CD-recensie

Nikolaj Medtner (1880-1951):

Pianomuziek voor hoofd en hart

 

© Gerard Scheltens, februari 2008


Medtner: Piano Sonata in A minor, op. 30 - Piano Sonata in F minor, op. 5 - Piano Sonata in G minor, op. 22 - Sonata Triad, op. 11 - Sonata in E minor, op. 25/2 'Night Wind' - Romantic Sketches for the Young, op. 54 - Skazki (Fairy Tales), op. 8 - Three Novelles, op. 17 - Second Improvisation, op. 47 - Sonata-Ballada in F sharp major, op. 27 - Skazki (Fairy Tales), op. 34 - Sonata romantica in B flat minor, op. 53/1 - Forgotten Melodies, op. 39 - Skazki (Fairy Tales), op. 48 - Étude in C minor 'I loved thee', op. 32/4 - Sonata minacciosa in F minor, op. 53/2 - Two Pieces, op. 58* - Sonatina in G minor - Moment Musical in C minor (Gnomenklage), op. 4/3 - Prélude in E flat op. 4/4 - Fairy Tale Sonata (Sonate-Conte), op. 25/1 - Sonata reminiscenza in A minor, op. 38/1 - Sonata-Idylle, op. 56 - Primavera (Spring Tale), op. 39/3 - Meditation, op. 39/1 - Fairy Tale in E Flat major, op. 26/2 - Skazka (Fairy Tale), op. 14/1 - 'Ophelia's Song' - Fairy Tale in E minor (March of the Paladin), op. 14/2 - Fairy Tale in G major, op. 9/3 - Fairy Tale in C Sharp minor, op. 35/4 - Three Hymns in Praise of Toil, op. 49 - Elegy op. 59/2 - Dithyramb in E flat major, op. 10/2.

Hamish Milne (piano) (* = met Boris Berezovski, tweede piano). ** = Geoffrey Tozer (piano)

Brilliant Classics 8851 • 7.64' • (7 cd's)


Als Nikolaj Medtner had geweten dat je - ruim een halve eeuw na zijn dood - opnamen van zijn pianosonates voor weinig geld kunt gaan halen bij de drogist, had hij zich gewaand in de droomwereld van één van zijn skazki (vertellingen). Tijdens zijn leven was er nauwelijks belangstelling voor zijn muziek, die beschouwd werd als een laatste stuiptrekking van het verdwenen oude Rusland. Muziek die 75 jaar te laat lijkt te zijn geschreven, door een componist die zelf gruwde van de muzikale ontwikkelingen van de twintigste eeuw. Toen hij in 1917 een paar werken van Prokofjev had moeten aanhoren, sprak hij: "Als dít muziek is, ben ik geen musicus." Wat hij dan van Stravinsky, Schönberg of Varèse gedacht moet hebben, laat zich raden...

Nikolaj Karlovitsj Medtner - de achternaam wijst op verre Duits/Deense voorouders uit Sleeswijk-Holstein - werd geboren in Moskou op de Russisch-orthodoxe kerstavond van 1879 (voor ons 5 januari 1880). Nadat zijn moeder hem had leren pianospelen, werd hij op zijn tiende jaar toegelaten tot het Moskovisch conservatorium. Zijn belangrijkste leraar was Sergej Tanejev, maar het waren vooral Rachmaninov en (de vroege) Skrjabin met wie hij zich verwant voelde. Zijn eigen stijl heeft aan die twee het meeste te danken. Op zijn 20ste verliet hij het conservatorium als trotse winnaar van de Anton Rubinstein-prijs. Hij leek geknipt voor een carrière als pianovirtuoos en dat was precies wat zijn familie van hem verwachtte. Toch verkoos hij, met Tanejevs steun, het componeren boven een leven als rondreizend uitvoerend kunstenaar zoals zijn vriend Rachmaninov.

In de jaren tot aan de revolutie van 1917 woonde Medtner bij zijn ouders. Hij werd verliefd op zijn schoonzus, de violiste Anna Mikhajlovna Bratenskaja, en nam haar over van zijn broer, die haar welwillend aan hem afstond. Ze trouwden in 1918. Na de revolutie bleef Medtner nog een aantal jaren in Rusland, om zich in 1921 eerst in Berlijn en in 1924 in de omgeving van Parijs te vestigen. In datzelfde jaar maakte hij op initiatief van Rachmaninov een concerttournee door de VS en Canada. Meestal speelde hij dan de hele avond zijn eigen werk. In 1936 vestigde hij zich in Londen, waar hij een rustig bestaan leidde en zich onderwierp aan een strenge dagelijkse discipline van studeren, lesgeven en componeren. Niet ver van hem woonde de Britse componist York Bowen, wiens pianomuziek stilistisch een grote gelijkenis vertoont met de zijne. Het kan haast niet anders of de heren moeten elkaar goed gekend hebben, al bestaat er geen corresponentie die daarop wijst.

De tweede wereldooolog kwam Medtner niet goed door. Zijn muziek was verschenen bij Duitse uitgevers en zijn voornaamste bron van inkomsten droogde dus op. Zijn gezondheid holde achteruit, de stad Londen met zijn voortdurende luchtalarm was niet veilig meer en hij moest de wijk nemen naar Warwickhire, waar de pianiste Edna Iles (1905-2003), zijn leerling en tevens zijn meest devote bewonderaarster en voorvechtster, hem onderdak verschafte. Na de oorlog keerde hij terug naar Londen en vestigde zich in Golders Green.

Opnamen

Het zag er naar uit dat hij in vergetelheid zou sterven, maar in 1946 overkwam hem iets geweldigs. Een steenrijke bewonderaar, Zijne Hoogheid Jayachamaraja Wodeyar Bahadur, de Maharadja van de Indiase deelstaat Mysore, richtte een Medtner Society op, die hem in staat stelde zijn complete werk op te nemen op 78-toerenplaten. Het was een enorm project om al die 61 opusnummers vast te leggen, maar in Medtners pianospel is niets te merken van zijn afnemende krachten. Integendeel, deze opnamen zijn nog steeds een ijkpunt voor latere vertolkers, nadat hij al in de jaren 1923-25 een aantal pianorollen had gemaakt voor Welte-Mignon en Duo-Art.

Op 13 november 1951 stierf hij. Enige jaren na zijn dood liet de Maharadja een herdenkingsbundel verschijnen onder redactie van Richard Holt: Nicolas Medtner (1879-1951): A Tribute to his Art and Personality, Dobson, Londen 1955. Ik heb dit boek ooit gevonden bij Travis & Emery's onvolprezen muziekantiquariaat (Cecil Court off Charing X Road). Ik had er de £ 35 graag voor over, want het is een Fundgrube vol persoonlijke herinneringen, uitgebreide werkanalyses en een mooie portrettekening van M. Dobujinski. Bijdragen werden geschreven door - om de bekendste te noemen - Ernest Newman, Gerald Abraham, Ivan Iljin, Marcel Dupré, de zangeres Oda Slobodkaja en de componist Sorabji.

Revival

Het was een mooi eerbetoon, maar het bleef lange tijd zonder vervolg. Medtner was nu echt in het vergeetboek bijgeschreven. Maar gelukkig: tegen het einde van de twintigste eeuw begon de belangstelling weer toe te nemen. Zo verscheen een uitstekend boek van Barrie Martyn Nicolas Medtner: His Life and Music, Scolar Press, Aldershot 1995, ISBN 0-85967-959-4. Ook aardig om te lezen is de uit het Russisch vertaalde monografie van Natasja Konsistorum: Der Komponist Nikolaj Medtner. Ein Porträt, Henschel, Berlin 2004, ISBN 3-89487-487-2 (met een Grusswort van Elisabeth Schwarzkopf, die al in 1949 betrokken was bij de 78-toerenopnamen). Als extra zijn bij het boek twee cd's gevoegd waarop de pianiste Konsistorum, met assistentie van anderen, een representatieve doorsnede ten gehore brengt van Medtners oeuvre.

Dat oeuvre bestaat geheel uit pianowerk of - anders geformuleerd - werk waarin de piano niet gemist kan worden, want er zijn ook liederen, kamermuziek en drie pianoconcerten. Van die laatste is nummer 3 aan de Maharadja opgedragen. O.a. 'onze' Geoffrey Douglas Madge legde de concerten vast. Niet alleen boeken zijn er de laatste jaren verschenen, maar ook tonen steeds meer pianisten belangstelling voor het werk van Medtner.

Tot de pioniers op dit gebied behoort de Britse pianist Hamish Milne, die Medtners sonates en een ruime selectie uit de andere pianomuziek in de periode 1977-2000 opnam voor het label CRD. Het zijn deze vertolkingen die nu in een 7-cd-doosje van Brilliant Classic verschijnen en daardoor o.a. via het Kruidvat - een goedkope verpreiding vinden waarvan de componist - zoals gezegd - alleen maar had kunnen dromen.

De ruggengraat van het werk wordt gevormd door de 14 pianosonates en de 38 Skazki (in het Engels Fairy Tales, dus Sprookjes, maar 'Vertellingen' zou eigenlijk een betere vertaling zijn). Hier vinden we Medtners meest karakteristieke muziek, die inderdaad wat 19de eeuws aandoet, maar genoeg persoonlijkheid heeft om op eigen benen te staan. Sommige sonates zijn lang, andere relatief kort. De klassieke Beethoveniaanse sonatevorm is in veel gevallen losgelaten of geïntegreerd in een één- of tweedelige structuur. Deze muziek is bepaald niet eenvoudig; ze vereist een grote muzikale intelligentie naast een formidabele vingervaardigheid. Medtner mag dan een carrière als klavierleeuw versmaad hebben, het neemt niet weg dat hij het instrument beheerste als weinig anderen. Dat is aan elke noot te horen. De associatie met zijn bewonderde voorbeelden Rachmaninov en Skrjabin is gauw gelegd, maar zowel in melodisch als in harmonisch opzicht is Medtner volstrekt uniek. De veel gemaakte wisecrack 'the poor man's Rachmaninov' is vanaf heden dan ook verboden!

Medtner is weleens verweten dat hij een cerebrale componist was, die de complexe vorm (doorwrocht contrapunt, rusteloze modulaties) liet voorgaan boven de melodie, de emotie en de gemakkelijke verstaanbaarheid. Dat zou de reden zijn waarom hij nooit zo populair geworden is als bijvoorbeeld Rachmaninov. Nog afgezien van de vraag of daarmee recht wordt gedaan aan zijn vriend Sergej Vasiljevitsj, die oneindig veel meer is dan de nostalgische tearjerker waarvoor hij vroeger weleens werd aangezien, was ook Medtner wel degelijk een geniale melodieënvinder. Hij kon prachtige, ontroerende muziek schrijven. Een simpel basisgegeven vormt bij hem de kern tot een intellectuele (maar beslist niet cerebrale) exercitie in het ontwikkelen van het thematische materiaal. Zo krijgen 'hoofd' en 'hart' ieder hun deel, zoals bij alle goede muziek.

Maar het belangrijkste is natuurlijk het oorstrelende, ontroerende en diepgravende effect dat deze heerlijke muziek heeft op de luisteraar. Collega Maarten 't Hart, een groot Medtner-bewonderaar, spreekt in het hoofdstuk 'De anachronistische grootheid van Nikolaj Medtner' in zijn boek Du holde Kunst (Arbeiderspers, Amsterdam 1994, ISBN 90-295-2032-9) op dierbare toon over "kostbare kleinoden die bescherming bieden tegen ontstemming, ergernis, een losgebroken geit of slechte recensies." Ook zonder dat mij ooit de ramp van een losgebroken geit is overkomen, kan ik volmondig beamen dat een klein straaltje zonlicht uit één van Medtners pianostukjes vaak voldoende is voor licht op donkere momenten.

Alleen al de eendelige "Sonata Reminiscenza" op. 38/1 in a-klein, die lieflijk begint als een pianostuk van Schubert en via allerlei briljante, vingerbrekende transformaties na een kwartier weer uitkomt op zijn uitgangspunt, is een ongelooflijk muziekstuk waarvoor zelfs de meest geharde tegenstander van deze 'ouderwetse' componist zich gewonnen moet geven. Het is mijn favoriete Medtner-sonate waarin de bovengenoemde combinatie van 'hoofd' en 'hart' op ideale wijze aan zijn trekken komt. De sonate is onderdeel van de zg. "Vergeten melodieën" op. 38 (eerste cyclus) waarvan de andere delen in lossere vorm voortborduren op hetzelfde gegeven.

 
  De Brilliant Classics -uitgave

Brilliant Classics

De Sonata Reminiscenza is mijn referentiewerk dat ik er onmiddellijk als eerste uitpikte bij beluistering van het doosje van Brilliant Classics. En... dat is nou jammer: de sonate staat bij Brilliant Classics op de laatste cd (nummer 7) en wordt als één van de weinige (de andere is de tweedelige Sonata-Idylle op. 56) niet gespeeld door Hamish Milne, maar door Geoffrey Tozer, die de opnamen maakte in 1991 resp. 1997. Nogal teleurstellend als je het mij vraagt. Tozer, die voor Chandos aan zijn eigen Medtner-cyclus bezig is, speelt nogal 'casual' over talloze subtiele momenten heen. Bepaald geen partij voor Emil Gilels, wiens opname dit fraaie werk voor mij voor altijd heeft geijkt, en die tot nu toe alleen door Jevgenji Kissin wordt geëvenaard. Allebei pianisten wier vingers de aanzienlijke pianistische hordes moeiteloos lijken te nemen - een eerste vereiste natuurlijk - maar die daarnaast over genoeg surplus beschikken om een muzikaal verhaal te vertellen dat ver uitstijgt boven de pure noten.

Hamish Milne nam tussen 1977 en 2000 het andere werk op en was daarmee jarenlang een dappere strijder voor een zaak die pas nu gewonnen lijkt. Waarom hij die twee sonates aan Tozer overliet, is niet goed te begrijpen. Misschien omdat hij imiddels naar Hyperion is overgestapt? Hij is al zo lang met Medtner bezig dat hij vergroeid lijkt met deze componist. Al heeft hij niet het kaliber van een wereldpianist als Gilels of Kissin, zijn techniek is voortreffelijk, zijn aanpak is begripvol en liefderijk. Met veel gevoel legt hij de ritmische en melodische structuur en de soms contrapuntische complexiteit voor ons open zonder de spanningsbogen uit het oog te verliezen. En dat geldt nie talleen voor de sonates, maar ook voor de andere stukken waarvan hier een aanzienlijk deel is opgenomen. Milne voldoet dus volledig aan de eisen die de muziek stelt. Voor de Twee stukken voor twee piano's op. 58 schuift Boris Berezovski mee aan: ook geen geringe pianist. De opnamen (de oudste zijn nog analoog, de latere digitaal) vertonen uiteraard niet allemaal dezelfde karakteristiek, maar geven voldoende helderheid om de complexe structuren van deze muziek tot hun recht te laten komen. Medtner-liefhebbers die - het is onvoorstelbaar - de aparte CRD-opnamen nog niet hadden aangschaft, moeten nu met grote stappen naar de drogist, waar ze ongetwijfeld de toekomstige Medtner-liefhebbers zullen tegenkomen die trots met hun nieuwe aanwinst naar buiten lopen...

 
  De Hyperion-uitgave

Hyperion

De Brilliant Classics-opnamen bevatten ook een ruime selectie uit de Skazki, maar dezelfde Hamish Hilme speelde deze complete collectie miniatuurtjes compleet voor het label Hyperion, dat ze in 2007 uitbracht op twee cd's met het catalogusnummer HYP 67491/2. Het is een grandioze collectie miniverhaaltjes voor de piano die minstens zoveel populariteit verdient als de eindeloze rij Lyrische stukjes van Grieg, die - mits goed gespeeld - nogal eens kleine wondertjes zijn. Net zulke wondertjes zijn deze Skazki: kleine staaltjes van Russische vertelkunst voor de piano, met een betoverende melodie, een geraffineerde modulatie, en klaar is 't alweer... Enigszins verwarrend is wel dat Hyperion op het doosje hetzelfde schilderij ("Het vliegende tapijt" van Viktor Vasnetov, 1880) afbeeldt als Brilliant dat deed bij de Kruidvat-cd's. Welbewust gezaaide verwarring?
Wilt u een alternatief voor Medtners complete sonates plus nog wat kleingoed (duurder dan die van het Kruidvat, maar even idiomatisch gespeeld en zelfs nog mooier opgenomen), dan biedt Hyperion u Marc-André Hamelin op vier cd's (Hyperion CDA 67221/4). Ook zeker niet te versmaden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links