CD-recensie
© Kees de Leeuw, juni 2018
|
De inspiratie voor deze cd vonden de musici in het Engelse muziekleven in het eerste kwart van de achttiende eeuw, in het bijzonder rond 1720 en dan vooral in Londen. De adel droeg relatief weinig meer bij aan het muziekleven en er waren nog slechts weinigen heren van stand met een eigen ensemble. Het muziekleven werd feitelijk door de markt en dus door het publiek bepaald en ook betaald. In 1672 organiseerde John Bannister een publiek concert en adverteerde hiermee. Lange tijd werd dit gezien als het eerste publieksconcert, maar inmiddels is gebleken dat Bannister een al langer bestaande praktijk commercialiseerde en er zelf flink aan verdiende. De muzikale smaak was echter ook veranderd. Toen het hof onder Charles II (1630-1685) zich nog wel intensief met het muziekleven bezighield, verdween de vooraanstaande plaats van de consortmuziek en raakte men in de ban van de Franse muziek. Maar enkele decennia later was het vooral Italiaanse muziek die vaak werd uitgevoerd, vooral dankzij de populariteit van het concerto grosso. Londen werd een magneet voor buitenlandse musici die profiteerden van de grote belangstelling voor dergelijke concerten. De Franse klavecinist Charles Dieupart (na 1667-1740) was één van hen. Zijn korte levendige concerto zou zo als sinfonia voor een Italiaanse opera gecomponeerd kunnen zijn. De sonate begint met een Franse ouverture en eindigt met een gigue, die echter eerder Italiaans aandoet. Het geeft een indruk van de flexibiliteit die ongetwijfeld mede bepaald werd door de smaak van het publiek. Giuseppe Sammartini (1695-1750) kwam in 1727 naar Londen. Hij speelde er jaren als hoboïst in het orkest van Händel. Hij componeerde onder meer enkele concerti grossi, maar het meest bekend is zijn concert voor blokfluit in F. Dit werk wordt hier voortreffelijk uitgevoerd door Anna Stegman. Wat een levendigheid en inspiratie horen we hier, met dank aan de begeleidende musici die haar excellent ondersteunen! Gelukkig waren er ook Engelse musici die toen een grote populariteit genoten. Het grootste deel van de cd is gewijd aan de tegenwoordig veel minder bekende Robert Woodcock (1690-1728). Als componist welteverstaan, want hij is wel bekend als schilder van schepen en zeegezichten in de stijl van Willem van de Velde de Jonge (1633-1707). Woodcock, hoewel geen professioneel musicus, speelde heel goed hobo en componeerde twaalf concerten. Zes daarvan zijn op deze cd te beluisteren. Drie zijn voor de "sixth flute", een sopraanblokfluit in D, terwijl de overige voor hobo werden gecomponeerd. Hoe origineel de composities voor blokfluit van Woodcock zijn is de vraag. Het blijkt dat zijn werken voor de "sixth flute" wel heel erg lijken op concerten in hetzelfde genre van zijn landgenoten William Babell en John Baston. Voor de luisteraar maakt het allemaal niet veel uit. Het zijn prachtige barokconcerten die zeer levendige interpretaties krijgen dankzij de uitblinkende solisten Anna Stegman en de hoboïst/blokfluitist Georg Fritz. Het Ensemble Odyssee verdient evenzeer de hoogste lof. Mijn gedachte dat de musici bijna spelen alsof hun leven er vanaf hangt bleek niet origineel want in het tekstboekje wordt uit een recensie geciteerd waarin hetzelfde wordt gezegd. Het is een nieuwe parel aan de discografie van het ensemble en de solisten. De bijzondere foto's van Merlijn Doornernik, waarvan de voorkant van de cd getuigt en die smaakvol in het tekstboekje zijn opgenomen verdienen zeker een aparte vermelding. index |
|