CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2019
|
Het label Capriccio lijkt bezig te zijn met een heuse Braunfels Edition, al wordt er op de cd's zelf daarover niets gemeld. Maar op de achterkant van het boekje zien we afbeeldingen van cd's die in hun ontwerp dezelfde karakteristiek tonen. Op deze zevende uitgave staan twee orkestwerken: de Fantastische Erscheinungen über ein Thema von Hector Berlioz, geschreven tussen 1914 en 1917. Een vroeg werk, waaraan de componist begon toen hij 22 jaar oud was. Het andere werk is zijn laatste orkestpartituur: de Sinfonia brevis uit 1948. Walter Braunfels (1882-1954) was samen met de achttien jaar oudere Richard Strauss de meestgespeelde componist in de eerste helft van de twintigste eeuw. Bovendien bekleede hij de post van directeur van de Keulse Musikhochschule. Door zijn joodse afkomst werd hij in 1933 ongewenst verklaard en kwam zijn carrière tot stilstand. emigreerde niet, maar trok zich terug uit het openbare leven en componeerde nog slechts voor zichzelf, naar eigen zeggen unhörbare Werke. Na afloop van de oorlog keerde hij op zijn oude post in Keulen terug, maar voor zijn composities was geen belangstelling meer. Toen hij in 1954 overleed was hij vergeten, en dat zou nog decennia zo blijven. Pas toen het label Decca in het kader van het project Entartete Musik een opname realiseerde van zijn opera Die Vögel leefde de discografische belangstelling voor zijn composities weer op. In zijn jonge jaren was Braunfels gefascineerd door Hector Berlioz, en in het bijzonder door het Lied van de vlo uit La Damnation de Faust. Drie jaar lang werkte hij aan een reeks variaties op dit thema. Het werd een van zijn meest gespeelde orkestwerken, gedirigeerd door Bruno Walter (die de première bezorgde in 1920, in Zürich), en Wilhelm Furtwängler. Arthur Nikisch vond het te lang, en verzocht de componist om een ingekorte versie. Besloten werd om de negende Erscheinung te laten vallen, en dat werd sindsdien de standaard. Ook de enige andere opname van het werk, door Dennis Russell Davies en het Radio-Symphonieorchester Wien (cpo 999 882) laat dat deel weg (en maakt er keurig melding van). Gregor Bühl presenteert hier de complete partituur, en uiteraard maakt het boekje prompt melding van een wereldpremière. Dat betekent echter niet dat we voortaan de uitgave van cpo mogen vergeten. Russell Davies heeft een toporkest tot zijn beschikking en een rotsvast geloof in deze partituur - raadselachtig dat hij de vijf ontbrekende minuten niet even herstelde, er was ruimte voor. Het hoeft geen betoog dat Berlioz niet de enige inspiratie tot dit werk leverde. De Phantastische Variationen über ein Thema ritterlichen Charak ters van Richard Strauss, alias Don Quichote, zijn een minstens even belangrijk voorbeeld geweest. De Sinfonia brevis uit 1948 is illustratief voor de spagaat waarin Braunfels zich na vijftien jaar unhörbare Werke bevond. Het componeren moest na 1945 opnieuw worden uitgevonden, maar niet door de toondichters die door het Derde Rijk het zwijgen was opgelegd. Bernd Aloïs Zimmermann zag zich voor hetzelfde probleem gesteld en leefde lang genoeg om met Die Soldaten een geniale oplossing aan te dragen. Braunfels was te oud om de omslag te kunnen maken, en zijn Sinfonia is een werk dat zich niet onderscheidt van wat zijn leeftijdsgenoten elders componeerden - denk in Nederland aan Hendrik Andriessen, Lex van Delden of Guillaume Landré. Samenvattend: een waardevolle aanvulling van de Braunfels Edition. Niet om die ene ontbrekende Erscheinung, maar om de toewijding en zorg die door het label Capriccio wordt besteed aan de ontsluiting van het oeuvre van deze vergeten meester. Schepper van een onvergetelijk Te Deum...... index |
|