CD-recensie
© Gerard van der Leeuw, maart 2024 |
Ooit van Friedrich Eck gehoord? Ik kende hem alleen uit de biografie van de Mozarts, maar had nog nooit een noot van zijn muziek gehoord. En nu is er een prachtige cd met drie van zijn vijf vioolconcerten. Friedrich Eck werd op 25 mei 1767 geboren in Schwetzingen. Zijn vader werkte als hoornist in het beroemde orkest van de Mann-heimers en keurvorst Carl Theodor had in Schwetzingen zijn zomerverblijf. U moet het slot, het rococotheater en de ronduit magnifieke, helaas de laatste tijd door de klimaatverandering ernstig aangetaste baroktuinen echt een keer bezoeken. De SWR Schwetzinger Festspiele vinden dit jaar plaats van 26 april tot 25 mei 2024.
Friedrich Eck kreeg zijn eerste lessen van zijn vader en vanaf zijn zevende jaar van Christian Danner, een goede bekende van de Mozarts.(*) In 1777 erfde Carl Theodor het hertogdom Beieren en verplaatste hij zijn hof naar München. En de Ecks verhuisden mee. Friedrich kreeg in München les van de helaas een beetje vergeten violist en componist Peter von Winter (1754-1835). In 1778 trad hij als tienjarig wonderkind voor het eerst op in Frankfurt am Main. Twee jaar later reisde hij met zijn vader naar Wenen. Onderweg ontmoette hij in Salzburg de familie Mozart. Een langdurige vriendschap was het resultaat. In 1786 speelt hij samen met Mozart aan het Weense hof. In 1782 concerteerde Eck voor het eerst in Parijs, waar hij een ontmoeting had met Giovanni Battista Viotti (1755-1824). Eck had enige tijd les van Viotti aan wie hij zijn tweede vioolconcert opdroeg. Carl Theodor haalde Friedrich Eck naar München, waar hij in 1793 concertmeester en in 1798, met een riant salaris, Instrumental-musikdirektor werd. Een dreun kreeg hij toen op 18 mei 1797 zijn amper 20-jarige vrouw, gravin Philippina von Trautphaeus, die hij zeer tegen de zin van haar moeder in het geheim in Zwitserland had gehuwd, in het kraambed overleed. In 1800 hing Friedrich Eck zijn viool aan de wilgen en trok hij zich met zijn tweede echtgenote, de gravin von Tauffkirchen, terug in Frankrijk. We weten het niet zeker, maar het is aannemelijk dat de dood van Carl Theodor, zijn voornaamste beschermheer, in 1799 daar van alles mee te maken heeft. Als achtjarig violistje speelde Joseph Joachim (1831-1907), de latere vriend van Brahms, samen met zijn leraar Stanislaw Serwaczynskski zijn uiterst virtuoze Sinfonia concertante. De soliste, violiste Tanja Becker-Bender brengt de onloochenbare kwaliteiten van deze concerten uitstekend onder woorden:
En:
Ik ken Tanja Becker-Bender als bevlogen soliste in modern(er) repertoire van componisten als Max Reger (1873-1916), Ottorino Respighi (1879-1936), Béla Bartók (1881-1945), Erwin Schulhoff (1894- 1942), Paul Hindemith (1895-1963), Jean Perrin (1920-1988) en György Ligeti (1923-2006). Maar ze speelt ook barokviool en blijkt ook uitstekend thuis in dit De eerste vier vioolconcerten van Eck verschenen in 1790, het vijfde in 1803. Alle vijf staan ze in de gebruikelijke driedelige vorm, met een rondo als finale. De vioolpartij is, anders dan bij zijn vriend Mozart, zonder uitzondering uiterst virtuoos, met dubbelgrepen, hoge liggingen en sopra-una-corda spel. In het vijfde concert, door Eck een 'Nouveau concerto' genoemd, hoor je vanaf de eerste onstuimige inzet de Romantiek aankomen. Hoe zou Eck zich verder ontwikkeld hebben als hij zijn viool niet opgeborgen had? Opvallend hier de plaatsing van de cadens in het eerste deel: niet aan het eind, maar voor de (verkorte) reprise. In het Rondeau Espagnole (een typisch Franse echo van Mozarts alla Turca) hoor je in de verte Bizet en Lalo al aankomen. Dit zijn prachtige opnamen van al te zeer verwaarloosde muziek. Opname en tekstboekje voldoen zoals vrijwel altijd bij CPO weer aan zeer hoge eisen. Graag met dezelfde uitvoerenden ook de overige concerten! Aanbevolen! _________________ index |
|