CD-recensie
© Gerard Scheltens, mei 2021 |
Drie jonge Portugezen vormen samen het Artium Trio: Francisco Lima Santos (viool), concertmeester van het Gulbenkian orkest in Lissabon, Pedro Gomes Silva (cello) die bij Pieter Wispelwey studeert, en João Barata, een pianist die al een hele prijzenkast bij elkaar heeft gespeeld. Deze drie talenten maakten eerder een cd met Russische trio's van Arenski, Sjostakovitsj en Glinka. Twee daarvan, hoe toegankelijk ook, liggen niet erg voor de hand voor een cd-debuut; blijkbaar zijn ze niet bang repertoire aan te pakken waarmee ze de mainstream trotseren. Ook hun keuze voor Max Reger getuigt van durf. Zijn doortimmerde combinaties van hoogromantiek met contrapunt zijn geen werken waarvoor een beginnend kamermuziekensemble snel de handen op elkaar krijgt. "Brahms met Bach", wil het cliché, dat zoals alle clichés een kern van waarheid bevat maar geen recht doet aan een werkelijkheid met veel meer, en rijkere, schakeringen. Ik was direct gewonnen voor de zonnige, 'zuidelijke' manier waarop de Portugezen Regers muziek benaderen. Je kunt er een dikke soep van koken, wat soms gebeurt, en dan kan Reger gezwollen, moeizaam en langdradig worden, anders gezegd: 'Duits', donker, grübelnd. Maar bij een transparante aanpak zoals hier biedt diezelfde muziek doorkijkjes in een wendbare wereld vol wonderen, waarin bijzondere harmonieën en onverwachte modulaties je van de ene verrassing naar de andere brengen. Dat gebeurt zelfs, of juist, bij het grote Trio op. 102, hoe diep-serieus van toon dat ook is. Zeker het uitgesponnen eerste deel (15 minuten) is somber, maar de Portugezen weten er lichtpuntjes in te brengen. Bij alle helderheid bij de strijkers, energie bij de pianist en jeugdig enthousiasme bij alle drie behouden ze toch de geest van deze muziek. Die zal nooit populair worden bij een breed publiek, maar heeft veel te bieden voor wie wil openstaan voor goudeerlijke romantiek in een intellectueel jasje. Aan de aansprekende selectie uit opus 79 waarmee de cd wordt opgevuld, lichte, charmante salonstukjes met de voor zichzelf sprekende titels Wiegenlied, Capriccio en Burla voor viool en piano en Caprice en Kleine Romanze voor cello en piano, is te horen dat Max Reger sowieso niet de ploeterende izegrim is waarvoor hij vaak gehouden wordt. index |
|