CD-recensie Bijzondere vrouwenportretten
© Paul Korenhof, juli 2019 |
Een bijzonder concept kan zelfs een steriele cd tot iets bijzonders maken. Nog leuker wordt het als een uitgave niet alleen onalledaags repertoire onder de aandacht brengt, maar dat ook doet met een presentatie op een opmerkelijk artistiek of esthetisch niveau. Opera Rara laat zijn geluidsdragers vergezeld gaan van boekjes om van te watertanden, het Franse repertoire wordt door Bru Zane uitgedragen in nóg luxueuzere boekwerken die zelfs een plaats in de boekenkast verdienen, en ook de grote maatschappijen zien meer en meer in dat een shabby plastic doosje reeds lang iedere aantrekkingskracht verloren heeft (als het die al ooit heeft gehad . . .). Een juweeltje van eigen bodem, in repertoire, uitvoering en presentatie met een fraai boekje op cd-formaat, is WOMAN - the making of . . . , waarop de Haagse sopraan Lilian Farahani zich uitleeft in twee liedcycli van de Amerikaanse componist Jake Heggie. Mijn keuze voor het woord 'uitleeft' noopt mij daaraan meteen toe te voegen dat we hier bij 'liedcycli' niet meteen moeten denken aan overwegend ingetogen bundels als Winterreise of Frauenliebe und Leben. Op papier lijken het inderdaad twee liedcycli, maar zoals Jake Heggie zelf in zijn introductie aangeeft, betreft het hier in feite gelede dramatische scènes. In Eve-Song (1995) op acht teksten van Philip Littell schilderde Heggie diverse stadia uit het leven van ons aller oermoeder Eva, die de mensheid in het verderf stortte door Adam te verleiden tot het eten van een verboden appel. Meer dan de vraag naar het waarom waren Littell en Heggie echter geïnteresseerd in Eva zelf, in haar verhouding tot Adam en haar omgeving, en vooral in haar relatie tot die vreemde God, die haar schiep als gelijkwaardige van de man om haar vervolgens via een vreemde causale constructie tot diens ondergeschikte te maken. Nog 'dramatischer' is het tien jaar jongere At The Statue Of Venus op tekst van Terrence McNally, een opdrachtwerk voor Opera Colorado dat nadrukkelijk als gesloten dramatische scène werd opgezet. Het 'verhaal' beschrijft in zes fases de gedachten van een moderne zakenvrouw die in een museum, 'bij het beeld van Venus', wacht op haar 'blind date'. Daarbij leren wij niet alleen haar twijfels kennen, maar krijgen wij ook inzicht in haar verwachtingen en het voor dit wellicht cruciale moment relevante deel van haar karakterontwikkeling. In een toelichting van Hein van Eekert geeft Lilian Farahani blijk van haar fascinatie voor beide composities en schetst zij ook een duidelijk verband. De combinatie van beide werken ziet zij als beeld voor de ontwikkeling van de vrouw, ten dele overigens gesymboliseerd door haar kleding. Nadat Eva heeft geleerd haar naaktheid te bedekken, maakt Rose in At The Statue Of Venus zich aanvankelijk juist zorgen of zij voor haar afspraak met een onbekende wel de juiste kleding gekozen heeft. Bij de karakterisering van moderne Amerikaanse muziek valt al snel het woord 'toegankelijk', vaak als een ietwat denigrerend cliché voor tonaal, melodisch en verstaanbaar. Dat geldt ook voor deze composities van Heggie, geschreven vanuit aandacht en respect voor zowel de tekst als de tekstmelodie, zonder harmonisch gefrutsel en semi-intellectuele intervalsprongen die niet alleen de aandacht van de tekst afleiden, maar die ook onverstaanbaar kunnen maken. Aandacht voor het libretto en de betekenis van de woorden vereist op de eerste plaats verstaanbaarheid en de mogelijkheid tot een natuurlijke, betekenisvolle frasering. Tot in het begin van de vorige eeuw was dat ook de essentie van het muziekdrama, maar na Alban Berg heeft de moderne muziek dit uitgangspunt geleidelijk uit het oog verloren. Zo niet Jake Heggie, die dat duidelijk demonstreerde in zijn opera's Dead Man Walking (2000), een van de succesrijkste Amerikaanse muziekdrama's van de afgelopen decennia, en in It's a Wonderful Life (2016), en die lijn vinden we terug in deze beide 'lied-scènes'. Dat een ondernemende, tekstbewuste zangeres als Lilian Farahani bij deze muziek terechtkwam, is niet verwonderlijk en het kleurenpalet in haar romige timbre leent zich uitstekend voor de talloze nuances in tekst en muziek. Al in de vocaliserende openingsmaten met een lichte reminiscentie aan Canteloube's Chants d'Auvergne, frappeert zij door de suggestie dat zij meer te bieden heeft dan alleen een fraaie notenweergave. Zodra de teksten op de voorgrond treden blijkt dat laatste overduidelijk, maar hoe verzorgd en betenisrijk Farahani's zang ook is, op sommige momenten in de Eve-Song klinkt die misschien toch net iets te opera-achtig. Een fractie minder vocale dynamiek zou daar de dramatische dynamiek ten goede komen. Nu dreigt haar voordracht soms zelfs even vermoeiend te worden, bijvoorbeeld door enkele fel aangezette momenten in 'Woe To Man', waar haar stem ook een fractie dichter bij de achterliggende pianoklank had mogen staan. In At The Statue Of Venus vindt zij echter een perfecte balans, ook in haar samenwerking met het uitmuntend ondersteunende pianospel van Maurice Lammerts van Bueren. Die samenwerking strekt zich overigens uit tot het schitterende boekwerkje waarin de cd verpakt is. Daarin vloeien de liedteksten organisch samen met de door Lammerts van Bueren gemaakte fotoreportage die muziek en tekst harmonisch omsluit zonder zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Eveneens de moeite waard is de toelichting waarin Hein van Eekert helder en onbetwistbaar signaleert dat ons beeld van Eva als aanstichtster van de zondeval niet berust op de Bijbel, maar op zowel joods-christelijke als mannelijk-chauvinistische manipulatie. Het is een houding die met graagte werd uitgedragen door de christelijke kerkvaders en die zo mogelijk nog sterker werd omarmd in fundamentalistische geledingen van de islam. Daarbij benadrukt Van Eekert eveneens dat in het werk van Heggie aandacht voor de vrouw meer dan eens samengaat met aandacht voor kunst. Wel is jammer dat in een geheel Nederlandse en gesubsidieerde uitgave behalve enkele namen geen woord Nederlands te vinden is. Die taal doet er kennelijk niet meer toe en impliciet geldt dat dan ook voor wie die taal spreekt. Het zou instanties als het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Amsterdamse Fonds voor de Kunst sieren, als zij aan hun financiële steun de voorwaarde verbonden dat er rekening werd gehouden met het Nederlandse publiek. Wie cultuur wil bevorderen, moet juist voorkomen dat uit arrogantie, snobisme of pure achteloosheid wordt voorbijgegaan aan dat deel van de bevolking, dat niet het kennisniveau bezit om alle Engelse teksten in een cd-boekje moeiteloos tot zich te nemen. index |
|