CD-recensie
© Maarten Brandt, oktober 2007 |
Mahler: Symfonie nr. 8 in Es (Sinfonie der Tausend). Twyla Robinson, Erin Wall, Adriane Queiroz, Michelle DeYoung, Simone Schröder, Johan Botha, Hanno Müller-Brachmann, Robert Holl, Chor der Deutschen Staatsoper Berlin, Rundfunkchor Berlin, Aurelius Sängerknaben Calw, Staatskapelle Berlin o.l.v. Pierre Boulez. DG 477 6597 • 85' • (2 cd's)
.Lange tijd was het aan twijfel onderhevig of Boulez voor Deutsche Grammophon een complete Mahlercyclus zou vastleggen. De reeks begon medio de jaren negentig van de vorige eeuw met een van de beste Zesde's ooit waarvoor Boulez en Wiener Philharmoniker terecht een Edison in de wacht sleepten: Mahler benaderd vanuit de Tweede Weense School in het algemeen en Bergs Drei Orchesterstücke in het bijzonder. Daarna volgden de Zevende, de Negende en de Vijfde, stuk voor stuk symfonieën die tot de meest grensverleggende uit Mahlers oeuvre behoren. Gaandeweg kwamen tevens de andere nummers aan de beurt en nu is het geheel - op de onvoltooid nagelaten Tiende symfonie na (die Boulez indertijd wel voor CBS [later op Sony heruitgegeven] opnam - compleet. De Achtste werd tot het laatst uitgesteld, maar dankzij het prestigieuze en op initiatief van Daniel Barenboim en 'zijn' Staatskapelle in 2007 georganiseerde Mahlerfestival, kwam ook dit opus aan de beurt en werd Boulez gevraagd zich er over te ontfermen. Aansluitend aan het concert werd bovengenoemde studioregistratie vereeuwigd. Zoals de Mahlerkenner en -biograaf Henri-Louis de La Grange in zijn toelichting bij deze uitgave terecht schrijft is de Achtste geen symfonie met koor solisten en orkest, maar voor koor, solisten en orkest. Dat betekent dat alle betrokken partijen volstrekt evenwaardig moeten worden behandeld. Boulez heeft dat als geen ander begrepen en ook het opnameteam heeft zich dit feit aangetrokken. De solisten mogen zich weliswaar laten horen, maar worden niet geacht 'open doekjes' te scoren, onverbrekelijk onderdeel als zij zijn van de ingenieuze polyfone opzet waardoor deze symfonie, en speciaal het eerste deel ervan zijnde de befaamde Pinksterhymne Veni Creator Spiritus, wordt getypeerd. Effectbejag is bij Boulez over de gehele linie ver te zoeken. Hier niet, zoals bijvoorbeeld onder Solti (Decca) meteen tijdens de aanhef windkracht 10, maar een zich langs consequent volgehouden lijnen ontvouwend discours, waarvan de energie pas tijdens de gloedvolle doorwerking (Accende lumen sensibus) tot volle wasdom komt. Alles wat maar bij benadering zweemt naar holle pathetiek en het zich overschreeuwen (een reëel gevaar in dit werk) wordt door Boulez met strikte hand geweerd. Een verhaal apart is het rank opererende jongenskoor gedurende de inzet van het Gloria, dat ik zelden zo fraai heb horen realiseren. Frans klankbeeld Zijn hoogste troeven spelen Boulez en de zijnen uit in het tweede deel. Het uitvoerige instrumentale voorspel heb ik nog nooit zo onwrikbaar, ongenaakbaar en tegelijkertijd subtiel horen verklanken als in deze vertolking waarin Boulez niet alleen duidelijk maakt hoezeer deze muziek het nodige verplicht is aan Parsifal (en ook de Parijse versie van Tannhäuser) maar tegelijkertijd vooruitloopt op Schönbergs Gurre-Lieder. Het tempo is zeer breed, breder dan bij Haitink (Philips/PentaTone), Solti en Abbado (DG). Alleen de furtwängleriaanse Morris (Pickwick IMP Classics) is nog langzamer. Opvallend is ook - en dit is een bewuste keuze van Boulez - dat bijzondere instrumenten als celesta, harmonium, piano en mandoline niet altijd afzonderlijk hoorbaar zijn, maar dikwijls versmelten met het totaal. Het resultaat is een ondefinieerbaar fraai klankbeeld, dat haast Frans aandoet en waardoor Mahler niet alleen als een wegbereider voor de Tweede Weense School wordt gepresenteerd, maar ook als iemand die soms qua koloriet heel dicht in de buurt komt van Debussy. Soms springt met name het harmonium er wel uit en horen we een sonoriteit die karakteristiek is voor de ensembleklank van de in Schönbergs Verein für musikalische Privataufführungen gangbare transcripties van grote orkestwerken. 'tour-de-force' Bij een zo een omvangrijke cast als die van de Achtste Mahler is het een hele kunst een solistengroep bijeen te verzamelen die voor de volle honderd procent overtuigt. Hier is dit dan ook slechts gedeeltelijk gelukt. Johan Botha (alias Doctor Marianus) heeft een erg kelige stem en verkeert nogal eens in onbalans met het orkest (en daardoor met Boulez intenties' - zie hiervoor). Mooie bijdragen zijn er echter te beluisteren van Robert Holl (Pater Profundus), Simone Schröder (Maria Aegyptiaca) en Adriane Quieroz (Mater Glorioso). Ook Michelle DeYoung komt tot fraaie prestaties, hoewel haar vibrato veelal aan de (zeer) royale kant is. Het grootste probleem van deze uitgave is echter de opname. Daarin staat deze productie natuurlijk niet alleen. Mahlers Achtste is een dermate 'tour-de-force' dat men zich met recht kan afvragen of het wel mogelijk is deze compositie adequaat op een geluidsdrager te vereeuwigen. Echter (en dit zeg ik niet uit misplaatst chauvinisme) sinds ik onlangs de meerkanalige en in SuperAudio op PentaTone uitgegeven Haitink-uitvoering uit 1971 heb gehoord, ben ik daar anders over gaan denken. Koor, solisten en orkest zijn daar prima ruimtelijk gedefinieerd in een volkomen natuurlijk werkende zaalakoestiek. Het is bovendien de enige opname waarin (althans naar mijn smaak) de klank van het orgel niet alleen gedifferentieerd is, maar bovenal voorbeeldig is geïntegreerd in de totale opzet. Bovendien is het 'plafond' van het geluid hoog, waardoor er zelfs bij de meest overdonderende tutti's nog rek in het geheel zit. Dat is hier helaas niet het geval. Alleen al de dreunende pedaalklank van het verder plat overkomende orgel is zo overheersend, dat het luisteren tot een vermoeiende aangelegenheid wordt, speciaal in het eerste deel waarin dit instrument immers veel meer aan bod komt dan in het tweede. Daarentegen heeft het hoog in de luide passages vaak iets benepens. Ik ben dan ook benieuwd of DG nog voornemens is een meerkanalige c.q. SuperAudio-versie van deze productie uit te brengen. index |