CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, mei 2008


 

Schubert: Pianosonates: nr. 17 in D, D 850 - nr. 19 in c, D 958 - nr. 20 in A, D 959 - nr. 21 in Bes, D 960.

Leif Ove Andsnes (piano).

EMI Classics 5164482 • 2.28' • (2 cd's)

 

 

 


Het pianospel van Leif Ove Andnes ademt een natuurlijk soort rust, heeft een duidelijke puls die nooit opdringerig wordt en die flexibel genoeg is om de pieken en dalen van Schuberts emotie te passeren zonder de voortgang te onderbreken. Maar vlak of emotieloos wordt zijn spel nooit. Zijn registraties van de drie laatste sonates plus D850 worden nu als één geheel uitgebracht op een dubbel-cd.

Eerder verschenen zij, gemaakt tussen 2001 en 2006 op verschillende locaties, in een serie waarbij Ian Bostridge ook steeds een aantal liederen zong, met Andsnes aan de piano. Critici waren over het algemeen enthousiast over deze combinatie, maar daar denk ik wat genuanceerder over. Bostridge valt zeer te bewonderen om zijn literaire inzicht en zijn vocale techniek, maar - ik ga nu wat mensen kwaad maken - balanceert naar mijn smaak nogal eens op het randje van het maniërisme, onder het kennelijke motto: hoor toch eens hoe mooi mijn Schubert is... Bij de integere Andsnes komt deze vorm van ijdelheid niet voor, en daarom ben ik blij dat zijn spel op deze cd's is 'losgezongen' van de zang van Bostridge.

Bovendien - en dat is zeker niet onbelangrijk - de drie laatste sonates worden nu veel meer gepresenteerd als de eenheid die zij volgens mij zijn, als delen van een trilogie. En dat ondanks de uiteenlopende opnamedata. Daarin volgt Andsnes hetzelfde inzicht als Uchida, al vind ik zijn spel als geheel overtuigender dan het hare. Er zijn natuurlijk de normbepalende opnamen van Schiff, van Perahia, van Brendel. Zij zijn en blijven het non plus ultra op dit gebied, maar toch... in Brendels laatste Philips-opname van de sonates in A en Bes beluister ik een diep denker die zich soms te veel verliest in al zijn filosofische bedachtzaamheid. Alsof hij alles om zich heen vergeet en zichzelf weer bij de les moet brengen. Het gaat ten koste van de voortgang. In dat opzicht lijkt Andsnes meer op Perahia die bij alle soepelheid van tempo en wisseling van stemmingen de ritmische puls blijft zien als de onontbeerlijke basis.

En laten we sonate D 850 niet vergeten. Eigenlijk speelt Andnes daarin zelfs de hoogste troeven uit. Absoluut briljant.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links