CD-recensie

 

© Maarten Brandt, maart 2022

Jeths: Mors Aeterna* – Vioolconcert (Diptych Portrait)** – The Tell-Tale Heart***

Tasmin Little (viool)**, Juliane Banse (sopraan)***, Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. James Gaffigan*, Reinbert de Leeuw** en Jaap van Zweden*** Challenge Classics CC 72908 • 63' •

Live-opname: nov. 2015 (Mors Aeterna), mei 2010 (Vioolconcert), april 2018 (The Tell-Tale Heart), NTR ZaterdagMatinee, Grote Zaal, Concertgebouw Amsterdam

   

The Tell-Tale Heart (‘Het verraderlijke hart') is een van de gruwelverhalen – geschreven in 1843 - van de Amerikaanse meesterverteller Edgar Allen Poe (1809-1849) die op zeer jonge leeftijd aan tuberculose bezweek. In deze horrorgeschiedenis wordt – kort samengevat - een niet nader bij naam genoemd manspersoon ten tonele gevoerd die al vertellende beweert volledig goed bij zijn verstand te zijn en een moord pleegt. Zijn slachtoffer is een zich in een van de vertrekken van het huis waar de protagonist woonachtig is bevindende grijsaard met een gierachtig en door een vlies overtrokken blauw oog. Het is dit oog dat hem zodanig obsedeert en een negatieve haast numineuze* angst inboezemt dat hij hem uiteindelijk, zij het na de nodige en zeer grondige voorbereidingen, van het leven berooft. Na zijn daad snijdt hij het lichaam in een badkuip aan stukken om deze vervolgens onder de planken van de vloer te stapelen teneinde ze dusdoende aan de zichtbaarheid te onttrekken. Omdat van de oude man, het doelwit van de verteller, geruime tijd niets meer is vernomen, krijgt laatstgenoemde bezoek van drie politieagenten. Hij laat hen binnen en serveert hen drank en spijs. En stelt vervolgens alles in het werk met de dienstdoende officieren opgewekt over koetjes en kalfjes te keuvelen. Het geval wil echter dat de moordenaar langzaam maar zeker in de ban raakt van een bonzend geklop. Hij is de enige die dit hoort, dit steeds in intensiteit toenemende geluid en dat hij ervaart als het kloppen van het hart van de vermoorde man in kwestie. Het boezemt hem op een gegeven ogenblik dermate veel angst in dat hij zijn fatale daad luidkeels bekent.

Meesterzet
Dit gegeven boeide componist Willem Jeths, oud componist des vaderlands, uitermate en resulteerde in een in 2015 gereedgekomen opera, die hij een monodrama noemt. Dat wil zeggen een muziekdramatische compositie waarin slechts één zingend/handelend personage optreedt. Wie monodrama zegt, zegt natuurlijk ook Arnold Schönberg wiens éénakter Erwartung immers eveneens een dergelijke opzet kent. Daar komt nog bij, en dat is een meesterzet van Jeths, dat hij de rol van de verteller in een vertelster heeft veranderd. Het gaat dus zowel bij Schönberg als zijn latere Nederlandse collega om een vrouw die volledig ten prooi is aan een intrigerende en bijkans psychotische mentale crisis. Alleen al als gevolg van deze omstandigheid krijgt Poe's naar de keel grijpende literaire meesterwerk een nog aanzienlijk diepere gelaagdheid dan het verhaal zonder meer. Om niet te zeggen dat het gegeven in beide gevallen een onmiskenbaar archetypisch-psychologische dimensie krijgt van ronduit jungiaanse proporties, waarbij het uitgangsthema slechts dienst doet voor het belichamen van een hoogst enerverend en diepzinnig zielsconflict.

Verdrongen complexen
Om met dat oog te beginnen, niet alleen in tal van mythen van de bijkans ondateerbare oudheid tot aan vandaag de dag (die als het ware de uitkristallisatie zijn van onze collectieve dromen); ook in vele nachtmerries (de beleving van onze persoonlijke mythen) speelt deze een fundamentele rol. Het oog dat alles waarneemt, maar toch net niet (of slechts rakelings) de blik van de andere bereikt, die als gevolg van die ervaring van zijn of haar stuk wordt gebracht, omdat die duistere en numineuze kracht wat dat oog uitstraalt alle woorden – en daarmee eerst en vooral de ratio – in hevige mate tart. Hetzelfde oog dat ook kan staan voor verdrongen complexen, namelijk die van het onderbewuste. In dit geval het onderbewuste van die vrouw in Jeths' geniale mini-opera. Het aanzien van dat oog dat – zoals in Poe's vertelling valt te lezen – die voor de blik die hem treft haast niet valt te verdragen, ook niet wanneer er de dunste lichtstraal op wordt gericht. Het is geen toeval dat juist in dit tijdsgewricht, waarin zelfs het verschil tussen niet alleen man en vrouw, maar erger nog: ook dat tussen het mannelijke en het vrouwelijke steeds meer dreigt te worden ontkend, het thema van Poe en daarmee van Jeths' monodrama actueler dan ooit is.

Confrontatie
Jung spreekt in zijn dieptepsychologische en filosofische beschouwingen in het algemeen en zijn leer van de archetypen over de anima (het vrouwelijke in de man) en de animus (het mannelijke in de vrouw) in het bijzonder, dat de balans tussen die twee elementen een absolute voorwaarde is voor het bereiken van een heler mensbeeld. Voor de man is het dat vrouwelijke in zijn diepste onderbewuste wat hem in staat stelt ‘Das ganz Andere' te ervaren en voor de vrouw vice versa. Maar dan moeten we wel bereid zijn af te dalen tot in de uiterste krochten van het onderbewuste om die confrontatie aan te gaan en vervolgens alle oneffenheden uit de weg te ruimen. Alleen dan kan er een doorbraak, een transformatie plaatsvinden. In Erwartung is de dode man niets anders dan het beste, namelijk dat mannelijke in haar, dat ze heeft neergeslagen, heeft verloochend, maar waarvan de kracht toch van geen wijken weet. Vandaar die ultieme zoektocht in en door dat dichtbegroeide woud met vlak voor het slot het visioen van dat reeds genoemde ‘ganz Andere'. Voor de vertelster in Jeths' muziekdrama symboliseert die oude man ook bovenstaande dimensie, maar ook zij verdringt het tot iedere prijs, met die vreselijke moord tot gevolg. Toch blijft zijn hart kloppen, want de stem van het onderbewuste laat zich uiteindelijk met geen mogelijkheid onderdrukken. De stem die alleen zij of hij hoort die het aangaat. Dus niet die drie politieagenten die als het ware de attributen of gereedschap van de ratio verbeelden, en daarmee komt men er niet. Integendeel, op het moment suprême moet men die loslaten. Niet voor niets maakte de spontane en vrije associatie naast de betekenis van dromen zo'n vitaal onderdeel uit van de psychotherapie van Jung en zijn volgelingen.

Gedroomde kandidaat
Muzikaal is er een wezenlijk verschil op te merken tussen Schönberg en Jeths. In Erwartung is immers sprake van de meest radicale vorm van atonaliteit waarin elke vorm van herhaling ontbreekt, en de luisteraar als een soort losgeslagen stuk drijfhout in het drama wordt meegezogen. Jeths schuwt daarentegen herhalingen niet, en tonale en modale elementen al evenmin, zonder daarmee in de fuik van neoromantiek te lopen. Want op zijn onvervreemdbaar eigen wijze zou The Tell-Tale Heart nooit tot stand hebben kunnen komen zonder de uiteenzettingen van de componist met de composities van bijvoorbeeld Mahler, Schönberg, Berg en Ligeti. Zo is het beroemde doodsakkoord uit Mahlers Tiende symfonie ook hier onomstotelijk aanwezig, maar dit niet zonder meer. Op een specifieke plaats is sprake van een breking van dit akkoord op een wijze die gelijktijdig even duidelijk verwijst naar de samenklank die de moord op Lulu in Bergs gelijknamige opera markeert. Het gevolg van deze aanpak is dat de citaten eigenlijk niet of nauwelijks als zodanig overkomen, zo nadrukkelijk zijn ze versmolten met Jeths' eigen syntaxis en vocabulaire. Ligeti is daarbij niet zozeer in muzikale alswel ideële zin aanwezig, namelijk als meester in het creëren van ‘nabeelden', dus van samenklanken die, als ik me die terminologie mag veroorloven, “blijven naklinken op het netvlies van het oor”, wat tussen haakjes weer een pracht van een associatie oproept met de belichaming in klank van de angst van de vrouw voor dat oog. De tekst wordt in het Engels gezongen, waarbij Carl Alphenaar de inhoud van Poe's verhaal op grandioze wijze in een libretto heeft gegoten. En Juliane Banse is de gedroomde kandidaat voor dit werk, getuige een balans tussen een – zowel uiterst fijnzinnig als hyperexpressief gebruikte - stem en orkest die magistraal is. Overigens is het opvallend dat het symfonische ensemble niet zelden van een kamermuzikale intensiteit is, iets waardoor de climaxen die het stuk ook telt extra reliëf verkrijgen. En daarin schuilt overigens toch weer een duidelijk overeenkomst met Schönberg. Jaap van Zweden haalt daarbij het onderste uit de kan van een van A tot Z uitmuntend spelend Radio Filharmonisch Orkest waarvan het resultaat voorbeeldig in de bytes is gevangen.

Reis
Dit alles gaat tevens onverminderd op voor de beide andere werken op deze prachtig gedocumenteerde cd (met een diepgravend essay van Bas van Putten), het in opdracht van de NTR ZaterdagMatinee geschreven Mors Aeterna (2015) alsmede het op verzoek van diezelfde instelling ontstane Diptych Portrait bijgenaamde Tweede vioolconcert (2009). Eerstgenoemd stuk behoort tot de meest verstilde uitingen van Jeths en is mede te beschouwen als een voorstadium van zijn Requiem. Zo passeert tegen het einde van dit Mors Aeterna een ontroerende en berustende koraalachtige passage in de strijkers de revue die in deze dodenmis meer dan eens zal terugkeren. Drama, maar vooral ook dromerigheid en melancholie zetten de toon in het  Tweede vioolconcert, waarin niet alleen de solist, maar ook het orkest dikwijls excelleert in iriserende sonoriteiten, in een fijnzinnig en soms – wat overigens niet wil zeggen dat enkele grote tutti-uitbarstingen ontbreken - zelfs fragiel palet, getuige speciaal het verstilde slot van dit exquise brok muziek.

Op een andere, en positievere manier dan in de bloedstollende Poe-opera, gaat het ook hier over leven en dood, waarbij het orkest veelal de soloviool schaduwt (vandaar de benaming Diptych Portrait) op een soort reis die, hoe men het ook wendt of keert, suggereert dat de stoffelijke dood geen definitief einde is, maar de overgang naar een voor ons vooralsnog onbekende dimensie, hetzelfde wat Berg in zijn Vioolconcert deed (ik kan het me verbeeld hebben, maar ergens meende ik een heel kort citaat uit Bergs Dem Andenken eines Engels te bespeuren). Tasmin Little, maar ook Reinbert de Leeuw en – in Mors Aeterna – James Gaffigan verrichten ware wonderen. Een schitterende cd dus die, het zij ten overvloede gezegd, nog eens het ultieme belang van de ZaterdagMatinee onderstreept, want waar zouden dergelijke producties, in een tijd waarin de muziek van eigen bodem verder nauwelijks meer aan bod komt, nog tot klinken komen?

______________
*) Het numineuze hier niet op te vatten als een het verstand te boven gaande gelukzalige, maar eerder hel-achtige ervaring


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links