CD-recensie

 

© Maarten Brandt, september 2014

 

Henze: Symfonie nr. 2 - Symfonie nr. 10
Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin o.l.v. Marek Janowski

Wergo WER 67252. 57'

Opname: augustus 2012 (Tweede symfonie), juni 2013 (Tiende symfonie), Haus des Rundfunks, Sendesaal 1, Rundfunk Berlin-Brandenburg

www.wergo.de

   

Hans Werner Henze (1926-2012), de onbetwiste grand seigneur van het naoorlogse Duitse componeren, heeft het noodlot, in tegenstelling tot zijn eerbiedwaardige voorgangers Bruckner en Mahler, met succes weten te tarten. En wel door na zijn door de recente historie in menig opzicht beladen en extreem tragische instrumentaal-vocale Negende (1997) nog een Tiende symfonie te schrijven en. met succes te voltooien! En sterker nog, daarna nog menig werk te schrijven alvorens het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen. Met de grootse, tot de nok toe dramatisch geladen en voor het eeuwfeest van de Berliner Philharmoniker vervaardigde duistere Zevende symfonie (1983/84) is de aanzienlijk lichter getinte Tiende - waarvan Henze de aanleiding tot het ontstaan had te danken aan de bevriende dirigent Simon Rattle met als verzoek een stuk te schrijven die zijn (dus Rattle's) persoonlijkheid zou reflecteren - de meest klassieke van Henze's symfonische corpus. Zo zijn beide werken, anders dan de overige acht symfonieën, vierdelig. Opvallend aan de Tiende is bovendien de economische wijze, en hierin schuilt een wezenlijk verschil met de hyperoverladen Zevende, waarop het uitvoerige orkestapparaat is ingezet. Tijdens de hoekdelen wordt de volledige bezetting aangesproken, maar in het langzame gedeelte ('ein Hymnus') en het derde deel ('ein Tanz') staan de schijnwerpers op het strijkorkest, respectievelijk piano, blazers, enkele contrabassen en slagwerk gericht. Dit met als gevolg een uiterst afwisselend en contrastrijk geheel dat in zoverre met Rattle's persoonlijkheid correspondeert dat er diverse en veelzijdige karakters er in worden belichaamd en veelzijdigheid is een eigenschap bij uitstek van deze dirigent. Uit de titels van de delen gelieve men niet op te maken dat hier ook maar bij benadering sprake zou zijn van programmamuziek. Ze hebben slechts een evocatieve betekenis. Niet meer en niet minder. En de luisteraar mag zijn fantasie daarbij de vrije loop laten.

Idolen
Niet dat in de Tiende symfonie de dramatiek volledig door afwezigheid schittert, maar de grondtoon is niettemin veelal ongeveinsd optimistisch, zeker in vergelijking met die gigantische Negende, die in het teken van tegen onverschillig welke vorm van totalitair denken doordesemde sombere kolos voor gemengd koor en groot orkest. Dat blijkt al meteen uit het beurtelings onderhuids, onverhuld extatisch en vol veerkrachtig elan stekende openingsdeel van de Tiende, dat het eerst gereed was en als afzonderlijk symfonisch gedicht op 30 maart 2000 door het City of Birmingham Symphony Orchestra onder Rattle ten doop werd gehouden. De eerste uitvoering van de complete symfonie, die Henze aan de nagedachtenis van Sacher (medeopdrachtgever van het werk) opdroeg, had op 17 augustus 2002 in Luzern plaats en kwam voor rekening van dezelfde uitvoerenden. De liefde voor het leven in al zijn gradaties wordt bezongen in dat schitterende langzame deel voor strijkers, waarin - zij het zeer op de achtergrond - de muziek van twee van Henze's grote idolen, te weten Alban Berg (Lyrische Suite) en Karl Amadeus Hartmann (Vierde symfonie voor strijkorkest) meeresoneert. Tederheid en hartstocht strijden hier voortdurend om het voorste gelid. De daaropvolgende 'Tanz' voert Henze de Bourgondiër ten tonele en kan dus als het meest aardse onderdeel van dit symfonische vierluik worden beschouwd. Anders dan het gelijknamige demonische openingsdeel van de hartverscheurende Zevende symfonie zetten hier voornamelijk lichtvoetige, zij het soms markant geslepen, accenten de toon.

Apart coloriet
Lichtvoetigheid is niet bepaald het trefwoord om de finale ('Ein Traum') mee te typeren. Qua cadans doet dit enerverende en uit donker getimbreerde halftinten opgetrokken brok muziek (instrumenten als de alt- en basfluit, de Heckelphon - baritonhobo -, de contrabasklarinet en contrafagot verlenen aan het geheel een zeer apart coloriet) zowel aan het orkeststuk 'Barcarola' (1979/80) als aan het slotdeel van de Zevende symfonie denken. Zij het dat in het geval van de Tiende de 'Verklärung' het laatste woord heeft. Namelijk in de zin van een positief open einde met een helder uitzicht op het onverwoordbare onbekende. En hierdoor krijgt deze symfonie met terugwerkende kracht toch een onmiskenbaar eschatologische inslag, als gevolg waarvan het werk in de geest - maar niet qua stijl, integendeel - verwant is te noemen met de beide Negendes van Bruckner en Mahler. Ook al omdat de finale van Henze's laatste symfonie in een breed-uitwaaierend tempo verloopt. Ergo, net als in alle andere symfonieën van Henze, die met Hartmann ondubbelzinnig de grootste post-mahleriaanse symfonicus was uit het Duitstalige gebied, is ook de Tiende op te vatten als een dialoog met de traditie en als zodanig een in vier etappes verlopende reis door het muzikaal-collectief onderbewuste van die traditie, wel te verstaan de centraal-Europese.

Balsem
Van de Tiende ken ik drie uitvoeringen. Te weten: deze nieuwe onder Marek Janowski, een vertolking door het Orchestre Nationale de Montpellier met als dirigent Friedemann Layer (Accord) en een - helaas niet commercieel uitgebrachte - radio-opname van de al gesignaleerde vuurdoop in Luzern door het City of Birmingham Symphony Orchestra onder supervisie van Simon Rattle. Janowski's lezing is echt 'no nonsense', maar wel uiterst helder van contour. Zodat - mede dankzij de transparante opname - geen detail aan het oor ontsnapt. Maar het karakter van het openingsdeel - 'Sturm' - is me te weinig opwindend en, indachtig de titel, stormachtig. En dat is het al evenmin bij Layer. Nee, dan Rattle, bij wie werkelijk alles de pan uit swingt en de vonken bij wijze van spreken uit de luidsprekers komen, terwijl de opname aanzienlijk minder gedifferentieerd is dan bij zowel Janowski als Layer. In de 'Hymne' speelt Janowski zijn hoogste troeven uit; de strijkers van het Berlijnse radio ensemble zijn een ware balsem voor het oor! Daarentegen vind ik de 'Tanz' bij Janowski te 'wuchtig' en mede daardoor bij vlagen voldoende veerkracht ontberen. Hier weten zowel Layer als Rattle het karakter veel beter te treffen. Iets dat zeker ook aan het tempo kan liggen, want Janowski heeft met speelduur van ruim 9 minuten anderhalve minuut meer nodig dan zijn beide kompanen.

Oceanische oneindigheid
In de finale is Janowski, anders dan in het dansdeel, juist minder langzaam (9'54) dan Layer en Rattle (beide tegen de 11 minuten) en dat wreekt zich in het geval van eerstgenoemde. En wel omdat de 'no nonsense' benadering van Janowski deze trajectmatige en bijna ritualistisch overkomende muziek van haar mysterie berooft; het slot werkt zelfs nogal kortademig. Vergelijk dit met Rattle die het discours voorbeeldig laat 'uitmeren', met als impressie een rivier die zich in de oceanische oneindigheid van de zee verliest. Daar staat tegenover dat de definitie van de bijzondere en hiervoor al genoemde blaasinstrumenten via de Wergo-opname haarscherp tot haar recht komt. Te scherp bijna, en dat draagt allerminst bij tot het mysterie dat hier wordt uitgedrukt (mede dankzij de mengkleuren die Henze hier duidelijk heeft nagestreefd), het mysterie van een geheimzinnig vaarwel, waarvan de muziek zich volgens de componist beweegt "in einer Klanglichkeit, die ganz weit entfernt ist von den Schrecken und Kümmernissen der Zeit, in der wir leben und sterben müssen und zu der einem wie mir nichts anderes mehr einfällt als die Ablehnung, die Abwendung, die Absage, der Abgesang, der Abschied." Dat is helaas een dimensie die aan Janowski minder is besteed dan het technisch in klinkende munt omsmeden van het partituurbeeld, want daar valt op zich - zeker wanneer het gaat om de definitie van de elkaar al dan niet overlappende gelaagdheden - niets op aan te merken.

Dramatische zeggingskracht
In de vijftig jaar voor de Tiende in eerste aanzet gereed gekomen en beduidend kleinschaliger geconcipieerde driedelige Tweede symfonie (1950/1961, we horen hier de herziene versie uit laatstgenoemd jaar) liggen de zaken wat de interpretatie betreft niet anders. Ook hier gaat Janowski voor in een nuchtere vertaling van het notenbeeld. Anders dan Henze zelf (die het werk - eveneens in de versie uit 1961 - voor DG met de Berliner Philharmoniker opnam), die zich trouwens enorme vrijheden in tempo permitteerde, houdt Janowski zich precies aan datgene wat er in de partituur staat. Hier dus, net als in de Tiende, geen muziek 'tussen de noten' maar slechts - maar dat dan wel op buitengewoon hoog niveau - het weergeven van de noten zelf en niets anders. Overigens is het merkwaardig dat dit pas de tweede opname is van een werk, dat qua dramatische zeggingskracht niet minder toegankelijk is dan Mahler, maar dat door alle orkestleidingen consequent, zoals zoveel andere 20 ste eeuwse composities, wordt genegeerd. Dit terwijl als er één stuk is dat zich moeiteloos met repertoire uit alle tijden en windstreken laat combineren het wel Henze's om en nabij de achttien minuten durende en doorgaans sterk tonaal georiënteerd zijnde Tweede symfonie is, die ook qua bezetting geen exorbitante eisen stelt.

En hiermee is de eerste integrale cyclus van de tien symfonieën van Hans Werner Henze een gegeven. En dat is op zich een wapenfeit dat aan de balk mag, een prestatie die door de bank genomen allerwege aandacht verdient met, wat mij betreft, als hoogtepunten de releases met de Achtste (uiterst fijnzinnig tot leven gewekt, maar gecombineerd met een helaas weer wat zakelijk overkomende Zevende), Negende alsmede de Eerste en de Zesde symfonie. En wat de Tiende betreft, laat ons hopen en bidden dat er ooit nog eens een commerciële uitgave komt van de wereldpremière met het CBSO onder Rattle! Hoe dan ook verdient Wergo een geduchte pluim voor het uitbrengen van dit soort repertoire. En dat in een tijd waarin het, wat het doen verschijnen van dergelijke producties betreft, zwemmen tegen de stroom in is.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links