![]() CD-recensie Problematische debuut-cd
© Paul Korenhof, december 2013
|
De in Riga geboren sopraan Marina Rebeka heeft de afgelopen paar jaren naam gemaakt in een repertoire van lyrische (coloratuur)rollen, maar als Mathilde in Guillaume Tell bij De Nederlandse Opera kon zij mij niet helemaal overtuigen. Zangtechnisch stond haar vertolking op hoog niveau, maar haar soms wat kille timbre sloot voor mij niet helemaal aan bij de romantiek van Rossini's partituur en de volwassen vrouwelijke warmte die Mathilde moet uitstralen. Bovendien miste ik een beetje het gevoel voor de Franse zangstijl, al moet ik toegeven dat zij op dat punt niet alleen stond, maar het grootste probleem was haar verstaanbaarheid, wat extra opviel omdat haar belangrijkste tegenspeler, de tenor John Osborn, juist op dat punt redelijk hoge ogen gooide, zeker voor een zanger die niet van huis uit Franstalig is. Bij de cd met Mozart-aria's waarmee Marina Rebeka zich hier presenteert, struikelde ik al in de eerste aria, Elettra's 'D'Oreste, d'Ajace' ( Idomeneo ), over hetzelfde euvel. Een recitatief vóór een aria dient om duidelijk te maken wat er aan de hand is, maar hier versta ik niet veel meer dan af en toe een paar woorden, te weinig om duidelijkheid te verschaffen, en met de aria zelf verging het mij nog slechter. Het tweede deel, vanaf 'Squarciatemi il core', lijkt zelfs meer een soort vocalise. Medeklinkers worden niet of onvoldoende gearticuleerd en het onderscheid tussen de klinkers is (te) gering, zodat uiteindelijk alleen de woorden 'un ferro il dolore' soms te verstaan zijn. Ook bij de aria's van de gravin uit Le nozze di Figaro is meelezen soms noodzakelijk, tenzij we natuurlijk alleen naar de muziek willen luisteren, en bij die van Donna Anna en Donna Elvira uit Don Giovanni lijkt het zelfs nog een graadje erger. Muzikaal scoort Rebeka beter, al blijf ik haar timbre koel en haar zang te afstandelijk vinden, maar als de tekst zo weinig aandacht krijgt, schiet onvermijdelijk ook de overdracht van emoties te kort. Haar Elettra mist vuurwerk en in 'Der Hölle Rache' worden de woorden van de Koningin van de Nacht niet als scherpe pijlen op de arme Pamina afgevuurd, maar lijkt het of zij alleen maar zingt om het publiek te laten horen hoe goed zij dat kan. Bij gravin Almaviva heb ik ook geen moment het idee dat zij weemoedig terugdenkt aan gelukkiger tijden, Zangtechnisch staat Marina Rebeka haar mannetje, hoge tonen kan zij er trefzeker uit gooien en coloratuurreeksen worden kundig gerealiseerd, maar aan haar legato, haar trillers en het exact vasthouden van een toon kan nog gesleuteld worden. In bravourerollen zal zij zeker grote successen boeken, maar toch kan op het punt van stemkleuren, controle van het timbre en expressiviteit een goede coaching geen kwaad - en zoals gezegd: aan dictie, articulatie en tekstbehandeling valt nog heel veel te verbeteren. Nadat ik het bovenstaande had geschreven, las ik het stukje 'Marina Rebeka on Mozart' in het cd-boekje. Daaruit blijkt dat we hier niet alleen te maken hebben met een cd waarbij een redelijk onervaren dirigent(e) aan een eveneens redelijk onervaren sopraan de touwtjes in handen gaf. Ook vertelt Rebeka dat zij voorafgaande aan de opnamen aan het in dit repertoire onervaren orkest de feitelijke en emotionele inhoud van iedere aria duidelijk heeft gemaakt. In het land der blinden is eenoog koning! Tot slot een woord over de eveneens merkwaardige opname met een weinig fraaie dieptewerking. De soliste lijkt op de voorgrond te staan, vlak achter of naast haar horen we eventuele solo-instrumenten en daar weer achter ligt het grote orkestlichaam, waarbij de klank meer een smalle ruimte dan een breed podium suggereert. Vreemd. index |
|