![]() CD-recensie
© Kees de Leeuw, mei 2010
|
||||||
Burgmüller: Symfonie nr. 1 in c, op. 2 - nr. 2 in D, op. 11. Hofkapelle Stuttgart o.l.v. Frieder Bernius. Carus 83.226 • 65' •
Het is dit jaar 200 jaar geleden dat de Duitse componist Norbert Burgmüller (1810-1836) geboren werd. Reden voor het label Carus om een cd met zijn beide symfonieën uit te brengen. De componist werd in Dusseldorf geboren en groeide op in een muzikaal gezin. Zijn vader was - in de regio - een hooggewaardeerde dirigent, zijn moeder was zangeres en pianiste en zijn broer Friedrich had als componist succes in Parijs, waar hij bijvoorbeeld enkele bijdragen leverde aan “Giselle”, het ballet van Adolph Adam. Norbert Burgmüller studeerde in Kassel en kreeg op muziekgebied les van theoreticus Moritz Hauptmann en Louis Spohr.
Het leven van Norbert Burgmüller was nogal tragisch. Zijn vader overleed toen hij 14 jaar was. Vijf of zes jaar later verbrak operazangeres Sophia haar (hun? Suggestie van Siebe) kortstondige verloving met de componist en overleed kort hierna. Burgmüller leed nadien aan epilepsie. De jaren erna verbleef hij vooral bij zijn moeder en verliet zelden Dusseldorf. Wel had hij een kring van artistieke vrienden om zich heen in deze jaren. Hoewel hij niet officieel gesolliciteerd had was het hoogstwaarschijnlijk een nieuwe teleurstelling dat niet hij, maar Felix Mendelssohn in 1833 tot nieuwe muziekdirecteur van Dusseldorf benoemd werd. Maar uiteindelijk leek alles beter te worden. Mendelssohn voerde composities van Burgmüller uit en trad als solist op in zijn pianoconcert. Burgmüller leerde Mendelssohn als musicus en als mens te waarderen. Er kwam een nieuwe liefde in het leven van Norbert Burgmüller en er volgde een verloving. Ook leek er verandering te komen in het zelfgekozen isolement in Dusseldorf. De componist dacht er serieus over om zijn broer in Parijs achter na te reizen, ongetwijfeld in de hoop dat hij even succesvol zou worden als broerlief was. In mei 1836 reisde hij naar Aken om in de kuurbaden genezing te vinden voor zijn epileptische aanvallen. Hier sloeg het onverbiddelijke noodlot echter toe. Waarschijnlijk door een epileptische aanval verdronk Norbert Burgmüller in een kuurbad, 26 jaar jong. Het is verleidelijk om de tragiek van het leven van Burgmüller in zijn muziek te willen horen. Zijn eerste symfonie voltooide hij in 1833 toen alles er nog hopeloos leek uit te zien. De eerste twee delen klinken inderdaad nogal somber, onder meer door fraaie sonore houtblazers, maar de laatste delen zijn vrolijk en doen geenszins aan verdriet denken. Burgmüller stond zeker onder invloed van zijn leermeester Spohr, maar ook zijn invloeden van Von Weber, Beethoven, Schubert en van Johan Wilhelm Wilms waarneembaar. Burgmüller had echter duidelijk een eigen stem, lyrisch, dramatisch en met veel zeggingskracht. In 1834 vond première plaats in Dusseldorf. Niet duidelijk is welke dirigent deze uitvoering leidde. Enkele jaren later volgde de eerste uitvoering in Leipzig, onder leiding van Mendelssohn. Robert Schumann was aanwezig en roemde de symfonie, “das bedeutendste, nobelste Werk im Sinfonienfach, das die jüngere Zeit hervorgebracht“. De Tweede symfonie kon niet meer worden voltooid door Burgmüller en bestaat uit drie delen, waarvan alleen de eerste twee delen de eindstreep haalden. Het korte derde deel bestaat twee secties, bestaande uit het scherzo dat werd voltooid door Robert Schumann en het hierna volgende presto dat wel in zijn geheel door Burgmüller werd afgemaakt . En wellicht had Burgmüller toch nog wijzigingen willen aanbrengen in de reeds voltooide delen. Het is daarom moeilijk om een oordeel te vellen. De jonge componist lijkt vooral inspiratie te hebben gezocht in de Weense klassieken, in het bijzonder met het vizier gericht op Beethoven. Maar Burgmüller had duidelijk een eigen stem en een interessante visie. Het is niet te zeggen hoe hij zich verder zou hebben ontwikkeld, maar het heeft er alle schijn van dat zijn vroege dood de wereld beroofd heeft van een man die het in zich had om een goot componist te worden. De Hofkapelle Stuttgart, die musiceert op authentieke instrumenten, speelt voorbeeldig. Dat is mijns inziens niet vanzelfsprekend omdat dirigent Frieder Bernius vooral een reputatie als koordirigent heeft. Mijn ervaring leert dat niet elke uitstekende koordirigent ook als uitvoerder van niet-vocale muziek goed presteert, integendeel zelfs. Echter, Bernius en zijn musici zijn prima op dreef en mede dankzij de zeer goede geluidsopname is deze cd een echte aanrader. index | ||||||