CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, februari 2009


 

Heinichen: Concerten en sonates.

CPO 777 115-2

Epoca Barocca.

 

 

 

 

 


Dankzij cd-opnamen van Oost-Duitse musici als trompettist Ludwig Güttler en fluitist Eckart Haupt kon men in de jaren '80 in aanraking komen met de muziek van Johann David Heinichen (1683-1729), die vanaf 1717 tot zijn dood hofkapelmeester in Dresden was. Hoewel dankzij het West-Duitse label Capriccio deze opnamen onder meer ook in Nederland te krijgen waren, werd waarschijnlijk toch maar een beperkt deel van het potentiële luisterpubliek bereikt. Door een geheel aan Heinichen gewijde dubbel-cd met zijn Dresden concerti (op het label Archiv) uit 1993 van Musica Antiqua Köln onder leiding van Reinhard Goebel, kreeg de componist meer aandacht. Toch is er na deze uitgave bepaald geen hausse aan opnamen met Heinichens muziek geweest. Er verschenen enkele religieuze werken op cd en op het label CPO verscheen een cd met concerten voor houtblazers. Maar veel is het niet, terwijl Heinichen diverse opera's, veel cantates en geestelijke werken schreef. De cd-heruitgave met sonates van Heinichen is een zeer welkome aanvulling op de dus toch nog altijd beperkte discografie.

Heinichen studeerde in Leipzig, onder meer bij Johann Kuhnau en speelde als student in het Collegium Musicum onder Telemann. Hoewel zijn loopbaan begon als advocaat in Weissenfels, werd Heinichen vooral door de plaatselijke kapelmeester Johann Philipp Krieger gestimuleerd om zich geheel aan de muziek te wijden en te gaan componeren. Waarschijnlijk aangemoedigd door Reinhard Keiser, toen de leidende operacomponist in Hamburg, schreef Heinichen enkele opera's. Na zijn terugkeer en een kort verblijf in Leipzig woonde hij enkele jaren in Venetië. Daar ontmoette hij onder meer Vivaldi en Antonio Lotti. In 1717 keerde hij definitief terug naar Duitsland en werd hofkapelmeester in Dresden. In de hofkapel van August de Sterke trof hij virtuoze musici als Zelenka, Quantz, Veracini, Pisendel en Silvius Leopold Weiss, maar ook de zeer virtuoze hoboïsten François le Riche en Franz Richter, voor wie  meer dan 50 sonates werden geschreven door leden van zowel de hofkapel alsook andere componisten die voor Dresden muziek mochten schrijven, zoals Händel en Fasch. Van de betrekkelijk geringe hoeveelheid sonates die Heinichen schreef wijdde hij een groot deel aan de hobo zodat zijn hoboïsten konden excelleren. Op deze cd zijn zeven sonates te beluisteren, met op één na zes maal de hobo in de hoofdrol. Overigens voornamelijk in combinatie met fagot en/of viool. Het zijn overwegend vierdelige werken,  in de traditionele vorm van de triosonate, langzaam-snel-langzaam-snel. Ze getuigen van de meesterhand van Heinichen, hoewel ze eenvoudiger zijn dan bij voorbeeld de triosonates van Zelenka. Geen experimenten met dubbelfuga's of ingewikkeld contrapunt. De sonates zijn minder specifiek 'Duits', en vertonen ook Italiaanse en Franse invloeden. Ze zijn te karakteriseren als 'galant' ( niet voor niets werd Heinichen weleens de Duitse Rameau genoemd). Zijn driedelige trio's, snel-langzaam-snel, wijzen waarschijnlijk op zijn verleden in Venetië. Heinichen speelt met klankkleuren, hoewel dat in deze kleinschalige muziek wat minder opvallend is dan in sommige van zijn concerti. De titel van de cd "concertos & sonatas" geeft misschien aanleiding tot enige verwarring. Op de cd staat alleen kamermuziek, met niet meer dan een handvol musici.

Het ensemble Epoca Barocca, dat voornamelijk in Duitsland optreedt, heeft zich vooral toegelegd op Duitse composities uit de baroktijd en is duidelijk thuis op dit gebied. Het klinkt degelijk Duits, galant Frans maar nog wat meer Italiaanse passie had niet misstaan.  Desalniettemin zijn het goede tot soms zeer goede uitvoeringen die doen verlangen naar én meer opnamen van  Heinichen én meer opnamen met sonates van de hofkapel in Dresden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links