![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, juli 2016
|
In 'Een Dienstreis naar Stockholm' geeft Maarten 't Hart ongezouten zijn mening ten beste over het muziekklimaat in Zweden. Ik citeeer: *)
Franz Berwald (1796-1868) zou het bovenstaande zonder twijfel hebben beaamd. Ook hij werd als componist niet serieus genomen in Stockholm, en vestigde zich in Berlijn om carrière te maken als orthopeed - een vroege versie van de rollator is een van zijn uitvindingen. De jaren 1842-5 moeten in creatief opzicht de beste jaren van Berwald's leven zijn geweest; in die drie jaren componeerde hij vier symfonieën, waarmee hij weliswaar op korte termijn geen succes boekte, maar die hem een permanente plaats onder de grote toondichters van de negentiende eeuw hebben bezorgd. De eigenzinnigheid van Beethoven, het melodieuze gemak van Schubert, het kwikzilver van Mendelssohn en de bruisende romantiek van Schumann zien we verenigd in deze vier onsterfelijke scheppingen. Waren ze door één van de vier voornoemde meesters geschreven, dan zouden ze nu deel uitmaken van het vaste concertrepertoire. Helaas, ze zijn - ook in Zweden - maar zelden te horen. A Bassoon in Stockholm is de titel van deze cd. Het gaat om een instrument van de bouwer Samuel Wiesner, vervaardigd tussen 1817 en 1825, met in de oorspronkelijke kist een etiket met een adres in Stockholm. Die Stockholmse fagot bevindt zich in het bezit van Donna Agrel, die er inmiddels zo'n vijftienhonderd concerten op gegeven heeft. Reden om eens te kijken naar het repertoire dat destijds in Stockholm op dit instrument gespeeld had kunnen zijn. Een mager aandoende aanleiding, maar het opgenomen repertoire overstijgt de verwachtingen ruimschoots. Fagotvirtuoos, zanger, componist en Don Juan Edouard du Puy (1770-1822) trok van Parijs naar Stockholm, waar hij furore maakte als zanger, vooral in de rol van Don Giovanni. Ook bij de vrouwen en als bespeler van de fagot boekte hij successen. Voor dat instrument schreef hij - uiteraard in de stijl van Paganini - werken voor eigen gebruik, waarvan we hier een proeve te horen krijgen. Een kwintet voor fagot en strijkkwartet, dat eigenlijk een verkapt fagotconcert is. Maar het is Franz Berwald die deze cd zijn gouden randje verleent: twee geniale kamermuziekwerken van zijn hand werden vastgelegd, met als openingswerk het Septet voor klarinet, hoorn, fagot, viool, altviool, cello en contrabas. Ter afsluiting een Pianokwartet met de wonderlijke bezetting piano, klarinet, fagot en hoorn. Donna Agrell is al enige decennia fagottiste van het Orkest van de Achttiende Eeuw, en heeft zich hier omringd met collega's uit het orkest. Het resultaat is schitterend, en de aanwezigheid van Ronald Brautigam achter de fortepiano is de kers op de taart. ______________________ index |
|