![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2014
|
Er zijn Belgen die trots zijn op hun muzikale erfgoed. Een van hen is Luc Famaey, die een label heeft gesticht onder de titel In Flanders' Fields . De serie loopt in de richting van de honderd; dat ik hier nummer vijftien bespreek komt door Joseph Jongen. Onlangs verscheen deel 85, geheel gewijd aan Jongen. Mijn belangstelling voor Jongen werd ooit gewekt door zijn Concertante Symfonie voor orgel en okest. Een meesterlijk stuk, dat wereldwijd heel even uit de kast getrokken wordt om nieuwgebouwde orgels in te spelen. Eerder besprak ik hier een live-opname op het Schijven orgel van de kathedraal te Antwerpen. Op deze cd vinden we Deux Pièces opus 33: Clair de lune en Soleil à Midi. Karakteristiek voor een componist die opgroeide met de werken van zijn stadgenoot César Franck en daarna Claude Debussy assimileerde. Peter Benoit (1834-1901) gaat in België door het leven als 'de Vlaamse Brahms'; hij is de grondlegger van de Vlaamse nationale school. Dat horen we vooral terug in zijn latere grote werken voor koor en orkest. Zijn beide fantasieën ontstonden in Parijs, met name de derde had in zijn tijd veel succes. De schaduw van Chopin is in de verte waar te nemen, maar dat geldt voor alle pianomuziek uit die periode. Lodewijk Mortelmans (1868-1952) is een leerling van Benoit en verwierf vooral faam met zijn liederen. Een titel als 'Het wielewaalt en leeuwerkt' zou verzonnen kunnen zijn door de dichter Guido Gezelle, en zo klinkt de muziek ook. Aangenaam om naar te luisteren, maar in niets te duiden naar het jaar van ontstaan: 1921. De Nederlander Marinus de Jong (1891-1984) was op zijn beurt weer een leerling van Mortelmans. Hij begon zijn carrière als pianovirtuoos, een ervaring die in zijn latere composities doorsijpelt. Uit het grote oratorium 'Hiawatha's Lied' - in een Vlaamse vertaling van Gezelle - nam hij materiaal dat hij omzette in een paraphrase voor piano. Er zit tussen dit werk en de in 1950 gecomponeerde 'Schilderijen uit een Tentoonstelling van Vincent van Gogh' een flinke stijlbreuk. Kennelijk heeft de Jong in de tussenliggende jaren goed geluisterd naar wat er zich vlak na de oorlogsjaren afspeelde binnen de jongere generatie. Dit is muziek waarvoor we ook in Nederland wel eens wat meer interesse zouden mogen tonen. Met Victor Legley (1915-1994) stappen we met beide benen het naoorlogse muzikale klimaat binnen. In de Tweede pianosonate uit 1974 keert een sombere dissonante woede alsmaar op de dreunende basistoon Des terug - de gebarentaal is Lisztiaans maar het idioom klinkt naar Berg. In de Vierde en laatste pianosonate hanteert Legley een veel helderder klankspraak: Scarlatti door de bril van Stravinsky. Jozef de Beenhouwer heeft in België dezefde status als zijn leeftijdgenoot Roland Brautigam in Nederland. De Beenhouwer heeft zich toegelegd op het grote romantische repertoire en vooral de zijpaden daarvan. Hij levert hier een formidable prestatie, die niet voor niets tot stand kwam in samenwerking met de Südwestfunk. De internationale allure van zijn spel straalt af op het gekozen repertoire, dat hij bovendien in de annotaties zelf toelicht. Door de Schilderijententoonstelling van Marinus de Jong is deze cd ook in Nederland verplichte kost. Aarzel niet, het label hanteert de vuistregel 'op is op'.
index |
|