CD-recensie
© Harry-Imre Dijkstra, mei 2021 |
Meestermuzikant Julius Berger, in een Duitse krant al eens 'de profeet van de cello' genoemd, kent zijn plek: niet hij, maar zijn formidabele duo-partner Margarita Höhenrieder wordt het eerst genoemd op het album. Dat is precies zoals Beethoven het bedoeld had, omdat hij de duo-vorm, zoals deze aan het einde van de 18e eeuw tot wasdom kwam, nog bezag vanuit de hoofdrol voor de piano. In zijn vroege sonates speelt en goochelt hij met die rolverdeling. Maar vooral experimenteert Beethoven met de sonatevorm: de vroege Sonates op. 5 bestaan eigenlijk elk uit twee delen, voorafgegaan door een langzame introductie. Pas in de rijpe Sonate nr. 3 op. 69 is er een perfecte balans in de quasi-vierdelige vorm van het werk (deel drie fungeert als introductie tot de finale) en het samenspel van de instrumenten te vinden. Maar het kan nog een niveau hoger in muziek vol mysterie, contrast en moderniteit: de twee Sonates op. 102 brengen de luisteraar in spirituele sferen, tenminste in de weergaloze interpretaties van dit duo. Het pad omhoog langs die sonates is een route die Höhenrieder en Berger al decennia bewandelen en hun ervaring klinkt door in elke toon én elke rust. Er wordt niet alleen ongemeen krachtig en op het scherp van de snede gemusiceerd – en wat een gave cellotoon! - maar het is vooral de volkomen natuurlijke wijze waarmee het duo elke abrupte afslag neemt die respect afdwingt. Het siert het duo ook, dat het alle drie de variatiewerken met dezelfde toewijding presenteert, al zijn het natuurlijk de Twaalf Variaties op. 66 over “Ein Mädchen oder Weibchen” uit Mozarts Zauberflöte die er als compositie bovenuit steken. Het duo Höhenrieder-Berger voeren het werk met humor en ongekend gevoel voor detail uit. Een persoonlijke noot, in de vorm van een essay van cellist Berger in het cd-boekje, bezegelt de bijzonderheid van dit volkomen geslaagde project. index |
|