CD-recensie

 

© Bas van Westerop, mei 2013

 

Casella: La giara ( De kruik) naar Pirandello (1924) (suite)

Respighi: Pini di Roma (1924)

Ghedini: Quattro pezzi di Gerolamo Frescobaldi

Petrassi: Concert nr. 1 voor orkest (1934)

Wolf-Ferrari: Ouverture Il segreto di Susanna - Intermezzo en Ritornello uit Il campiello - Ouverture La dama boba - Prélude en Intermezzo uit I quattro rusteghi –Suite uit I gioielli della Madonna (De juwelen van de Madonna)

Orchestra dell’Accademia Nationale di Santa Cecilia o.l.v. Fernando Previtali;
Orchestre de la Société des Concerts du Conservatoire o.l.v. Nello Santi (Wolf-Ferrari)

Decca Eloquence 480 5374 (2 cd's)

(Opnamen: 1956 en 1959)

 

 

 


De Australische tak van Universal is al sinds 2004 bezig met een indrukwekkende reeks heruitgaven onder de naam Eloquence. Het betreft oudere opnames van Decca, Philips en DG en er zijn in de afgelopen jaren al heel wat juweeltjes uitgekomen. Hierbij gaat het of om onbekend repertoire of om artiesten die in Europa door Universal totaal worden genegeerd zoals bv Karl Münchinger, Ernest Ansermet of onze eigen Eduard van Beinum (van wie al vele cd’s zijn uitgekomen met werken van o.a. Haydn, Händel, Elgar, Sibelius en Debussy). Maar ik vond jaren geleden ook de prachtige opname die Vera Beths, Anner Bijlsma, George Pieterson en Reinbert de Leeuw maakten van Messiaen’s Quatuor pour la fin du temps op Eloquence. De complete catalogus is te vinden via deze link. De cd’s zijn in Nederland verkrijgbaar via Challenge Records.

Deze dubbel-cd combineert de werken van drie langspeelplaten uit eind jaren vijftig en is zowel qua repertoire als qua uitvoerenden een prachtig voorbeeld van de Eloquence serie. Want behalve Pini di Roma van Respighi is alle muziek op deze twee schijfjes gewoon onbekend (en onbekend maakt helaas...).
De twee dirigenten waren absolute meesters in het Italiaanse operarepertoire en maakten met deze opnames zijstapjes in hun repertoire. Voor Nello Santi was het één van zijn eerste opnames: hij was 27 toen hij deze plaat opnam in Parijs.

Casella’s La Giara (De kruik, naar een beroemd verhaal van Luigi Pirandello) is een choreografische komedie uit 1924 geschreven voor Rolf de Maré’s Ballets Suédois in Parijs. Verrukkelijke muziek die bubbelt van energie en humor; iemand beschreef het ooit als een frontale botsing tussen Milhaud en Rossini. Maar ook invloeden van Stravinsky en De Falla en veel folklore (Siciliaanse volksliedjes en een Siciliaanse tenorsolo in dialect) maken deze suite uit het ballet onweerstaanbaar. Als opening van een concertprogramma een geheid succes!

Respighi’s Pini di Roma stamt ook uit 1924 en is uiteraard bekend als virtuoos en briljant orkestwerk op de rand van kitsch. Over kitsch gesproken: de beroemde nachtegaalsolo in het derde deel begint een paar maten te vroeg....
Verder is het heerlijk om dit werk eens “gewoon” te horen spelen. Geen dikdoenerij, geen Hollywood-stijl, maar gewoon een eerlijke uitvoering, prachtig opgenomen in 1956: de fagot en contrafagot zijn duidelijk afzonderlijk te horen en het felle Italiaanse koper schettert dat het een lust is.

Giorgio Ghedini (1892-1965) was niet alleen een zeer productief componist en een bekwaam leraar (onder zijn leerlingen o.a. Claudio Abbado, Luciano Berio en Guido Cantelli) maar ook een groot bewonderaar van (Italiaanse) componisten uit Renaissance en Barok. Hij maakte talrijke bewerkingen van werken van Monteverdi, Gabrieli, Bach en, zoals hier, Frescobaldi. Het zijn zeer romantisch klinkende orkestraties van vier orgelwerken: soms dramatisch, soms zeer introvert, maar altijd vindingrijk in de combinaties van instrumenten.

Voor een levensbeschrijving van Ermanno Wolf Ferrari verwijs ik graag naar de recensie die collega Siebe Riedstra maakte naar aanleiding van een cd op het Chandos label waarop de hier gespeelde werken ook te vinden zijn. Die cd is zeker beter opgenomen maar ik vind de uitvoeringen uit 1959 werkelijk op alle fronten overtuigender!

Het heerlijke vederlichte Intermezzo uit I quattro rusteghi, de bruisende neoklassieke ouverture uit Il segreto di Susanna en het hemelse Intermezzo uit I gioielli della Madonna – ze worden gespeeld met een plezier, een verve en vooral een passie waar de BBC Philharmonic (op Chandos) in hun opnamesessie nooit aan toe komen. Dat er af en toe wat ongerechtigheden in het ensemblespel passeren neem ik het Parijse orkest dan ook maar niet kwalijk. Probeer ook eens de swingende Danza Napolitana uit I gioielli della Madonna met een exotisch hobo-intermezzo en een energie die na al die jaren de luidsprekers nog uitknalt!

Het enige stuk dat mij niet echt pakt is het Concerto van Petrassi. Het eerste deel lijkt op Hindemith in zijn motoriek maar is alleen oppervlakkig opwindend. Het langzame deel begint en eindigt verstild maar is veel te lang, de opbouw naar de climax in het midden is voorspelbaar en de spanning ebt helaas weg. Het laatste deel (Tempo di Marcia) bevestigt alleen de indruk van een virtuoos showstuk zonder veel verdere inhoud.

Al met al dus een prachtige dubbel-cd met heerlijke muziek en goede uitvoeringen. Laat u eens verrassen door Casella en vooral Wolf-Ferrari. En wie weet... van het een komt het ander! En dat is volgens mij precies de bedoeling van deze heruitgave!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links