CD-recensie
© Gerard Scheltens, april 2020 |
Mengjie Han piano, Lea Hausmann viool en Samuel Shepherd cello vormen het Amatis Trio, een Nederlands-Duits-Britse samenwerking die sinds 2014 bestaat en al heel snel de publieksprijs binnenhaalde bij het conservatoriumconcours van het Amsterdamse Grachtenfestival. Sindsdien hebben ze hun kunst nog vervolmaakt aan het Mozarteum in Salzburg. Zoals het een jong ensemble van tegenwoordig betaamt vermeldt hun cv nog meer prijzen plus een rijtje gevolgde masterclasses bij grootheden, onder wie Menahem Pressler en Anner Bijlsma. Goed, leuk en leerzaam, maar wat telt is het klinkende resultaat en dat roept bewondering op.. Centraal staat het 'Baskische' pianotrio van Ravel. Een dappere keuze voor een debuut-cd, want in dit complexe werk moeten alle drie instrumentalisten elkaar constant in de gaten houden om het evenwicht te bewaken en om de stroom van technische uitdagingen en de snelle overgangen in stemming, sfeer en dynamiek de baas te blijven. Ingetogenheid en opwinding, subtiliteit en masssiviteit wisselen elkaar af en je moet je bewust zijn van Ravels totale concept. Er is natuurlijk geen gebrek aan concurrerende uitvoeringen, maar de zowel gedreven als sfeervolle benadering van deze perfect op elkaar ingespeelde jonge musici maakt nieuwsgierig naar wat ze nog meer gaan doen. Aan Ravel gaat Enescu vooraf. Het Amatis Trio wil de bekende iconen uit de literatuur voor pianotrio combineren met onbekend werk. Dan worden ze, zeggen ze, niet gehinderd door 'gevestigde' interpretaties en zijn ze vrijer om hun eigen gang te gaan. Ze kozen dan ook niet het (trouwens ook niet vaak gespeelde) trio in a uit 1916, maar het onkarakteristieke jeugdwerk in g uit 1897, waarvan het manuscript nog maar kort geleden is teruggevonden. De 16-jarige Enescu studeerde toen bij Massenet en Fauré, en in die periode leerde hij ook Ravel kennen. Die heeft geen sporen nagelaten in dit breedvoerige trio in romantische stijl. Het is een joyeus werk in vier delen met trekken van Beethoven, Mendelssohn en Brahms. Erg karakteristiek is het nog niet, maar wel een knappe prestatie van de jeugdige componist die de kenmerken van onervaren houterigheid al achter zich heeft gelaten. Even knap en plezierig is het idiomatische spel van het Amatis Trio, maar minder blij ben ik met de soms overakoestische werking van de meer volumineuze passages, vooral in het openings-allegro. Van dat ongemak had ik bij Ravel helemaal geen last. Ook niet bij Britten trouwens. Zijn Introduction and Allegro for piano trio ging pas in 1986 in première. Hij componeerde het in 1932 toen hij studeerde bij Frank Bridge aan het Royal College of Music. De 19-jarige student had toen al honderden werken geschreven. Dit werk dat eigenlijk Phantasy-Scherzo had zullen heten (waarom is goed te horen) toont invloed van Bridge en ook van Ravel, maar is toch heel persoonlijk en karaktervol. Een goede keus van het Amatis Trio, dat zorgt voor een prachtige, subtiele uitvoering. Meer dan 'veelbelovend' is het Amatis Trio. Troost in tijden van corona (alleen dat akoestische ongemakje...) index |
|