CD-recensie
© Gerard van der Leeuw, juli 2020 |
Een van de aardigste kanten van het Beethovenjaar is wel dat veel platenmaatschappijen proberen Beethoven in zijn tijd te plaatsen door ook aandacht te besteden aan zijn minder bekende tijdgenoten. Zo verschenen er bij Sony in de serie Beethoven’s World door Reinhard Goebel gedirigeerde opnames met de twee vioolconcerten van de man die Beethovens Vioolconcert in première bracht, violist/componist Franz Joseph Clement (1780-1842), zijn vrienden uit zijn Bonner tijd Anton Reicha (1770-1836) en Bernhard Romberg (1767-1841), zijn leermeester Antonio Salieri (1750-1825) en van in zijn tijd in Wenen werkzame componisten als Josef von Eybler (1765-1846), Johann Nepomuk Hummel (1778-1837) en Jan Václav Hugo Voříšek (1791-1825). En er komt nog meer. Op Ramee werd naast Beethoven zijn Deense tijdgenoot Friedrich Kuhlau (1786-1832) in de bloemetjes gezet (klik hier voor de recensie). En in de Edition Beethoven 2020/2027 van Harmonia Mundi combineerde de Akademie für Alte Musik Berlin de eerste twee symfonieën van Beethoven met twee symfonieën van Carl Philipp Emanuel Bach en de Vierde en Achtste symfonie van Beethoven met een werk van Pavel Vranický (1755-1808). Les Siècles combineerde hier de Eroica met de ouverture Les Amazones van de door Beethoven zeer bewonderde Étienne Nicolas Méhul (1763-1817) en de vijfde symfonie met de Symphonie à 17 parties van François-Joseph Gossec (1734-1829). Voor zover mij bekend verscheen de symfonie van Knecht twee keer En nu is er dan een nieuwe opname op Harmonia Mundi die Knechts Le portret musical de la Nature ou Grande Symphonie in G-groot (1784/85) combineert met Beethovens Pastorale uit 1803/1808). Een logische combinatie. Het is immers al heel lang bekend dat het werk van Knecht mogelijk als voorbeeld heeft gediend voor Beethoven. Zo schreef de Duitse musicoloog Adolf Sandberger in 1924:
En dat snap je direct als je leest welk programma Knecht zijn vijfdelige, geheel doorgecomponeerde symfonie heeft meegegeven: La quelle va exprimer par le moyen des sons:
Vergelijk dit eens met Beethoven:
Het kan haast niet anders, of Beethoven heeft het werk van Knecht gekend. In elk geval kende hij Knecht, want hij bezat (vergeten wij niet dat hij in Bonn ook werkzaam was als organist) een exemplaar van diens Vollständige Orgelschule (Leipzig, 1798). Bovendien hadden Knecht en Beethoven een tijdlang dezelfde uitgever: de vrijmetselaar Heinrich Philipp Bossler (1744-1812) die o.a. Beethovens Kurfürsten-Sonaten WoO 47 uitgaf en bevriend was met o.a. Haydn, Mozart, Antonio Rosetti en Goethe, Schiller en Hölderlin. Justin Heinrich Knecht werd in 1752 in Biberach an der Riß, waar zijn vader cantor was, geboren. Knecht studeerde in Esslingen, waar hij Christian Schubart leerde kennen. Amper 19 jaar oud wordt hij Muziekdirecteur in zijn geboortestad Biberach, een functie die hij op een korte, minder gelukkige periode aan het hof in Stuttgart na, zijn hele leven zou bekleden. Knechts oeuvre bestaat uit geestelijke koorwerken, opera’s, orgelwerken en een aantal theoretische geschriften. In het Liedboek voor de kerken staat een van zijn melodieën, gezang 473: Neem mijn leven, laat het Heer toegewijd zijn aan uw eer. Een met Le portret musical de la Nature te vergelijken orgelwerk van Knecht is Die durch ein Donnerwetter unterbrochne Hirtenwonne. Een curieus werk waarin Knecht bij de schildering van het onweer veelvuldig gebruik maakt van clusters. Niet voor niets droeg Knecht zijn Grande symphonie op aan Abbé Vogler, die immers bekend stond om zijn orgelconcerten waarin hij zowel onweer als veldslagen op het orgel liet horen. (4) Zo dichtte ene A.F. in 1786 naar aanleiding van een van Voglers natuur-schilderingen:
En dat brengt ons bij Beethovens veel geciteerde ‘Mehr Ausdruck der
Is Beethovens Pastorale dus ook een vorm van kritiek op Knechts al te programmatische natuur-muziek? Je zou haast denken van wel. Dit zijn grandioze uitvoeringen! Met slechts 21 strijkers en 15 blazers is het orkest klein te noemen. De balans tussen blazers en strijkers is anders dan we gewoonlijk horen. Je hoort hier de altviolen bijvoorbeeld veel duidelijker. Ook het ontbreken van een dirigent valt op, maar zo klonken veel werken van Beethoven in de relatief kleine ruimtes in de paleizen van Beethovens weldoeners. Hier klinkt alles helder, doorzichtig. Er is aandacht voor ieder detail. Een niet te missen uitgave. _____________________ index |
|