CD-recensie

 

© Maarten Brandt, mei 2008


 
   
 

Bruckner: Symfonie nr. 4 in Es (Romantische) (1878/80 Nowak).

Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden.

Exton OVCL-00248 • 71' • (sacd)

* * *

Bruckner: Symfonie nr. 5 in Bes.

Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden.

Exton OVCL-00305 • 79' • (2 sacd's)

* * *

Bruckner: Symfonie nr. 9 in d

Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden.

Exton OVCL-00276 • 62' • (sacd)

 

 


Waaraan herkent men een goede Bruckner-dirigent? Aan het feit dat deze in staat is zich tegelijkertijd in het landschap te bevinden en het totale overzicht van datzelfde landschap te hebben, het zogenaamde ‘helikoptereffect’. Daarnaast moet hij de kunst verstaan tot het articuleren van de overgangen, en wel zodanig dat deze niet als een breuk worden ervaren, maar als een verandering van richting in hetzij melodisch, harmonisch dan wel ritmisch opzicht en dit alles liefst zodanig dat er als het ware op die overgangen wordt geanticipeerd. Dit, alsof het allemaal nog niet genoeg is, met inbegrip van de zogenaamde ‘Luftpausen’ waarin er weliswaar formeel geredeneerd geen muziek klinkt, maar de continuïteit van het betoog, zij het dan onderhuids, onverminderd doorgaat.

Voor Bruckner geldt echter: velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren. Tot laatstgenoemde categorie behoren Günter Wand, Sergiu Celibidache, Eugen Jochum en niet te vergeten onze landgenoten Eduard van Beinum en (soms) Bernard Haitink. Uiteenlopende dirigenten, dat zeker. Want in tempokeuze verschillen Van Beinum en Celibidache natuurlijk hemelsbreed van elkaar. Waar de eerste doorgaans voor snelle tempi opteerde, geniet wijlen de Roemeense reus natuurlijk een onbetwiste faam waar het gaat om dermate breed-ademende bewegingen dat het af en toe wel lijkt alsof de muziek nog langzamer gaat dan het geluid. Wat niet wegneemt dat beide meesters volop in hun Bruckner-vertolkingen wisten te overtuigen, omdat binnen de temporele proporties alles met elkaar in overeenstemming verkeerde.

En dan is er nu Jaap van Zweden die met een Brucknercyclus is begonnen met ‘zijn’ Radio Filharmonisch Orkest, een ensemble dat al veel langer van plan was zijn krachten aan de Oostenrijkse symfonicus te wijden, getuige een plan ooit met zijn voormalige chef-dirigent Edo de Waart de Brucknersymfonieën vast te leggen. Gelukkig is dat niet doorgegaan, want de zaaluitvoeringen van bijvoorbeeld de Zevende waren ronduit teleurstellend, door een absoluut gemis aan feeling voor de grote lijn en daar komt het nu juist bij Bruckner zo op aan. Ontbreekt dit dan wordt het ondergaan van Bruckners muziek inderdaad tot een langdradige aangelegenheid.

Maar nu al is duidelijk dat Jaap van Zweden een bruckneriaan in hart en nieren is waar we geducht rekening mee moeten houden. Met zijn voormalige orkest, het Residentie Orkest, deed hij al de nodige symfonieën. Daaronder de Achtste die ik enkele jaren geleden tijdens een van de matineeconcerten hoorde, maar waarvan ik de orkestklank toen weinig idiomatisch vond, iets wat ik eerder aan het orkest zelf toeschrijf dan aan Van Zweden, die in zijn tot op heden verschenen opnamen met het RFO tot een soms haast Weense Bruckner-klank komt. Zijn zorgvuldig opgebouwde, natuurlijk ademende visie op de meest populaire symfonie, de ‘Romantische’, deed me qua aanpak herhaaldelijk denken aan een van de referentie-opnamen van dit werk, die met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Karl Böhm, en dat bedoel ik als een groot compliment. Ik kan dan ook goed begrijpen waarom het Engelse platenblad Grammophone Van Zwedens Vierde hoger aansloeg dan de in diezelfde periode verschenen cd met de Berliner Philharmoniker onder supervisie van Sir Simon Rattle. Op de korte afstand boekt Rattle dan wel meer dramatisch overkomende resultaten, soms is er gewoon teveel onrust en heerst er een nervositeit die in de Negende best te verdedigen is, maar die, zeker in de delen 1 en 2 van de Vierde misstaat.

Jaap van Zweden © Bert Hulselmans

Van Zweden, en hier komt zijn roemrijke reputatie als strijker natuurlijk ook om de hoek kijken, is tevens een tovenaar op het gebied van de frasering. Voorbeelden te over zijn er te vinden in de langzame delen van de Vierde en de net heet van de naald verschenen Vijfde. En wie wil weten hoe indrukwekkende eerder gesignaleerde ‘Luftpausen’ kunnen overkomen, moet eens naar de transitie van de expositie naar de doorwerking van het openingsdeel van de Vijfde luisteren waar Van Zweden je letterlijk de adem doet inhouden. Het RFO volgt hem minutieus in alles en bewijst weer eens tot het absolute internationale topklassement van de orkesten te behoren. In Mahler imponeren is niet zo een grote kunst, maar Bruckner is echt een vak en als het je daar lukt, en hier lukt het voorbeeldig, dan tel je echt mee. Die Vijfde is haast nog imposanter dan de Vierde en kan zich meten met de legendarische uitvoeringen van Günter Wand (RCA), Eugen Jochum (vooral zijn laatste en live in de jaren tachtig van de vorige eeuw met het Koninklijk Concertgebouworkest vereeuwigde, op het Franse Tahra-label uitgebrachte lezing), Klemperer (EMI) en Von Karajan (DG).

Wat overal treft is het warme, ronde en soms zelfs weldadig romige timbre van het orkest, zonder dat de zaak gebukt gaat onder een gebrek aan scherpte. Heel fraai is het om te horen hoe de technici van Exton de laagte in het opnamebeeld hebben weten te verdisconteren. Een voorbeeld is de grote climax vlak voor de coda van het Adagio uit de Negende, waar zelfs tijdens dat grote fortissimo met het beruchte ‘clusterakkoord’ de klank van de bastuba prachtig uit de luidsprekers komt. En dat brengt mij op de enige teleurstelling van Van Zwedens Bruckner-project, namelijk dat hij – althans tot op heden - afziet van het incorporeren van de finale van deze symfonie in de versie van Cohrs en de zijnen waarvan de nieuwste editie van de partituur net op het punt staat te verschijnen. Hopelijk wil Van Zweden hier nog eens een nachtje over slapen en die finale alsnog bij wijze van bonus in het geheel toevoegen, een geheel dat een absolute must is voor iedere Bruckner-liefhebber door dik en dun.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links