CD-recensie

 

© Gerco Schaap november 2008


 

Andrew-John Smith speelt orgelwerken
van Saint-Saëns - deel 1

3 Préludes et Fugues Op. 99 - 3 Fantaisies - Marche religieuse - Cyprès

Andrew-John Smith op het Cavaillé-Coll-orgel in La Madeleine, Parijs

Opname: Dick Koomans

Hyperion CDA67713 • 78' •


Als je al een tijdje meeloopt in de orgelwereld, en het LP-tijdperk nog volop hebt meegemaakt, ontkom je niet aan vergelijking met vroegere, vergelijkbare uitgaven. Toen ik halverwege de jaren '70 in de uitverkoop een LP-album op de kop tikte met de complete Préludes en fuga's van Saint-Saëns, gespeeld door Odile Pierre "aux Grandes Orgues de la Madeleine" (RCA, 1972), was ik daar nogal opgetogen over. Op de luxe hoes stond een kamerbreed portret van Saint-Saëns en aan de binnenkant zag je mevrouw Pierre gehurkt tussen het pijpwerk. De Prélude et Fugue en Mi Bémol Op. 99 no. 3 was een indrukwekkende binnenkomer. Het Cavaillé-Coll-orgel van de Madeleine kende ik al van de Franck-opnamen van Odile Pierres voorgangster Jeanne Demessieux. Blijkens een recensie van Ewald Kooiman in Luister (november '72) was het orgel kort voor de opname "stevig onder handen genomen door de orgelbouwer Danion, die duidelijk geprobeerd heeft het oorspronkelijke klankkarakter om te buigen in een richting waarmee de eigenlijke bouwer weinig vrede zou hebben gehad. Blijkens haar registerkeuze beschouwt Odile Pierre deze uitbreiding en ombuiging als een welkome mogelijkheid tot variatie." Hoe het ook zij, ik vond het interessante materie, ook al was de opname wat direct en werd het genoemde virtuoze Preludium in Es door sommige organisten afgedaan als "een enorme berg noten".

Nu is er een nieuwe opname met dezelfde combinatie: orgelwerken van Saint-Saëns op het orgel van de Madeleine, door de Engelse organist en dirigent Andrew-John Smith, die zijn opleiding kreeg aan het New College in Oxford en het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Hij was een van de finalisten op het concours van Chartres en won prijzen als Performer of the Year bij het Royal College of Organists en op het St. Albans' International Organ Festival. In 2006 richtte hij in Londen het professionele kamerkoor Consortium op.

Het programma is aantrekkelijker dan dat van Odile Pierre destijds. Hoe fraai de Préludes en fuga's van Saint-Saëns ook zijn, zes achter elkaar is niet zo zinnig. Na die prachtige "berg noten" en de op achtvoets prestanten gespeelde fuga in Es volgt de in verhouding tot de andere fantasieën minder bekende Fantaisie in Des Op. 101 die de componist opdroeg aan koningin Elisabeth van Roemenië. Mooi ingehouden gespeeld en prachtig uitgeregistreerd (het cd-boekje vermeldt dat in de werken die Saint-Saëns schreef vóór hij de Madeleine verliet, alleen de hem toen ter beschikking staande registers worden gebruikt).

 
  Camille Saint-Saëns (1835-1921)

Na de eerste Prélude et Fugue uit Opus 99 (in E) volgt het duistere Cyprès, het eerste van het tweeluik Cyprès et Lauriers dat Saint-Saëns ter gelegenheid van de wapenstilstand van februari 1919 componeerde. Eigenlijk moet je het voor orgel en orkest geschreven Lauriers er wel achteraan horen, maar je kunt nu eenmaal niet alles hebben. Uit hetzelfde jaar dateert de Fantaisie Nr. 3 waarin sommige organisten de curieuze gewoonte hebben om er hele passages uit weg te laten. De uitvoering van Andrew-John Smith bewijst het ongelijk daarvan.

Of de Marche religieuse speciaal werd geschreven voor het privé-concert dat Saint-Saëns in november 1897 voor koningin Marie-Christine van Spanje in Madrid gaf, of dat hij het werk ter plekke improviseerde en later opschreef, valt niet meer te achterhalen. In elk geval is het een voornaam stuk muziek waarin een fraai crescendo op het Madeleine-orgel wordt gerealiseerd.

De melodieuze Prélude et Fugue in B Op. 99 nr. 2 met zijn opgetogen fuga wordt gevolgd door een van de mooiste orgelwerken van Saint-Saëns die ik ken: de Bénédiction nuptiale Opus 9, die in 1859 werd gecomponeerd met het Madeleine-orgel in gedachten. In dit introverte werk is een belangrijke rol weggelegd voor de Voix céleste, de eerste die Cavaillé-Coll op een van zijn orgels disponeerde. Blijft over de Fantaisie en Mi Bémol Majeur, de bekende "Fantasie in Es" die nét iets te vaak op de Nederlandse orgelconcertprogramma's verschijnt maar hier in een stijlvolle uitvoering het besluit van de cd vormt.

Een apart woord van waardering voor de uitstekende opname, die werd gemaakt door Dick Koomans. Geen sinecure in een over-akoestisch gebouw als de Madeleine!

Veel toelichtende tekst, zowel over de componist als over de gespeelde werken (en natuurlijk de performer; van het orgel wordt alleen de dispositie-1846 vermeld), uit een erg kleine maar wel stijlvolle letter gezet, zoals we van Hyperion gewend zijn.

Geluidsvoorbeelden zijn te vinden op
http://www.hyperion-records.co.uk/al.asp?al=CDA67713&f=saint-saëns


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links