CD-recensie
© Kees de Leeuw, januari 2019
|
Joseph Marx (1882-1964) was een Oostenrijks componist, docent en criticus. Een deel van zijn leven bracht hij door in Graz, waar hij geboren werd en ook stierf. Hij studeerde er onder andere kunstgeschiedenis, filosofie en muziek. Opgeleid als pianist leerde hij ook het viool- en cellospel. Zijn studiekeuze voor de muziek leidde tot een (tijdelijke) breuk met de familie, die vond dat hij had moeten kiezen voor de rechtenstudie. Zijn compositiearbeid nam serieuze vormen toen hij een jaar of vijfentwintig was: in slechts enkele jaren schreef hij maar liefst zo'n 120 liederen. Kort daarna, in 1914, werd hij benoemd tot docent muziektheorie aan de Weense Musikakademie. Tien jaar later werd hij in de Oostenrijkse hoofstad rector van de mede op zijn initiatief tot stand gekomen Hochschule für Musik. In deze periode componeerde hij enkele werken voor orkest, waaronder deze door Naxos opgenomen Natur-Trilogie (1922-1925). Hij componeerde enkele werken voor orkest. Na de Herbstsymphonie in 1921 wijdde hij zich aan zijn Natur-Trilogie. Waar de groots bezette Herbstsymphonie vooral gekarakteriseerd kan worden als (neo) romantisch en de enkele kleine composities uit de jaren '40 daarvan ook de duidelijke kenmerken dragen, met titels als In modo antico en In modo classico, blijkt de Natur-Trilogie bij vlagen juist wel opmerkelijk eigentijds. De titel zegt het al en zo zou ik deze trilogie ook willen omschrijven: als een ode aan de natuur, grotendeels pastoraal, romantisch, lyrisch en rijk georkestreerd. Hoewel Marx een grote hekel had aan de muziek van de Tweede Weense school vond hij wel inspiratie bij andere tijdgenoten, zoals Bax, Korngold en Respighi. Soms dacht ik The Lark Ascending van Vaughan Williams erin te horen. Opmerkelijk is ook dat Marx blijkbaar een groot liefhebber van Debussy was. Soms citeert hij bijna letterlijk gedeeltes uit de Trois nocturnes, Images en de Prélude à l'après-midi d'un faun. Het leidt tot een boeiend geheel, waarbij ik wel aanteken dat ik af en toe aan de mindere muziek van Weense strijkjes moest denken... Maar het is vooral mooie (post)romantische symfonische muziek die, hoewel weinig bekend, zonder meer aansprekend is. Het weinig bekende orkest uit Bochum speelt verrassend goed en adequaat onder de deskundige leiding van de Amerikaans Steven Sloane . Deze dirigent is inmiddels al een kwarteeuw aan het orkest verbonden. index |
|