CD-recensie
© Kees de Leeuw, oktober 2019 |
De Universitäts- und Landesbibliothek Darmstadt bezit de grootste verzameling werken van Telemann. De componist heeft daar echter nooit een vaste aanstelling gekregen, maar wel in Frankfurt am Main, op ongeveer 30 kilometer afstand en dat bleek overbrugbaar. In Darmstadt beschikte het hof over een uitstekende muziekkapel die geleid werd door Christoph Graupner (1683-1760). De violist en componist Johann Samuel Endler (1694-1762) was lid van de hofkapel en tevens vervanger van Graupner. Hij werd uiteindelijk diens opvolger. Graupner verzocht Telemann meer dan eens om composities te schrijven voor het hof in Darmstadt. Graupner en Endler componeerden net als Telemann veel orkestsuites en diens invloed daarop is onmiskenbaar. Waarbij het triest is dat er van Endler niet veel te beluisteren is omdat zijn muziek door vrijwel alle cd-labels - nog steeds! - genegeerd wordt. Het meest spectaculaire werk op de cd is de ouverture waarin twee jachthoorns een prominente rol spelen. De twee bespelers van de corno da caccia doen dat zo authentiek mogelijk. Dat betekent onder meer dat ze niet afstoppen, wat wil zeggen dat de hoornist met een hand de klankbeker afsluit. Ze kozen ook voor andere embouchures dan nu gebruikelijk zijn. Het effect van deze praktijk komt op deze cd weliswaar nog niet zo goed tot uiting als op de grotendeels aan Telemann gewijde cd van het ensemble Eolus (klik hier voor de recensie), maar bijzonder is het wel. Het driedelig vioolconcert valt op door de korte duur van zeven minuten, waarbij elk volgend deel korter wordt. Bijzonder is dat het met een langzaam deel opent en het tweede deel na een flitsend allegro toch afsluit met een kort adagio. Het laatste deel vraagt veel virtuositeit van de violist, maar soliste Zefira Valova lijkt het allemaal geen moeite te kosten. Overigens werd dit concert van Telemann onder het pseudoniem Melante, een anagram, uitgegeven. Hopelijk heeft hij het niet gedaan omdat hij twijfelde aan de kwaliteit want het is beduidend beter dan menig concert van zijn tijdgenoten. Over het fluitconcert D1, hetgeen overigens van later datum schijnt te zijn dan het concert D2, ben ik minder enthousiast. De soms wat matte en saaie uitvoering van Alexis Kossenko die niet alleen het gezelschap dirigeert maar ook een begenadigd fluitist is, helpt ook niet echt mee. In het concert voor viool en fluit mogen beide solisten nog een keer schitteren. Waarbij ze prima ondersteund worden door het orkest dat dankzij elf strijkers een wat vollere klank heeft dan diverse ensembles waar het aantal strijkers tot het minimum is teruggebracht. De musici zijn absoluut waardige uitvoerders van de rijke erfenis van Telemann. De opname is goed en deze heruitgave is voor Telemann liefhebbers zeker de moeite waard, hoewel de kans groot is dat ze 1 of meer concerten al in een andere uitvoering bezitten. index |
|