CD-recensie
© Gerard van der Leeuw, oktober 2022 |
Woorden van dirigent Yannick Nézet-Séguin, uitgesproken op 3 april jl., toen hij met The Philadelphia Orchestra een Grammy Award in de wacht sleepte voor zijn opname van twee symfonieën van Florence Price. De roep om meer ‘inclusiviteit’ is ook doorgedrongen tot de muziekwereld. Een vrouwelijke dirigent is gelukkig zeker in ons land niks bijzonders meer en er verschijnen steeds meer opnames van vrouwelijke componisten en componisten met een Afrikaanse en/of gekleurde achtergrond. Florence Beatrice Price werd op 9 april 1887 in Little Rock (Arkansas) geboren. Haar ‘blanke’ moeder was muzieklerares, haar vader Dr. James H. Smith, een bekend en gerespecteerd tandarts, de eerste ‘zwarte’ tandarts in de stad, die volgens de overlevering in het geheim ook de gouverneur van Arkansas behandelde. Haar muzikaliteit bleek al op zeer jonge leeftijd.(*) Al op vierjarige leeftijd gaf ze haar eerste pianorecital. Price studeerde, om haar afkomst te verbergen als ‘Mexicaanse’, piano en orgel aan het New England Conservatory of Music in Boston, een beroemde school waar om maar een paar bekende namen te noemen ook Tan Crone, Peter Biloen, Louis Krasner, Mohammed Fairouz, Frank London en William Grant Still studeerden. Compositielessen kreeg ze van George Whitefield Chadwick (1854-1931), een leerling van Carl Reinecke en Josef Rheinberger, en Frederick Converse (1871-1940), een leerling van diezelfde Chadwick en Rheinberger. Maar hoewel ze over alle benodigde diploma’s beschikte, weigerde The Arkansas State Music Teachers Association haar als lid, een miskleun die ze in 2018 heeft rechtgezet. ‘I heard Florence Price’s music on a recording that had been released in the early 1990s by the African American concert pianist Althea Waites. I was very impressed by the beauty and dramatic power of the music, and this is what led me to study her piano works for my doctoral dissertation,’ aldus Linda Holzer, professor aan de universiteit van Arkansas.
In 1932 zond ze haar eerste symfonie in bij de Wanamaker Foundation Awards en won prompt de eerste prijs. Het werk werd dankzij een bijdrage van $ 250,-- van Maude Roberts George op 15 juni 1933 uitgevoerd door het Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Friedrich August (Frederick) Stock. In The Chicago Daily News kon men lezen: ‘It is a faultless work, a work that speaks its own message with restraint and yet with passion . . . worthy of a place in the regular symphonic repertory.’ Maar wie denkt dat deze doorbraak haar naam voorgoed had gevestigd heeft het mis. In 2009 vond men bij toeval in haar al jaren leegstaande en door regenwater aangetaste zomerhuis bij Chicago een schat aan vergeten en verloren gewaande partituren, waaronder haar Vierde symfonie en de twee Vioolconcerten. In al die jaren had niemand er naar omgekeken. In een brief uit 1943 aan Serge Koussevitzky, de dirigent van het Boston Symphony Orchestra schreef ze:
Een eventueel antwoord van Koussevitzky, een belangrijk voorvechter van de eigentijdse muziek, is helaas niet. bekend. Florence Price schreef vier symfonieën, waarvan de tweede nog altijd onvindbaar is. Haar eerste symfonie uit 1932 is vooral in de eerste twee delen duidelijk beïnvloed door Antonín Dvorák. Het was tenslotte Dvořák, die tijdens zijn functie als directeur van het National Conservatory of Music of America in New York (1892-1895) de jonge Amerikaanse componisten had voorgehouden: ‘In the Negro melodies of America I discover all that is needed for a great and noble school of music.’ Het is een vrij traditionele, vierdelige symfonie - maar let op de coda van het eerste deel! Het derde deel, een karakteristieke Juba Dance fungeert als Scherzo. Haar Derde symfonie toont - hoewel de vorm alweer klassiek is - een grote vooruitgang in de beheersing van het compositorisch handwerk. Het klinkt allemaal moderner, met hier en daar een scheut impressionisme. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd door het Detroit Civic Orchestra op 6 november 1940 en pas uitgegeven in 2020. In de woorden van Florence Price:
Over de uitvoering niets dan goeds. Yannick Nézet-Séguin zet zich volledig in voor deze muziek. Het orkest speelt de sterretjes van de hemel, let alleen al eens op de vele soli in de blazers. En natuurlijk, het beluisteren van deze cd doet ook een beetje pijn: hoe konden we vanaf onze blanke, mannelijke apenrots zo lang deze muziek en de componiste ervan over het hoofd zien? Beperk uw kennis van het werk van Price dan ook niet tot deze cd, maar luister bijvoorbeeld ook eens naar haar buitengewone Pianosonate. _______________ index |
|