CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, oktober 2014

 

Pierre Boulez in Moscow

Stravinsky: Petrouchka (versie 1911)

Webern: Sechs Orchesterstücke op. 6

Debussy: La Mer

Moscow Conservatory Symphony Orchestra
o.l.v. Pierre Boulez

Melodiya 1002255 • 67' •

Live-opname: 5 maart 1990, Moskou

   

In 1990 bracht Pierre Boulez een bezoek aan Moskou. Het was zijn eerste aan Rusland sinds het begin van de glasnost en het werd opgevat als een teken van de groeiende openheid van de Sovjet-Unie ten opzichte van het westen, ook van de nieuwe westerse muziek (ongeveer gelijktijdig bracht ook John Cage voor het eerst een bezoek aan dit land). De muziek van beide heren was echter al jaren daar bekend (reeds Sjostakovitsj vond Boulez' Le Marteau sans Maître een van de beste naoorlogse composities), maar circuleerde in kleine, vaak illegale kring.
Het was ook het eerste bezoek van Boulez aan dit land sinds 1967. Met de BBC Symphony Orchestra maakte hij dat jaar een tournee door oost-Europa waarbij hij niet alleen werken dirigeerde die toen in het oosten zowat verboden waren en in het westen zelden te horen waren (van Berg, Bartók, Webern, Stravinsky en zichzelf), maar waarbij hij ook voor zijn vriend Denisov westerse boeken meenam over de nieuwste westerse muziek die onder de jonge Russische componisten even gretig als heimelijk aftrek vonden. (De opname van dit zowat dissidente concert verscheen ooit op een lp van nota bene het USSR-staatslabel Melodiya waarvoor men nu op allerlei marktplaatsen hoge bedragen vraagt.)

In het tekstboekje bij de cd met de opnamen uit 1990 wordt hoog opgegeven van de symbolische betekenis van het bezoek, maar blijven belangrijke zaken onvermeld. In Moskou dirigeerde hij bij dezelfde gelegenheid het Ensemble Intercontemporain in werken die in Rusland voorzichtig uit de schuilkelders werden gehaald (Boulez, Dalbavie, Ives, Kurtag, Schönberg, Varèse en Webern). Met het orkest van het Moskouse conservatorium dirigeerde hij werken van Stravinsky, Webern en Debussy, stukken die voor Boulez tweede natuur waren maar destijds in de Sovjet-Unie bepaald nog geen gemeengoed. De opname ervan is interessant, vooral omdat we vrijwel geen opnamen hebben van Boulez met een orkest onder zijn niveau.
Boulez moet concessies doen inzake tempo, zwier en vooral de grootte van de dynamische contrasten. Het gevolg hiervan is dat de transparantie in de structuur meer opvalt, mede doordat de ritmische precisie wat schoolser aandoet en in de aandacht niet hoeft te concurreren met een grote verfijning in de klank. Een enkel moment lijkt de greep op de architectuur niet helemaal mogelijk door een lichtelijk onvoldoende beheersing van de details; dan blijkt dat Boulez op zijn 'mindere momenten' de architectuur laat prevaleren boven de momenten; aan een vloeiende beweging komt hij minder toe dan wanneer hij voor de Berlijners of Weners staat; de uitvoering geeft een idee niet zozeer van Boulez' ideaal, maar van de weg daarnaar toe. Zeker is in ieder geval dat hij Stravinsky's Pétrouchka met dezelfde afkeer van anekdotische expressie dirigeerde als waarmee hij de stukken van Webern en Debussy aanpakte. Boulez was hoorbaar niet van plan tegemoet te komen aan een mogelijk verlangen naar 'Russisch aandoende gebaren'.
Tenslotte is het pikant dat deze opname verschijnt op wederom Melodiya, uitgerekend in een periode waarin Rusland zich steeds vijandiger tegen het westen opstelt. Boulez is na 1990 voor zover ik weet niet opnieuw in Rusland geweest en met Weberns reputatie is het nu in geheel Europa slecht gesteld.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links