CD-recensie

 

© Maarten Brandt, september 2022

Messiaen: Les offrandes oubliées – Poèmes pour Mi* – Chronochromie

Sarah Leonard (sopraan)*, ORF Vienna Radio Symphony Orchestra o.l.v. Michael Gielen
Orfeo C150131 • 59' •
Opname: nov. 1991, Konzerthaus, Wenen (Les Offrandes Oubliées); nov. 1996, Musikverein, Wenen (Poèmes pour Mi & Chronochromie)

   

Beweren dat de Duitse dirigent Michael Gielen (1927-2019) tot de meest veelzijdige dirigenten ooit behoort, of het moeten Hans Rosbaud, Bruno Maderna en Ernest Bour zijn, staat haast gelijk aan het intrappen van een open deur. Maar wie van de huidige en laat staan: opgroeiende generatie muziekliefhebbers kent deze namen nog? Verreweg de meeste orkestleiders, en de jongeren daaronder veelal evenzeer, reizen de wereld rond met een in de regel uiterst beperkt repertoire en een warsheid ten aanzien van de eigentijdse toonkunst , enkele uitzonderingen daargelaten. En natuurlijk zijn er, om ons nu tot de situatie bij ons te beperken, namen te noemen van veelzijdige dirigenten als Ed Spanjaard, Jac van Steen en Antony Hermus, waarbij zij aangetekend dat met name de twee eerstgenoemden – ondanks hun onbetwist enorme staat van dienst - in eigen land ternauwernood kansen krijgen geboden.

Hoogstaande ‘künstlerische Moral'
Maar goed, nu terug naar Gielen, een man die als een belichaming van de humaniora bij uitstek geldt en geheel in de traditie staat van muziekmaken in termen van een opperste staat van dienstbaarheid aan de componist. En wat méér is, dit in de praktijk heeft gebracht door uitdagende programma-combinaties in het leven te roepen, waarbij het voor de hand liggende per definitie door afwezigheid schittert. Daarbij was Gielen ook nog eens een enorme pedagoog (hij leidde tevens de nodige dirigentencursussen) met wat onze oosterburen een hoogstaande ‘künstlerische Moral' noemen.

Hoe veelzijdig diens oriëntatie is, daarvan geeft de monumentale en 10 riante cdboxen omvattende Gielen-Edition in alle toonsoorten blijk. De inhoud daarvan varieert van de grote klassieken via complete Bruckner- en Mahlercycli tot en met de meest uitgekiende composities van de onverdunde ‘hard core' avant-garde waarbij het adagium van Alban Berg ‘Men moet moderne muziek vertolken alsof zij klassiek is en klassieke muziek alsof zij modern is” tot ondubbelzinnig uitgangspunt dient.

‘Klassiek' in de ruimste zin van het woord mag men de klinkende erfenis van de nestor van de Franse avant-garde Olivier Messiaen noemen. Zelfs niet echt in de moderne muziek doorknede concertbezoekers kennen zijn naam wel. Daarbij valt bovenal aan zijn exuberante Turangalîla-symfonie een zekere cult status niet te ontzeggen, ook al kan het werk zich qua populariteit niet meten met menig werk van Pärt en Glass.

Klap op de vuurpijl
Het fascinerende van Messiaen is daarenboven dat hij absoluut niet met vooropgezette bedoelingen een aanzet heeft willen geven tot de avant-garde, ook al werd zijn pianostuk Mode de valeurs et d'intensités uit 1949 door Boulez en Stockhausen als een soort beginselverklaring daarvan gezien. Een van de eigenschappen van deze compositie is een hyperritmische gelaagdheid, een fenomeen dat we ook tegenkomen in zijn complexe en meest compromisloze orkestwerk Chronochromie dat in 1960 in Donaueschingen door Hans Rosbaud en het orkest van de Südwestfunk ten doop werd gehouden. De al eerder genoemde gelaagdheid van Mode de valeurs… wordt hier gecombineerd met uitgekiende symmetrische structuren, waarbij de zang van diverse vogels – zij het in zeer geabstraheerde vorm – als materiaal dient. Dit met als klap op de vuurpijl het voorlaatste deel, de Épode , waarin motieven van maar liefst 18 verschillende gevederde vrienden tot een ingenieus en meesterlijk polyfoon geheel zijn getransformeerd.

Ik ben het hartgrondig met Boulez eens, dit is Messiaen op zijn best en meest doorwrocht. En ook zijn meest ongenaakbaarst. Alleen moet je dat als dirigent wel overbrengen. Dus no nonsens en gespeend van onverschillig welke mooidoenerij. En dat is precies wat Gielen hier doet, als gevolg waarvan de puurheid en de kracht van deze nog steeds te weinig bekende en deels zeer weerbarstige muziek het volle pond krijgen, daarbij geholpen door een fraaie en scherp getraceerde opname, waardoor geen detail onderbelicht blijft. Of het bij Chronochromie (en de andere op bovenstaande disc gedocumenteerde vertolkingen) om live vastgelegde uitvoeringen gaat, kan ik uit het boekje niet opmaken. Maar mocht dit laatste het geval zijn, dan is mijn bewondering voor het resultaat nog groter, want er valt moeilijk een veeleisender opus van de Franse meester te bedenken dan dit magistrale en deels uiterst bonte orkeststuk waarin tevens een dankbare rol voor de slagwerkers (xylofoon, marimba etc.) is weggelegd, die al even imposant tot klinken komt.

Tederheid, devotie en mystiek
Geen groter contrast dan tussen Chronochromie en de twee andere werken, die de crème de la crème van de vroege Messiaen vertegenwoordigen. Hoezeer soms de geest van Debussy er nog in rondwaart, toch herkent men aan iedere noot en in het geval van de Poèmes pour Mi elke gezongen syllabe de hand van de maker. Tederheid, devotie en mystiek, daarvan is deze vervoerende en lyrische muziek tot in de kern doordesemd. En Sarah Leonard zingt de liederen die onder meer kringen om het thema van de tweelingziel, de hemelse geliefde, ja het aanbedene ‘tout court' duidelijk minder geparfumeerd dan Renée Fleming (wat niet perse als een waardeoordeel moet worden opgevat, want hier geldt dat over smaak niet valt te twisten) in haar in samenwerking met Alan Gilbert en het Orchestre de Radio France (Decca) gemaakte studio-opname. Waar niet over valt te twisten is dat het met de verstaanbaarheid van de tekst in het pleidooi door Leonard aanzienlijk beter is gesteld dan bij Fleming. Kortom, een schitterende productie die me nieuwsgierig maakt naar wat zich nog meer van Gielen in de archieven bevindt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links