CD-recensie
© Maarten 't Hart, januari 2008 |
Dvorák: Celloconcert in b, op. 104 - Pianoconcert in g, op. 33. Jirí Bárta (cello), Martin Kasik (piano), Tsjechisch Filharmonisch Orkest o.l.v. Jirí Belohlávek. Supraphon SU 3774-2 (2 cd’s) • 81' • Twee cd’s voor deze twee werken die, als ze in een sneller tempo waren uitgevoerd, makkelijk op een cd hadden gekund. Akelig trage tempi dus in álle – in totaal zes – delen. Over het Celloconcert wordt vijf minuten langer gedaan dan enige andere opname in mijn bezit, over het Pianoconcert ruim drie minuten langer. De finale van het Celloconcert klinkt belachelijk traag. Goed, Dvorák schreef Allegro moderato voor, maar dit is een stroef Andante. Toch is de cellist, voor zover hier door de akelig slechte opname heen te luisteren valt, van grote klasse. Ook de solist in het Pianoconcert musiceert op hoog niveau. Het kan zijn dat ook het orkest goed is, maar de bedroevend slechte opname, als van de Supraphon-lp’s uit de jaren zestig, maakt het haast onmogelijk daar een goed oordeel over te vellen. Dvorák is in deze muziek nogal gul met paukenslagen, die hier bonken alsof ze op oliedrums terechtkomen. Alle tutti klinken geknepen. Dvoráks Pianoconcert is een onbevredigend werk waarvan nauwelijks goede opnamen bestaan. Dit had er echter één kunnen zijn, als de slechte opnametechniek hier niet in de weg had gezeten. Aan de pianist ligt het niet: die gelooft in zijn werk, zet er zich helemaal voor in, bedrijft magie in het langzame deel. Van Dvoráks Celloconcert bestaan zoveel prachtige opnamen (een van de hoogtepunten is Schiff op Philips) dat het zonde is om je geld aan deze uitvoering te besteden. Ondanks het feit dat de cellist voortreffelijk is, net als trouwens de anonieme hoornist die aan het begin een prachtige solopartij neerzet. Geen alternatief kortom voor de oude(re) opnamen. index |