CD-recensie
© Kees de Leeuw, mei 2018
|
In zijn lange artikel Willem Mengelberg: de woelige jaren, 1895-1920 (geschreven in 1987, hier te lezen) merkt Leo Samama op dat Marco Enrico Bossi (1861-1925) tegenwoordig totaal vergeten is, maar ook dat hij volgens Mengelberg de belangrijkste Italiaanse componist naast Puccini was. Mengelberg voerde toen zijn concert met orgel, hoorns, pauken en strijkorkest uit. Hij dirigeerde nog meer composities van Bossi uit, maar na 1925 stond diens muziek niet meer op de lessenaars van het Concertgebouworkest. Wanneer men op YouTube zoekt blijkt het genoemde concert toch meerdere keren terug te vinden te zijn. Bossi is dus niet geheel vergeten of, wellicht beter, inmiddels deels aan de vergetelheid ontrukt. In het leeuwendeel van Bossi composities staat het orgel als solo-instrument centraal en ik neem daarom aan dat menige orgelliefhebber zijn naam niet onbekend zal zijn. Zelf leerde ik Bossi kennen via een cd van MDG, op welk label de organiste Maija Lehtonen in 1993 begon met de opname van de complete orgelwerken van de Italiaan. Om mij onbekende redenen is het project echter niet verder gekomen dan die eerste cd. Maar gelukkig startte het label Tactus in 2009 een reeks met de complete orgelwerken, waarvan dan nu deel 13 verschenen is. Het is daarmee de derde cd met transcripties die Bossi maakte. In 1871 ontstond er een ware Wagnercultus In Bologna, nadat daar de Italiaanse première van Lohengrin had plaatsgevonden. Toen Bossi drie decennia later aan het conservatorium in Bologna werkte werd hij hier nog meer geënthousiasmeerd voor de Duitse componist. Een aantal van de composities van Bossi uit deze tijd werd dan ook sterk beïnvloed door de muziek van Wagner. Op deze cd staan vijf bewerkingen van Wagner uit 1914, met delen uit Parsifal, Tannhäuser en Das Liebesmahl der Apostel. Alleen de twee Wesendonck-Lieder zijn echte transcripties. Heel mooi, ook al blijft het apart omdat je de tekst mist van deze prachtige liederen. Het orgel dat gekozen is voor deze cd werd gebouwd door Cavaillé-Coll voor de schatrijke baron Albert de l'Espée. De baron had een passie voor Wagner én orgels en dus wist Cavaillé-Coll wat van hem verwacht werd. Het orgel moest zowel de imponerende koperen blaasinstrumenten als de tedere klanken van de strijkers uit Wagners werken kunnen weergeven. Het instrument werd geplaatst in een van de residenties van de baron en later overgebracht naar Saint-Antoine des Quinze-Vingts, een kerk in Parijs. Na die herplaatsing werd het alsnog uitgebreid door opvolgers van Joseph Merklin, een beroemd Duits (later genaturaliseerd tot Fransman) orgelbouwer die vooral in België en Frankrijk werkte. Het karakter van Cavaillé-Coll bleef echter goed bewaard. Vooral in de bewerkingen van Parsifal en Das Liebesmahl der Apostel komen de vele mogelijkheden van dit 'Wagner'-orgel goed tot uiting. De andere werken van Wagner en ook die van Händel en Debussy zijn meer kleinschalig eningetogen en geven daardoor een meer beperkte blik op de veelzijdigheid van het orgel. Maar desondanks zijn zowel de kwaliteiten van de componist als die van de orgelbouwer duidelijk hoorbaar. Andrea Macinanti is een uitstekend organist die zoveel mogelijk de notities die Bossi in zijn partituren noteerde heeft gevolgd en voor orgels kiest die de componist zelf gekozen zou kunnen hebben. Het prachtige Cavaillé-Coll orgel komt dankzij de prima opname goed tot zijn recht. Voor orgelliefhebbers van rustige romantische orgelmuziek die Bossi nog niet kennen is deze cd daarom een ideale kennismaking. Kenners en liefhebbers van Bossi zullen geen aanbeveling nodig hebben! index |
|