CD-recensie
© Harry-Imre Dijkstra, september 2021 |
Georges Onslow (1784-1853) wordt volstrekt tekortgedaan als we hem slechts een navolger van Haydn, Mozart en consorten zouden noemen. Met tijdgenoten als Spohr, Weber en Hummel heeft hij eigenlijk meer van doen, al was het maar omdat hij een aanzienlijk deel van zijn carrière beleefde in de Romantiek. Met een Engelse vader en Franse moeder in een puissant rijk gezin lag de wereld voor Onslow open in welke richting hij maar wilde. Hij koos een ongewoon pad, want niet de opera maar de kamermuziek werd het vakgebied waarin hij zich het meest uitgebreid zou uiten. Het duurde wel even voordat hij volleerd was: zijn eigen tekortkomingen werden hem dusdanig zichtbaar dat hij met 24 jaar besloot compositieles te gaan nemen bij Rejcha in Parijs. Daar kwamen ook snel de successen, dankzij uitvoeringen van enige van zijn kwartetten en kwintetten. Ondertussen kreeg hij bewondering voor briljante jonge geesten als Berlioz, Schumann en Mendelssohn (de laatste twee leerde hij ook persoonlijk kennen). Door een toeval mag Onslow de vader van het brede strijkkwintet genoemd worden. Toen de Italiaanse contrabassist Dragonetti eens inviel bij een kwintetuitvoering van Onslow, waarbij hij de tweede cellopartij overnam, besloot Onslow al zijn volgende werken voor vijf strijkers met een optie voor contrabas te schrijven en zo uit te laten geven. Maar liefst 34 werken schreef Onslow in dit genre, waarvan het merendeel nog niet is opgenomen. Daarin brengt het in Valencia gevestigde Elan Quintet verandering. Het is een groep internationale musici die zitting heeft in het opera-orkest van de stad en deze vorm van samenspel ontdekt heeft. Naxos heeft de poorten geopend voor een complete cyclus kwintetten en dat betekent vanzelf dat er ontdekkingen geopenbaard (zullen) worden. Ook dit album, het vierde deel pas, bevat twee wereldpremières. De eerdere uitgaven werd al veel lof toegejuicht en dat is volkomen begrijpelijk: dit ensemble speelt opmerkelijk homogeen, met een goede balans in de registers en ontlokt met strijkstokken danwel pizzicato een warme en verzadigde totaalklank. Individueel is men bepaald niet uitgesproken, daarvoor lijkt het doel van de uitvoeringen te veel geconcentreerd op hechtheid en zekerheid in het ongeschonden laveren tussen moeilijke passages door. Eigenheid mist dus enigszins, maar dan zijn we nog niet bij het grotere obstakel in deze interpretaties: zowel de soms weinig extreem opgevoerde articulatie als bepaald geringe dynamische verschillen en brave tempi maken van menig deel in de deze kwintetten een vlakke aangelegenheid. Erg jammer, want dat het ensemble een zeer ontwikkeld gevoel voor dramatiek en intensiteit bezit bewijzen uitgerekend de langzame delen, die bovendien de originaliteit van de componist goed onderstrepen. Ja, zeker zal menigeen hier en daar een onsje Schumann of Beethoven in Onslows stijl kunnen voelen meewegen, maar Onslows op Duitse leest geschoeide Franse kamermuziek is van hoog niveau en heeft in het Elan Quintet in ieder geval volwaardige pleitbezorgers. index |
|