CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, augustus 2017

 

Ravel: Daphnis et Chloé - Une barque sur l'océan - Pavane pour une infante défunte

WDR Rundfunkchor Köln, Orchestre Philharmonique du Luxembourg o.l.v. Gustavo Gimeno
Pentatone PTC 5186652 • 72 •
Opname: maart 2017, Luxemburg

   

Soms is het goed om een musicus een tijdje niet te horen omdat men dan beter kan horen of en hoe iemand zich ontwikkelt. Het laatste wat ik van Gustavo Gimeno hoorde, was zijn uitvoering van Mahlers Negende in een bewerking voor kamerorkest. Die versie klonk enigszins onwennig in de passages waarin het orkest uitgedund klinkt, alsof het hem destijds nog enige moeite kostte om een doorgaande puls te realiseren in composities met veel wisselingen in instrumentatie. Dat minpunt is hier vrijwel afwezig. In zijn vermogen de klankrijkdom van het werk over het voetlicht te brengen doet hij nauwelijks onder voor zijn beste collega's in dit werk. Ondanks deze enorme vooruitgang is er nog wel enige groei mogelijk, vooral op het gebied van de vorm op kleine schaal. Vergelijking met die beste collega's (Haitink, Abbado, Boulez, Monteux) maakt duidelijk dat de vervoering, die van dit werk uitgaat, vooral ontstaat door de perfecte balans tussen klankschoonheid en frasering. Is het tweede in orde, dan komt het eerste beter over. Is het tweede bijna in orde, zoals bij Gimeno, dan lijkt het alsof er nog iets schort aan de klank en het karakter. Gimeno houdt van korte vertragingen en accenten waardoor de hartstocht veel demonstratiever en extraverter is dan bij de oudere collega's die de kracht van Ravel eerder zoeken en vinden in de onberispelijkheid van het masker.

Gimeno's uitvoering is daarmee zeer modieus en on-Frans. Modieus, omdat talloze recente publicaties over Ravel zoeken naar de inhoud van de persoonlijkheid achter die schitterende façade. (Adorno was al in 1929 geïnteresseerd in het wezen achter de schijn, maar de musici wilden hem hierin pas volgen ver na de oorlog.) Gimeno doet in zekere zin wat talloze pianisten sinds Argerich ook doen: Ravel veranderen van een ongrijpbare dandy in een tragische romanticus. Die uitvoeringen hebben iets geforceerds omdat de achtergrond voorgrond wordt en de expressie ironisch genoeg juist daardoor gekunsteld wordt.
On-Frans omdat hij, wellicht bewust, breekt met een ongenaakbare koelheid die jarenlang synoniem was met deze muziek (in de periode voor de globalisering in de uitvoeringspraktijk.) De afstand tussen Gimemo en deze Fransen is denk ik echter ook kleiner dan gedacht: met kleinere accenten in ritme maar met behoud van dynamische contrasten klinkt de demonstratieve hartstocht al veel geladener dan ze nu al doet.

Met zijn sterke persoonlijkheid relativeert Gimeno ook het belang van het instrumentarium. Anders dan Roth, die in zijn recente opname van het werk koos voor instrumenten uit Ravels tijd en zo een klank creëerde die boeiend is maar niet veel afwijkt van die van naoorlogse orkesten (hier besproken), kiest Gimeno voor een vermenging van demonstratieve hartstocht, dat de tocht door het Franse keurslijf bijna helemaal met glans heeft doorstaan. (De twee overige korte werken op de cd missen de expressieve rafels en lichte onvolkomenheden van het hoofdwerk.)

Het interessante van Gimeno is dat hij zich ontwikkelt aan de hand van zeer gevarieerd repertoire. Afgaande op zijn cd's met Mahler en Ravel (hij nam ook Bruckner en Sjostakovitsj op en is een schitterende begeleider van Harriet Krijgh in korte Franse cellostukken) kan men hem moeilijk een specialist noemen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links