CD-recensie
© Harry-Imre Dijkstra, september 2021 |
Met de drie blaasconcerten op dit album hebben we weliswaar niet de nieuwste, maar wel een verzameling overduidelijke referentie-opnames onder handbereik. Natuurlijk met dirigent Frans Brüggen, die samen met Sieuwert Verster de oprichter en aanjager geweest van het Orkest van de Achttiende Eeuw, een orkest dat geroemd wordt om zijn zeer rijke en diepe aardse klank. Brüggen had patent op potige interpretaties en dat is onmiskenbaar ook zo in de uitvoeringen van de concerten voor klarinet en hoorn. Niet alles is afgeslepen, een kleine houtkrul hier en daar, het mag allemaal en zorgt vooral voor nog meer beleving bij de luisteraar. Duidelijk koos Brüggen ook in opnames voor de riskante benadering, met veel energie en beweeglijkheid. Het klarinetconcert is Mozarts meest rijpe werk op het gebied van de blaasconcerten, niet alleen omdat het een van zijn laatste is maar ook omdat hij het instrument erg goed had leren kennen, eerst in Mannheim bij de broertjes Stamitz en later door zijn vriend Anton Stadler. De eerste opzet van het concert was voor de neef van de gebruikelijke sopraanklarinet geschreven: de bassethoorn. Maar Stadler had een nieuw instrument laten bouwen dat er veel op leek: de bassetklarinet. Heel bijzonder aan de opname met Eric Hoeprich (zijn tweede al met hetzelfde orkest waarin hij normaal gesproken ook de eerste klarinet bespeelt) is, natuurlijk los van zijn prachtige en stevige uitvoering, dat hij op een zelfgebouwde kopie van Stadlers instrument speelt. Tenminste: Hoeprich heeft een niet zo lang geleden gevonden tekening daarvan opgedoken in een archief in Riga, en aan de hand daarvan laten nabouwen. Opvallend aan dat instrument is de kegel onderaan de klankbuis, dat op een vaatje lijkt en vooruitsteekt. De in vergelijking met de normale klarinet langere buis zorgt voor uitbreiding naar het laagste register met vier halve tonen, met aldus een bereik tot de lage C (c-kleinoctaaf in technische termen). De solist vermijdt in deze opname de trucjes die de hedendaagse klarinettisten nogal eens uit de kast trekken: poezelige slanke melodieën zonder extremen in dynamiek en obligate fraseringen. Bij Hoeprich geen klankfetisjisme maar een stevige lyrische toon en duidelijke lijnen in de frases. Ook weet hij steeds goed het onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken binnen zijn eigen partij. Eveneens bijzonder: zijn eigen visie op articulatie en hier en daar wat rondgestrooide versieringen, daarbij ook nog originele cadensen van eigen hand. Het resultaat: niets minder dan een topuitvoering. Dan komen we bij de uitvoering van het Hoboconcert met solist Frank de Bruine, een feest voor de oren! Hij laat nauwelijks merken op een achttiende-eeuws instrument te spelen, zó vol en soepel klinkt alles wat hij doet. Uniek is ook de klank: niet zo nasaal als de hedendaagse hobo, maar wel vol in kracht en focus. Opnieuw een uitvoering die de meetlat griezelig hoog legt. Bovendien is het spannend te horen hoe dirigent Kenneth Montgomery deels voortborduurt op het uitgesproken klankpalet dat Brüggen gegrond heeft, maar daarnaast een scheutje verfijning in het totaalbeeld heeft toegevoegd; wellicht de 'sophisticated' Engelse slag? Tot slot solist Teunis van der Zwart, die als weinig anderen de ventielloze natuurhoorn beheerst en van Mozarts wellicht meest geslaagde Hoornconcert KV 447 (een van de vier concerten) een spannende luister-ervaring maakt. In deze opname vinden we een belangrijke sleutel tot het begrip van de historische uitvoeringspraktijk, zeker als we naar het gebruik van articulatie en frasering kijken: het instrument zélf bepaalde zeker in Mozarts tijd nog in grote mate wat er überhaupt compositorisch mogelijk was. Het uitspelen van melodieën en lastige passages met bijvoorbeeld registersprongen kunnen vaak alleen maar op een bepaalde manier gerealiseerd worden, opdat al het gevraagde hoorbaar en verstaanbaar is. We zouden dat de natuurlijke muzikaliteit van de compositie kunnen noemen. Alleen al daarom is het zo van belang dat er opnames als deze zijn om dat begrip te vergroten, juist voor musici op hedendaagse instrumenten. Dit album mag ook zonder die context in de eregalerij, vanwege het fantastische muzikaal gebodene. index |
|