CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, februari 2012

 

 
   
   
   

(Jehan) Alain: Complete Orgelwerken

(volledige lijst onderaan de bespreking)

Jean-Baptiste Robin (orgel), Jehan Alain (orgel Les Fêtes de l’année Israélite)
Chœur et Orchestre de la Synagogue rue Notre-Dame-de-Nazareth o.l.v. Léon Algazi (Synagogue Music)

Opname 2009-2010, Église Saint-Étienne-du-Mont en Église Saint-Louise-en-l’Île, Parijs; Église Sainte-Radegonde, Poitiers; Cincinnati Museum Center, Ohio (Deuxième Fantaisie bonustrack)

Opname 1938, Synagogue de la rue Notre-Dame-de-Nazareth, Parijs (Les Fêtes de l’année Israélite, Synagogue Music)

Brilliant Classics 94233 • 72' + 72' + 79' • (3 cd's)


2011 was het jaar van Jehan Alain (1911-1940). Hij werd in 1940 tijdens een eenmanspatrouille door Duitse soldaten doodgeschoten, maar niet voordat hij zelf in zijn eentje zestien tegenstanders had omgelegd - hij kreeg er het Croix de Guerre voor. Jehan Alain was de zoon van organist Albert Alain, en de grote broer van organiste Marie-Claire Alain. Orgelspelen leerde hij van zijn vader, die een vierklaviers pijporgel in de huiskamer had gebouwd. Hij rekende Francis Poulenc en Olivier Messiaen tot zijn vrienden en heeft ondanks zijn vroegtijdige dood een aantal meesterwerken voor het orgel nagelaten.

Jubileumjaren zijn vaak bonusjaren voor verzamelaars, en in het geval van Jehan Alain is dat niet anders. De kwaliteit van zijn werk rechtvaardigt meer aandacht dan het gewoonlijk ontvangt. Dat werd in 2011 rechtgezet met maar liefst drie integrale registraties van zijn orgelwerken. De Noorse organist Lars Notto Birkeland bracht op het label Simax (PSC1314) een dubbel-cd uit. De Fransman Jean-Baptiste Robin volgde hem met deze drie cd’s, en als laatste bracht de kersverse organist van de Dom te Utrecht, Jan Hage, een integrale uit op het Hollandse label ToccaTa, eveneens op drie cd’s. Die hoop ik hier nog te kunnen bespreken.

 
 
Jehan Alain (1911-1940)

Jean-Baptiste Robin (1976) is componist en organist; als 23-jarige werd hij benoemd tot titularis van het beroemde Clicquot-orgel in de Kathedraal van Poitiers. Robin heeft zijn integrale verwezenlijkt op drie instrumenten. Voor de werken met een symfonisch karakter kiest hij voor het Cavaillé-Coll orgel van de Église Saint-Étienne-du-Mont, een vierklaviers kolos met 89 registers, en perfect toegesneden op de Litanies en de TroisDanses, Alains twee meestgespeelde partituren. Een voorgenomen orkestversie van de Trois Danses is er helaas nooit van gekomen. Voor de wat minder opulente werken koos hij voor het orgel van de Église Sainte-Radegonde te Poitiers van de bouwer Boisseau-Cattiau, een instrument uit 1997. Naarmate middeleeuwse meesters als Josquin hun sporen nalaten in het componeren van Alain ontstaat er een meer geserreerde stijl die mooi tot zijn recht komt op een instrument van Bernard Aubertin, een Franse bouwer die zich door noordelijke ideeën (Schnittger) laat inspireren. Hij plaatste in 2004 een nieuw orgel in de Église Saint-Luis-en-l’Île te Parijs.

Dat er stylistisch nog steeds veel wegen te bewandelen zijn met Alain wordt bewezen door opmerkelijke verschillen in interpretaties. In een overigens positieve en onderbouwde bespreking voor Musicweb-International merkt Dominy Clements op dat hij na het beluisteren van de openingstrack, Litanies, deze set het liefst in de prullenbak had willen gooien. Hij ergert zich aan het gehaaste spel en het tekort aan articulatie van Robin, en voert als lichtend voorbeeld de rustiger uitvoering van Marie-Claire Alain aan. Nu biedt Spotify ons in deze dagen van ongekende toegang tot muziekbestanden de mogelijkheid om Robin, Alain en vele anderen met elkaar te vergelijken. Iedereen kan dus vaststellen dat Mme Alain in de levendige gedeelten sneller is dan Robin, dat haar articulatie soms te wensen overlaat – en dat zij over het geheel een halve minuut sneller inklokt; dat komt vooral omdat ze over de bezonken passages heenspeelt. Persoonlijk heb ik nogal wat vragen over haar interpretatie, ook wat betreft registerkeuzes.

Robin heeft zo te zien alles wat Jehan Alain voor het orgel geschreven heeft, inclusief examenopgaven, hier vastgelegd, en voegt nog wat aardige extraatjes toe op de derde cd.
Om te beginnen een bonus-track, een live-opname van de Deuxième Fantaisie die hij speelt op het orgel in het Cincinnati Museum Center in Ohio. Een orgel zonder front, waarvan de ‘chambers’ geplaatst zijn rond een circelvormig auditorium waarin de speeltafel een centrale plaats inneemt. Het is een groot vierklaviers instrument met twee 32-voets pedaalregisters, gebouwd door Ernest M. Skinner (1866-1960). De dispositie is symfonisch met een minimum aan vulstemmen en een maximum aan achtvoets registers in alle mogelijke kleuren en sterktes, een heel bijzondere luisterervaring.
Vervolgens koos Robin voor historische documenten die deze uitgave op voorhand onmisbaar maken. Dat zijn de opnamen die Jehan Alain zelf heeft nagelaten. Helaas niet van zijn bekendste werken, maar van zijn arbeid in verband met de joodse gemeenschap in Parijs, rond de Synagoge in de Rue Notre-Dame-de-Nazareth. Het is gebruiksmuziek voor de joodse eredienst, simpel gezette traditionele melodieën, voor cantor (anoniem, maar uitstekend gezongen!), een klein koortje en orgel. Met het ‘Orchestre’ valt het wel mee, dat bestaat zo te horen slechts uit twee cello’s.

Samenvattend: een onmisbare uitgave voor een weggeefprijs, prachtig gespeeld en uitstekend opgenomen. Een waardige hommage aan een groot componist die zich in zijn beste werk kan meten met Langlais en Messiaen. Zijn latere werk vertoont een mooie synthese van de Franse katholieke mystiek en het sobere middeleeuwse contrapunt. In onze orgelcultuur verdient met name dat deel van zijn werk veel meer aandacht.

CD 1:
Litanies (1937) [4:26]
Intermezzo (1934-35) [5:40]
Trois Danses (1937-1938) [21:28]
Choral cistercien pour un élévation (1934) [1:52]
Église St.Étienne-du-Mont, Parijs (Cavaillé-Coll, 1863)

Deuxième Fantaisie (1936?) [7:35]
Suite pour orgue (1934-35) [17:23]
Choral Dorien (1935) [5:22]
Choral Phrygien (1935) [3:19]
Trois Minutes (1932) [5:48]
Église Sainte-Radegonde, Poitiers (Boisseau-Cattiau, 1997)

CD 2:
Variations sur un thème de Clément Jannequin (1937) [5:46]
Fantasmagorie (1935) [2:49]
Chant donné (1932) [1:28]
Deuxième Prélude profane (1933) [3:15]
Deux Danses à Agni Yavishta (1932/34) [4:32]
Aria (1938) [6:59]
Berceuse sur deux notes qui cornent (1929) [2:30]
Prélude (1935) [3:36]
Petite Pièce (1932) [2:39]
Postlude pour l'office de Complies (1930) [5:04]
Ballade en mode phrygien (1930) [2:22]
Berceuse (1936) [2:31]
Lamento (1930) [4:04]
Variations sur l’hymne «Lucius Creator» (1932) [3:47]
Monodie (1938) [2:13]
Complainte à la mode ancienne (1932) [0:41]
Climat (1932) [2:51]
Église Saint-Louise-en-l’Île, Parijs (Bernard Aubertin, 2004)

Fugue (1935) [3:17]
Premier Prélude profane (1933) [3:02]
Andante (1934) [4:51]
De Jules Lemaître (1935) [3:12]
Église Sainte-Radegonde, Poitiers

CD 3:

Variations sur un chant donné de Rimski-Korsakov (1930) [4:55]
L’Année liturgique israélite (1938) [7:13]
Fugue en mode de fa (1932) [1:11]
Le jardin suspendu (1934) [7:04]
Fugue sur un sujet de Henri Rabaud (1933) [4:34]
Verset-Choral (1931) [1:43]
Canon en mode dorien pour piano et harmonium (1932) [1:22]
Première Fantaisie (1933) [5:01]
Église Sainte-Radegonde, Poitiers

Deuxième Fantaisie (live opname, bonustrack) [6:32]
Cincinnati Museum Center, Union Terminal, Ohio

Les Fêtes de l’année Israélite [6:08]
Synagogue Music [33:38]
Synagogue de la rue Notre-Dame-de-Nazareth, Parijs


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links