaat het om ‘Three blind mice’, maar ik ken het als ‘Kapiteintje leef je nog’. De originele band voor deze heruitgave werd gemaakt in Ierland, in juni 1992. Dirigent Adrian Leaper was ook verantwoordelijk voor de opname van Brians Vierde symfonie, een vocaal werk met de titel ‘Das Siegeslied’. Daarbij moest hij het doen met koor en orkest van Bratislava, niet zo’n voor de hand liggende keuze. Het National Orchestra of Ireland is dat wel, en is uitstekend tegen zijn taak opgewassen, en ook de opname komt prima uit de luidsprekers. Al met al een cd die door de breedte van zijn repertoire een mooi overzicht geeft van het componerende leven van Havergal Brian, want na Symfonie nummer 32 hield hij het voor gezien en componeerde geen noot meer.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links