CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, augustus 2025

Brahms/Koncz: Klarinetsonate nr. 1 in f, op. 120 nr. 1 – nr. 2 in Es, op. 120 nr. 2 (bw. voor klarinet en orkest)

Rabl: Kwartet voor piano, klarinet, viool en cello in Es, op. 1

Daniel Ottensamer (klarinet), Christoph Traxler (piano), Noah Bendix-Balgley (viool), Stephan Koncz (cello), Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Stephan Koncz
Pentatone PTC 5187 425 • 61' •
Opname: 1 juli 2020 (Rabl), Loreley-Saal, Wenen; juni 2024 (Brahms), Sendesaal RBB, Berlijn

 

Rond 1890 verkeerde Johannes Brahms in een fase van creatieve lethargie en morbide preoccupatie met de dood. Daaruit werd hij in maart 1891 gewekt door ‘Fräulein Klarinette'. Dat was het instrument van Richard Mühlfeld, een violist in het orkest van Meiningen die op de klarinet was overgestapt. Voor hem schreef Brahms in een golf van inspiratie achtereenvolgens zijn trio voor klarinet, cello en piano opus 114, de beide klarinetsonates opus 120 en het klarinetkwintet opus 115. Sindsdien behorend tot de absolute top van het klarinetrepertoire, slechts geëvenaard door de klarinetwerken van Mozart, die eveneens kort voor zijn dood geïnspireerd raakte door de klarinet, met als gevolg het onovertroffen klarinetkwintet en het hemelse klarinetconcert. Wel jammer dat Brahms ons geen klarinetconcert heeft nagelaten.

Dat was ook een verzuchting van meesterklarinettist Daniel Ottensamer, soloklarinettist van de Wiener Philharmoniker. Daniel is de jongste loot van een Weense klarinetdynastie die begint bij vader Ernst Ottensamer (1955-2017), soloklarinettist van de Wiener Philharmoniker van 1983 tot zijn onverwachte overlijden. Zijn oudste zoon Daniel (*1986) werd in 2009 bij de Wiener naast zijn vader aangesteld als soloklarinettist. De jongste zoon, Andreas (*1989) was van 2011 tot 2025 soloklarinettist van de Berliner Philharmoniker.

Daniel Ottensamer is al sinds zijn jongensjaren bevriend met de eveneens in 1984 in Wenen geboren Stephan Koncz, cellist, componist, arrangeur en dirigent – in het dagelijks bestaan cellist in de Berliner Philharmoniker. Samen met pianist Christoph Traxler vormen ze een trio waarmee ze zich intensief bezig hebben gehouden met het fenomeen klarinettrio. Het resultaat is onder meer te horen op een Decca uitgave, The Clarinet Trio Anthology, een box met zeven cd's. Samen kwamen Daniel en Stephan tot de conclusie dat de beide klarinetsonates van Johannes Brahms een groter podium verdienen. In de woorden van Koncz: ‘Diese Stücke gehören in den Konzertsaal'. Koncsz heeft de daad bij het woord gevoegd, en zorgde voor een orkestratie die geheel in de geest van de meester staat. De klarinetpartij is noot voor noot overgenomen, en de pianopartij heeft alle kenmerken van Brahm's zeer persoonlijke instrumentatiekunst.

Daniel Ottensamer koos voor een opmerkelijke aanvulling, voor een al even opmerkelijke bezetting, van een componist die al snel de pen voor de baton verwisselde. Walter Rabl werd geboren in 1873 te Wenen, en viel al jong op door zijn talent als pianist. Na zijn opleiding in Wenen werkte hij als repetitor en dirigent. Als componist boekte hij al vroeg succes met kamermuziek en de opera Liane (1903), maar desondanks stopte hij op zijn dertigste met componeren. Hij werkte tot 1924 als dirigent en specialiseerde zich in het moderne repertoire van destijds, Strauss, Zemlinsky, Schreker en uiteraard Wagner. De laatste decennia van zijn leven bracht hij door als begeleider en coach van bekende zangers. Hij was getrouwd met de sopraan Hermine von Kriesten, destijds een bekende Brünnhilde en Elektra. Hij overleed in 1940 in Klopein, Karinthië.

In 1896 won de 26-jarige Rabl de eerste prijs in een prestigieuze competitie voor jonge componisten, uitgeschreven door de Wiener Tonkünstlerverein, met zijn opus 1: een kwartet voor klarinet, viool, cello en piano. Brahms was erepresident van de Verein en lid van de jury, en dusdanig met Rabl ingenomen dat hij hem aanbeval bij zijn eigen uitgever, Simrock. Die publiceerde het werk in het volgende jaar, samen met de Fantasiestücke voor pianotrio, opus 2, en twee bundels liederen, opus 3 en 4. Dat Rabl goed geluisterd heeft naar Brahms spreekt bijna vanzelf, maar Brahms heeft het succes van zijn inspanningen niet meer mogen meemaken. Hij overleed in het voorjaar van 1897.

Hoewel Daniel Ottensamer nauwe banden heeft met Wenen en de Wiener Philharmoniker, is Berlijn op deze cd prominent aanwezig, met in de eerste plaats Stephan Koncz, die niet alleen zorgde voor de schitterende orkestraties, maar ook het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin dirigeert. In het kwartet van Rabl neemt hij bovendien de cellopartij voor zijn rekening, bijgestaan door de concertmeester van de Berliner Philharmoniker, Noah Bendix-Balgley. Het spreekt vanzelf dat deze uitgelezen bezetting tot een schitterend resultaat heeft geleid, dat een onverwachte en overtuigend nieuw kijk op dit werk uit de herfst van Brahms' kunnen biedt. Met als fraaie toegift een onverwacht meesterwerkje van een jonge bewonderaar. Aparte vermelding verdient de doorwrochte toelichting van Malte Krasting, in het dagelijks leven dramaturg van de Bayerische Staatsoper. Een pracht van een cd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links